De Grieks-orthodoxe kerk van de Maagd Maria Teheran, Iran. (Bron: Orijentolog/Wikimedia Commons) |
Vaak kan men sjiitische islamitische predikers en leiders horen beweren dat de islam "mensen van het boek" erkent, wat verwijst naar christenen en Joden. Deze bewering klinkt alsof de islam de christenen en Joden een eenzelfde niveau geeft in status en respect als hun islamitische tegenhangers.
Dat argument werd onlangs bevestigd toen de president van de Islamitische Republiek Iran, Hassan Rouhani, beweerde dat "christenen dezelfde rechten hebben als anderen". Met die bevestiging mag men aannemen dat christenen in Iran relatief veilig zijn. Maar zijn ze dat wel?
In toespraken en op papier geven deze woorden waarschijnlijk de indruk dat christenen niet alleen welkom zijn in Iran, maar ook gelijke rechten en bescherming genieten. De dagelijkse ervaringen van christenen in Iran vertellen echter een heel ander verhaal.
Geweld en vervolging van christenen is onder de sharia-wetgeving van Iran aanzienlijk toegenomen. Een recente zaak beschreef de traumatische ervaringen van dominee Victor Bet-Tamraz en zijn vrouw Shamiram Issavi, etnische Assyrische christenen, samen met Amin Afshar Naderi en Hadi Asgari, die zich bekeerden tot het christendom vanuit de islam. Ieder van hen werd door het Revolutionaire Hof in Teheran veroordeeld tot een totaal van 45 jaar gevangenisstraf. Ondanks de beweringen van Iran dat ze gelijke rechten en bescherming genieten, zullen ze wellicht nooit meer vrij komen.
Welke verschrikkelijke misdaad moeten ze hebben begaan om zo'n strenge straf te rechtvaardigen? Toch meer dan alleen maar christen zijn? De president van Iran had immers duidelijk gemaakt dat christenen gelijke rechten hebben. De dubieuze aanklachten waren onder andere vage termen als het uitvoeren van "illegale kerkactiviteiten" en het bedreigen van de "nationale veiligheid".
Waarom is er zo'n vijandschap ten opzichte van christenen in Iran dat deze vier personen zo gedreven worden vervolgd? Hoewel christenen een zeer klein deel van de bevolking uitmaken, worden ze onder de Iraanse shariawet altijd beschouwd als een bedreiging voor de "nationale veiligheid". De totale bevolking van Iran is ongeveer 80 miljoen mensen, met ergens tussen de 117.000 en 3 miljoen christenen, volgens verschillende schattingen.
De internationale gemeenschap heeft onlangs kennis genomen van het machtsmisbruik tegen christenen in Iran. In het laatste rapport van Amnesty International wordt erop gewezen dat "christenen in Iran het doelwit zijn geweest van intimidatie, willekeurige arrestatie en detentie, oneerlijke processen en opsluiting op grond van beschuldigingen gerelateerd aan nationale veiligheid, uitsluitend vanwege hun geloof". Er worden voortdurend wreedheden tegen hen begaan.
Het is vermeldenswaardig dat fundamentalistische moslimleiders vóór de islamitische revolutie, om steun en macht te verwerven, de christenen in Iran beloofden dat zij dezelfde rechten zouden hebben als moslimburgers. Zij verzekerden de christenen ook dat zij hun geloof vrij zouden kunnen belijden. Veel christenen, die erop vertrouwden dat ze de vrijheid zouden genieten die hun was beloofd, steunden de moslimleiders. In plaats daarvan werd na de islamitische revolutie iedereen die niet in de islamitische en revolutionaire idealen van de sharia geloofde, een vijand. Zelfs onlangs nog verklaarde de Iraanse president:
"Onze revolutie was overwinnend toen we allemaal samen kwamen... Alle Iraanse rassen, alle Iraanse religies, sjiieten en soennieten, moslims, christenen, Joden en zoroastriërs - al wie in de grondwet gelooft, dat is onze maatstaf. Die persoon is een revolutionair en moet gerespecteerd worden."
Helaas worden de christenen in Iran in het geheel niet gerespecteerd.
