
Als Qatar en Turkije na de oorlog tussen Israël en Hamas een belangrijke rol mogen spelen in het bestuur en de wederopbouw van de Gazastrook, zou dat een terugkeer betekenen naar de situatie van vóór 7 oktober 2023, toen de door Iran gesteunde terreurgroep het kustgebied volledig onder controle had. Naast Iran hebben Qatar en Turkije Hamas lange tijd gesponsord en gefinancierd en de leiders van de terreurgroep onderdak geboden.
Door Qatar en Turkije uit te nodigen om een rol te spelen in de Gazastrook, wordt Iran opnieuw via de achterdeur binnengehaald. Beide landen hebben sterke banden en gedeelde belangen met Iran, dat volgens berichten samenwerkte met Hamas om de invasie van Israël op 7 oktober te plannen. Iran zou ook groen licht hebben gegeven tijdens een bijeenkomst in Libanon op 2 oktober groen licht gegeven aan de terreurgroep om de aanval uit te voeren.
Ondanks de zware klap die het regime heeft gekregen als gevolg van de Israëlische en Amerikaanse luchtaanvallen, zijn er geen tekenen dat het Iraanse regime bereid is het bestaansrecht van Israël te erkennen, zich aan te sluiten bij de Abraham-akkoorden en zijn terreurproxies in de Gazastrook, Libanon, Irak en Jemen op te geven.
"Te midden van de toenemende spanningen tussen Israël en Iran heeft Qatar zich dichter bij Teheran geschaard", meldde het mediakanaal Iran International in december 2024.
"Dit bleek duidelijk tijdens het bezoek van de Iraanse president Masoud Pezeshkian aan Doha in oktober 2024. De twee landen bespraken het versterken van de samenwerking op het gebied van economie, energie, cultuur en onderwijs, met bijzondere aandacht voor het vrijgeven van de 6 miljard dollar aan Iraanse activa die in Qatar bevroren zijn...
"Hoewel Qatar en de Islamitische Republiek Iran hun partnerschap presenteren als een middel om regionale stabiliteit te bevorderen, is hun alliantie geworteld in politieke en strategische belangen.
"De samenwerking tussen Teheran en Doha wordt vaak in idealistische bewoordingen omschreven, maar verbergt een diepere agenda die gericht is op macht, invloed en onderdrukking."
Vorig jaar ondertekende Turkije tien overeenkomsten met Iran voor samenwerking op het gebied van energie, vrijhandel en transport tijdens een bezoek van de voormalige Iraanse president Ebrahim Raisi aan Ankara, volgens Iran International.
"Hoewel de Islamitische Republiek [Iran] de nadruk legt op de economische aspecten van de relatie om het moreel in eigen land te verbeteren, ligt het belang van Raisi's bezoek aan Ankara in de besprekingen over regionale veiligheid en stabiliteit..."
Ondanks zijn uitstekende bedoelingen zou de Amerikaanse president Donald J. Trump wel eens tot het inzicht kunnen komen dat de belangrijkste prioriteit voor het Iraanse en de meeste Arabische regimes is om aan de macht te blijven en de belangen van hun leiders te beschermen.
In de aloude traditie van Arabische beleefdheid vertellen deze landen Trump misschien wel wat hij graag wil horen, in de wetenschap dat hij over drie jaar niet meer in hun nek zit en geen druk meer op hen kan uitoefenen. Ondertussen hebben ze zich comfortabel gepositioneerd in Gaza, meer geleerd over Israëlische technologie en zijn ze vrij om te doen wat ze willen.
Het is voorbarig om aan te nemen dat het bombarderen van Iraanse nucleaire installaties een gamechanger voor de regio is. We hebben het Iraanse regime nog niet horen zeggen dat het zijn plannen om kernwapens te verwerven zal opgeven. Bovendien hebben we nog geen enkele aanwijzing gezien dat andere Arabische landen, waaronder Saoedi-Arabië, bereid zijn om onvoorwaardelijk toe te treden tot de Abraham-akkoorden.
Eerder dit jaar beschuldigde de Israelische Minister van Buitenlandse Zaken, Gideon Sa'ar, Turkije ervan samen te werken met Iraanse pogingen om wapens te smokkelen naar de terreurgroep Hezbollah in Libanon, en zei:
"Er zijn intensieve Iraanse pogingen om geld naar Libanon te smokkelen voor Hezbollah om zijn macht en status te herstellen. Deze pogingen worden onder andere uitgevoerd via Turkije en met zijn medewerking."
Turkije, onder president Recep Tayyip Erdogan, "is een van de belangrijkste strategische bondgenoten van Hamas", volgens het Meir Amit Intelligence and Terrorism Information Center.
"Turkije biedt onderdak aan hoge Hamas-functionarissen, van wie sommigen het Turkse staatsburgerschap hebben gekregen, en verleent politieke, diplomatieke en propagandistische steun, evenals economische en humanitaire hulp."
"Hamas heeft een van zijn belangrijkste buitenlandse centra in Turkije gevestigd, dat voornamelijk wordt gerund door gevangenen die in 2011 zijn vrijgelaten in het kader van de Gilad Shalit-ruilovereenkomst. Het gebruikt Turkije om terroristische aanslagen te plannen en geld over te maken om terroristische activiteiten in Israël, Judea, Samaria en de Gazastrook te financieren, en om geld in te zamelen en wit te wassen ter ondersteuning van zijn terroristische operaties, waaronder de aanslag en het bloedbad van 7 oktober 2023."
