(Beeldbron: iStock) |
Multiculturalisme is geen uiting van de vrijgevigheid van Europa, of een nobele belichaming van liefde en waarheid. Multiculturalisme is dat wat na de massale migratie overblijft en zich openbaart als een bedreiging, eerder dan als een voordeel voor de economieën van de Europese landen.
Neem bijvoorbeeld het voorbeeld van Frankrijk. Na de Tweede Wereldoorlog, toen Frankrijk een economische hausse doormaakte, werden de immigratiegolven gunstig beoordeeld: er waren veel banen voor ongeschoolde en middelmatig geschoolde arbeiders, en de inheemse Franse bevolking streefde naar werk in de dienstensector, die meer gekwalificeerde en beter betaalde banen aanbiedt. Vanaf het einde van de oorlog tot halverwege de jaren zeventig kwamen buitenlandse arbeiders tijdelijk naar Frankrijk, zonder familie, en keerden weer terug naar hun land van herkomst. Deze arbeiders werden over het algemeen gerekruteerd uit voormalige Franse koloniën om slecht en laag betaald werk te doen - niet om de cultuur van het gastland te verrijken.
Aan het einde van de jaren zeventig veranderde deze situatie. Buitenlandse arbeiders kwamen met hun gezinnen naar Frankrijk en kregen ook kinderen na aankomst in het land. Tegelijkertijd kwam er echter ook veranderingen in de economie, waarbij de afstammelingen van de gerekruteerde arbeiders zonder perspectief achterbleven. Terwijl hun ouders nog enige opwaartse mobiliteit hadden meegemaakt, bleven zij - zelfs degenen met een hoger opleidingsniveau dan hun ouders - achter met minder kansen op werk, en werden een overschot op de arbeidsmarkt; en ze hadden ook geen andere plek om naartoe te gaan. Met andere woorden; ze waren geboren in een land dat plotseling niets te bieden had. Het enige wat de overheid kon bedenken was een reden voor deze erbarmelijke situatie - als een missie voor deze kinderen van migrantenkinderen: dat zij zich 'cultureel' moesten verrijken in het land waarnaar hun ouders waren gemigreerd. Dit nieuwe beleid van multiculturalisme, dat de nadruk legt op de voordelen van culturele diversiteit voor de samenleving en de staat, is een voorbeeld van de uitbuiting van die anderen, gebaseerd op een fantasie van deugdzaamheid. Degenen voor wie het zoete gepraat over multiculturalisme is bedoeld, kunnen zien dat het niets heeft gedaan om hun lot te verbeteren, en beseffen nu dat hun toekomst somber is.
Laten we nu eens kijken naar degenen die voorstander zijn van multiculturalisme voor de Tsjechische Republiek in Oost-Europa, dat zich daartegen verzet. Wat ze niet begrijpen is dat de Tsjechische Republiek vandaag de dag niet lijkt op Frankrijk in het eerste gedeelte van de 20e eeuw. Wij Tsjechen hoeven geen buitenlandse werknemers te rekruteren voor de simpele banen. Integendeel, we moeten een economie ontwikkelen die gebaseerd is op geschoolde arbeidskrachten. Het heeft ook geen zin om hiervoor hoogopgeleide migranten te zoeken. Zulke migranten geven de voorkeur aan landen waarvan ze de taal spreken en waar ze hogere lonen kunnen verdienen dan in de Tsjechische Republiek. Bovendien zou het, gezien de problematische aard van ons huidige onderwijssysteem dat niet eens in staat is om afgestudeerden adequaat voor te bereiden op banen in technologiebedrijven, absurd zijn om een beroep te doen op technologie-experts uit ontwikkelingslanden om onze economie te redden.
Sommige politici beweren dat we een massale stroom immigranten nodig hebben om voor onze ouderen te zorgen. Ook dit is controversieel: in een nieuw land zullen ze, als ze ongeschoold zijn, nauwelijks in staat zijn om voor zichzelf te zorgen, laat staan voor anderen, en zullen een extra last vormen voor ons toch al overbelaste socialezekerheidsstelsel. Als we daarentegen hooggekwalificeerde immigranten naar onze beroepsbevolking halen, nemen we de armere landen het beste af wat ze te bieden hebben. Welk recht hebben we om hen te gebruiken om onze eigen problemen op te lossen? Als we hen weghalen uit hun land van herkomst, zal de situatie in die landen zich verder verslechteren. Het resultaat is een nog grotere stroom van ongeschoolde migranten die deze landen zullen ontvluchten. Deze nieuwkomers zullen het sociale zekerheidsstelsel nog zwaarder belasten in plaats van de economische ontwikkeling te stimuleren. Dat komt niet omdat migranten luier of minder ambitieus zijn dan de lokale bevolking. Hun nadelen zijn te wijten aan andere factoren, zoals moeilijkheden met een nieuwe taal en het feit dat ze vaak grotere gezinnen hebben.
Decennialang is er in Europa een debat geweest over de inspanningen om de verzorgingsstaat af te slanken, in plaats van deze te laten voortbestaan voor de behoeften van verschillende achtergestelde bevolkingsgroepen. Dit debat is sterk geïntensiveerd doordat de massale golf van vluchtelingen uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten het aantal ontvangers van bijstand in Europa aanzienlijk dreigt te verhogen.
Onder deze omstandigheden is de aard van het multiculturalisme veranderd. Het is een middel geworden om felle psychologische druk uit te oefenen, vooral op de midden- en lagere inkomenssectoren in Europa. Een vorm van deze druk is het gelijkstellen van de benarde situatie van de huidige vluchtelingen aan die van emigranten die van achter het IJzeren Gordijn naar het Westen vluchten. De vergelijking is echter niet echt van toepassing. De Oost-Europese emigranten streefden destijds niet naar een "multiculturele status". Hun doel was om te integreren - om zich aan te passen aan een samenleving die zo genereus was om hen te accepteren.
Kortom, de golven van massa-immigratie vormen statistisch gezien aanzienlijk grotere risico's dan kansen. Ze dienen niet om de welvaart te stimuleren. Onze verzekeringssystemen, die werden opgericht door, en ontwikkeld voor, de natiestaten wier bevolking ze moesten bedienen, werden eenvoudigweg nooit ontworpen om dit te dekken.
De voorstanders van het nieuwe multiculturalisme willen hun welvaartsstaten delen met massa's vluchtelingen die - buiten hun schuld om - nog lang niet in staat zullen zijn om zichzelf te financieren.
Prof. Jan Keller is een Tsjechisch Sociaal-Democratisch lid van het Europees Parlement, socioloog, analist, commentator en auteur van meer dan 30 boeken, waaronder Sociologie van de Organisatie en Bureaucratie (2007), of De drie sociale werelden (2011). Hij studeerde aan de universiteiten van Bordeaux (1985), Aix-en-Provence (1988) en Sorbonne (1992) in Parijs. Hij doceerde sociologie aan de Universiteit van Lille, Poitiers, Trento, Lodz en Barcelona.
Dit artikel is gebaseerd op een toespraak tijdens het seminarie "Is massale immigratie een voorwaarde voor welvaart in Europa", gehouden door het Instituut Vaclav Klaus in Praag op 19 maart 2015 en is hier gepubliceerd met de vriendelijke toestemming van de auteur. Het werd in het Engels vertaald door Josef Zbořil.