Naar aanleiding van de meest recente misstanden tegen christenen heeft Amnesty International een "dringende oproep tot actie" opgezet. Het heeft het Iraanse regime opgeroepen om "de veroordelingen van Victor Bet-Tamraz, Shamiram Isavi, Amin Afshar-Naderi en Hadi Asgari nietig te verklaren, aangezien dit uitsluitend de vreedzame uitoefening van hun recht op vrijheid van godsdienst en overtuiging, meningsuiting en vereniging, door middel van hun christelijk geloof betreft". Er zijn echter veel meer verhalen over christelijke vervolging in heel Iran dan alleen deze vier.
Veel andere christenen worden gevangen gezet wegens ongegronde beschuldigingen zoals "Propaganda tegen de Islamitische Republiek ten gunste van het christendom". De organisatie "Artikel 18",die godsdienstvrijheid promoot en vervolgde christenen die onder de sharia leven ondersteunt, twitterde op 9 augustus 2018:
Een #christelijk echtpaar heeft gemeld dat een rechtbank in Boushehr hen en 10 andere #Iraanse christenen tot één jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld voor "propaganda tegen de Islamitische Republiek ten gunste van het christendom". Deze groep christelijke bekeerlingen werd gearresteerd op 7 april 2015.
Er is op tot heden geen informatie over hun vrijlating.
De onderdrukking hield hierna niet op. Een ander christelijk echtpaar dat zich bekeerde van de islam, werd onlangs ook belast met het "zich oriënteren op het land van het christendom", aldus Mohabat News. Hoewel de christenen te horen hebben gekregen dat ze het recht hebben om hun religie te belijden, worden ze hiervoor gearresteerd en getreiterd.
Pastor Youcef Nadarkhani werd in 2010 ter dood veroordeeld voor "afvalligheid", omdat hij zich van de islam tot het christendom bekeerde. Na aanzienlijke druk van juridische en mensenrechtengroeperingen werd hij in een nieuw proces door de rechtbank vrijgesproken van de aanklacht van afvalligheid waarop de doodstraf staat. Het nieuwe proces eindigde met een veroordeling voor "het evangeliseren van moslims", waarbij hij werd veroordeeld tot de gevangenisstraf die hij al had uitgezeten, en vrijgelaten.
In 2016 werd Nadarkhani "beschuldigd van 'handelen tegen de nationale veiligheid'. Hij werd ook beschuldigd van zionisme en evangelisatie." Op 6 juli 2017 werd hij veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf en nog eens twee jaar ballingschap in Nikshahr (Zuid-Iran). Hij mocht in beroep gaan en was op borgtocht vrij toen de politie op 22 juli 2018 Nadarkhani's huis binnenviel en hem naar de Evin-gevangenis bracht. Hij wordt van 10 jaar van zijn leven beroofd, alleen maar omdat hij zijn geloof beoefende.
Het Amerikaanse Center for Law & Justice in Washington, D.C., heeft een petitie opgezet voor de vrijlating van Nadarkhani. Per 2 oktober hebben meer dan 112.000 mensen de petitie ondertekend. De ACLJ wees erop dat "de acties van Iran in strijd zijn met de eigen grondwet en meerdere internationale mensenrechtenverdragen die de godsdienstvrijheid garanderen". Hij blijft echter in de gevangenis zitten.
Dit kan verwarrend en tegenstrijdig lijken; maar wat belangrijk is om te beseffen is dat in landen die door de sharia-wetgeving worden gecontroleerd, de grondwet ondergeschikt is aan de islamitische wetten van het land.
Wanneer de radicale islam aan de macht komt, wordt elk artikel in de grondwet afhankelijk van de naleving van de sharia. De rechten die in de grondwet worden beloofd, komen daarmee te vervallen. De christenen in Iran die geloofden dat ze door het steunen van de islamitische revolutie bescherming en gelijke rechten zouden krijgen, leven nu in plaats daarvan in voortdurende angst. Alleen de toegenomen druk van de internationale gemeenschap kan een verandering binnen Iran teweegbrengen die deze onschuldige mensen enige bescherming zou kunnen bieden tegen de wrede daden waar ze mee te maken hebben.
Het is niet genoeg om te hopen dat Christenen op een dag in Iran hun geloof zouden kunnen belijden zonder angst voor vervolging of dood; de wereldgemeenschap moet actie ondernemen om ervoor te zorgen dat het Iraanse regime zich aan haar eigen grondwet houdt en zijn christelijke burgers gelijke rechten en bescherming biedt.
Majid Rafizadeh is afgestudeerd aan Harvard als doctor in de wetenschappen en is lid van de adviesraad van Harvard International Review, een officiële publicatie van Harvard University.