Gealarmeerd door het gepraat over de groeiende rol van Qatar en Turkije in de crisis in Gaza, waarschuwde een hoge officier van de Israëlische strijdkrachten (IDF):
"Qatar en zeker Turkije mogen geen voet aan de grond krijgen in Gaza. De Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Egypte en Jordanië hebben een hekel aan Hamas en maken zich meer zorgen om de Palestijnen in de Gazastrook. Qatar is degene die Hamas in de jaren voorafgaand aan 7 oktober heeft gefinancierd... Er is geen garantie dat dit geld zal worden teruggegeven aan de militaire vleugel van [Hamas] en niet alleen aan wederopbouwprojecten in Gaza.... De [Israëlische] politieke top zal Trump ervan moeten overtuigen dat er een verschil is tussen de Arabische landen: Qatar en Turkije zijn beide lid van de Moslimbroederschap en steunen Hamas. De VAE en Egypte hebben een hekel aan Hamas."
Qatar is een belangrijke financiële steunpilaar van Hamas geweest en heeft de afgelopen twintig jaar meer dan 1,8 miljard dollar aan de groep overgemaakt. De voormalige emir van Qatar, sjeik Hamad bin Khalifa al-Thani, was de eerste staatsleider die een bezoek bracht aan de Hamas-regering in de Gazastrook in 2012. In 2021 heeft Qatar toegezegd 360 miljoen dollar per jaar aan steun te zullen geven aan de Gazastrook, deels om de salarissen van Hamas-medewerkers te subsidiëren.
Uit documenten die tijdens de oorlog door het IDF in beslag zijn genomen, blijkt dat Qatar al jarenlang intensief samenwerkt met Hamas, waaronder pogingen om regionale vredesinspanningen van de VS te dwarsbomen, de Egyptische invloed in Gaza te marginaliseren en de rol van Turkije en Iran te versterken. De betalingen van Qatar waren zo aanzienlijk dat de toenmalige Hamas-leider Ismail Haniyeh in december 2009 aan de minister van Buitenlandse Zaken van Qatar verrtelde dat het geld van de Golfstaat "de belangrijkste levensader van Hamas" was.
In mei 2021 zei Haniyeh (toenmalig hoofd van het "politiek bureau" van de terreurorganisatie) Hamas-leider Yahya Sinwar, het brein achter de gruweldaden van 7 oktober, dat de emir van Qatar in privé-kring had "ingestemd met discrete financiële steun" voor Hamas. De emir, volgens Haniyeh, "stemde er in principe mee in om [Hamas] discreet te bevoorraden, maar hij wil niet dat iemand in de wereld hiervan op de hoogte is. Tot nu toe is er 11 miljoen dollar opgehaald bij de emir voor de leiding van Hamas."
De documenten onthulden dat Qatari inlichtingenfunctionarissen een ontmoeting hadden met een vertegenwoordiger van Hamas om te praten over het toezicht op speciale trainingseenheden voor Hamas-strijders op militaire bases in Qatar en Turkije, en over de integratie van Palestijnen die (tijdens de burgeroorlog daar) uit Syrië naar Libanon zijn gevlucht, in de terroristische bataljons van Hamas in Libanon.
Volgens de documenten vertelde Hamas-leider Khaled Mashaal in 2019 aan de emir van Qatar: "We moeten samenwerken om ons te verzetten tegen [Trump's] Deal of the Century [vredesplan] en dit te elimineren." Uit de documenten bleek dat Hamas en Qatar van plan waren om de rol van Egypte als bemiddelaar tussen Israël en de terreurgroep te marginaliseren en tegelijkertijd de invloed van Turkije in het Midden-Oosten te bevorderen.
In 2022 schreef Sinwar aan Haniyeh dat Turkije ook een leidende rol moest spelen in de strijd tegen Israël:
"Het is aan jou om de campagne voor te bereiden. We moeten onmiddellijk beginnen met onze bondgenoten – Iran, Qatar en Turkije. De diplomatie van Qatar en Turkije moet een leidende rol spelen. Het is onze taak om het de [Israëlische] bezetters moeilijk te maken en ervoor te zorgen dat internationale actoren hun diplomatieke banden met hen verbreken."
Het is lachwekkend – en gevaarlijk – om aan te nemen dat Qatar en Turkije, evenals Iran, onder hun huidige leiders ooit een positieve en constructieve rol zouden spelen bij het waarborgen van vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten. Deze drie regimes hebben altijd aan de kant gestaan van de Moslimbroederschap en verschillende islamitische terreurgroepen, waaronder Islamitische Staat (ISIS), Al-Qaeda, Hamas, Palestijnse Islamitische Jihad en Hezbollah.
Sinds het begin van de oorlog in Gaza hebben Qatar, Turkije en Iran ervoor gekozen om de kant van Hamas te kiezen en Israël te veroordelen omdat het zich durft te verdedigen tegen de terreurgroep. Qatar en Turkije zijn niet geïnteresseerd in de wederopbouw van de Gazastrook. In plaats daarvan zijn ze, met de steun van Iran, geïnteresseerd in het herstel van de militaire en civiele capaciteiten van Hamas en willen ze ervoor zorgen dat de terreurgroep, misschien in een andere vorm, aan de macht blijft.
Khaled Abu Toameh is een bekroond journalist gevestigd in Jeruzalem.