Waarom zet de Europese Unie het verzoeningsbeleid door met een regime dat een tergende staat van dienst heeft wat betreft mensenrechten? Amnesty International in Iran: "Meisjes vanaf negen jaar kunnen worden veroordeeld tot executie; voor jongens is dat 15 jaar. Tussen 2005 en 2015 zijn minstens 73 jonge delinquenten geëxecuteerd." (Beeldbron: iStock) |
Volgens een rapport dat op 26 februari werd gepubliceerd door Amnesty International, is de mensenrechtensituatie in Iran "ernstig verslechterd". Waarom zet de Europese Unie het verzoeningsbeleid door met een regime dat een hemeltergende staat van dienst heeft wat betreft mensenrechten? Helaas lijkt Europa - ondanks eindeloos moraliseren en zelfingenomenheid – hard op weg om de meest immorele partij op het wereldtoneel te worden – voor zover het dat nog niet is. De Europese Unie kiest er bijvoorbeeld ten onrechte voor om het enige liberale, democratische land in het Midden-Oosten, dat zich aan de mensenrechten houdt, aan te pakken.: Israël. Niet Turkije, voor het bezetten van Noord-Cyprus, of China voor het wegvagen van Tibet, of Pakistan voor het bezetten van Kasjmir. Europa en de corrupte Verenigde Naties pakken de echte misdadigers tegen de menselijkheid niet aan, zoals onder meer China, Cuba, Rusland, Turkije, Noord-Korea, Nigeria of Soedan.
De onfrisse geur van Europa's dubbelhartigheid kun je al van ver ruiken. Europa legt verwoed sancties op aan een land dat al meer dan drieduizend jaar het thuisland voor Joden is, doch probeert manieren te vinden om zaken te blijven doen met een land als Iran, dat niet alleen probeert zijn hegemonie in het hele Midden-Oosten te vestigen, maar ook een hardleerse schender is van bijna elk denkbaar mensenrecht (zie deze bron, of hier, hier en hier). De enige conclusie die men kan trekken is dat Europa blijkbaar nog steeds graag de Joden vermoordt en met plezier degene steunt die hetzelfde doel delen. Hoeveel immoreler kun je het nog krijgen?
De lijst van onuitsprekelijke mensenrechtenschendingen door het Iraanse regime is lang, maar verreweg het meest verontrustend lijkt de wreedheid tegen kinderen.
De Noorse organisatie Mensenrechten Iran (IHR) volgt de executies in Iran op de voet:
"Ondanks de ratificatie van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind, dat de doodstraf verbiedt voor misdrijven gepleegd op de leeftijd van minder dan 18 jaar, blijft Iran de grootste beul ter wereld van jeugdige delinquenten. Volgens rapporten van de IHR hebben de Iraanse autoriteiten sinds 2013 minstens 40 jeugdige delinquenten geëxecuteerd."
Deze kinderen worden in hechtenis genomen en geëxecuteerd voordat ze de kans krijgen om volwassen te worden. In 2018 werden minstens 6 minderjarigen, waaronder twee kindbruiden, geëxecuteerd. Amnesty International geeft het volgende commentaar op het uitvoeren van de doodstraf op kinderen door Iran:
"Meisjes vanaf negen jaar kunnen tot executie worden veroordeeld; voor jongens is dat 15 jaar. Tussen 2005 en 2015 zijn minstens 73 jonge delinquenten geëxecuteerd. En de autoriteiten geven geen enkel signaal dat ze deze afschuwelijke praktijk stoppen.
"We hebben de gegevens van 49 mensen in de dodencel van Iran die jonger dan 18 jaar waren op het moment van het vermeende misdrijf. De VN zegt dat er minstens 160 van dergelijke mensen in het land executie tegemoet kunnen zien. In feite verblijven er waarschijnlijk nog veel meer jonge overtreders in Iraanse dodencellen, omdat de doodstraf in Iran vaak in het geheim wordt voltrokken".
Denk aan Zeinab Sekaanvand Lokran. In oktober 2018 werd de voormalige kind bruid, afkomstig uit een arme minderheidsfamilie, de dag na de geboorte van een doodgeboren baby geëxecuteerd. Volgens het Islamitisch Wetboek van Strafrecht van Iran kunnen executies op vier verschillende manieren worden uitgevoerd: ophanging, steniging, vuurpeloton of kruisiging.
De rechterlijke macht van de Islamitische Republiek of de Revolutionaire Rechtbank kunnen met vage beschuldigingen komen, zoals "oorlog voeren tegen God", het verspreiden van moharebeh ("corruptie op aarde") zoals protesteren, of het in gevaar brengen van de nationale veiligheid. Deze aanklachten kunnen worden opgerekt om voor kleine handelingen, zoals het bekritiseren van de Opperste Leider, de doodstraf op te kunnen leggen.
Het Islamitisch Wetboek van Strafrecht van Iran staat toe dat meisjes vanaf negen jaar worden geëxecuteerd. Dit alles mag gebeuren terwijl de cynische EU de Iraanse president Hassan Rouhani blijft bestempelen als "gematigd".
Het theocratische establishment staat ook bekend om het afdwingen van bekentenissen en martelingen op de televisie, om zo de angst bij het publiek aan te wakkeren. Zo verklaarde Mensenrechten Iran onlangs:
"In 2018 hebben de Iraanse autoriteiten opnieuw blijk gegeven van systematische schendingen van een eerlijke rechtsgang. Op televisie uitgezonden bekentenissen, oneerlijke processen en meldingen van martelingen herinneren eraan dat duurzame verbeteringen in de status van de mensenrechten en serieuze stappen in de richting van afschaffing van de doodstraf niet mogelijk zijn zonder fundamentele veranderingen in het rechtssysteem van Iran".
In 2018 werden volgens Iran Mensenrechten minstens 273 mensen geëxecuteerd in Iran. De Iraanse regering staat op de tweede plaats (China op de eerste plaats) als het gaat om het absolute aantal mensen dat zij executeert, en op de eerste plaats voor de executies per hoofd van de bevolking. Door een gebrek aan transparantie in het Iraanse regime wordt aangenomen dat het totale aantal executies nog hoger ligt.
Ook neemt het gebruik van wrede en onmenselijke straffen toe in Iran. Volgens het rapport van Amnesty International neemt het gebruik van verschillende vormen van foltering, zoals amputatie en geseling, in een alarmerend tempo toe.
Een voorbeeld hiervan is het vastbinden van een man aan een boom in het zicht van het publiek, in de provincie Razavi Khorasan, en hem 80 zweepslagen te geven. Zijn misdaad? Alcohol drinken, 10 jaar geleden, toen hij 14 of 15 jaar oud was.
De straf voor een veedief? Zijn hand werd afgehakt. Niet alleen zijn deze straffen barbaars, maar men kan aannemen dat geen van deze mannen, of iemand van de massa's die op gelijksoortige manier worden behandeld, een eerlijk proces of iets dergelijks als een wettelijke verdediging kan verwachten.
De Iraanse leiders hebben ook hun hardhandig optreden tegen de gehele bevolking opgevoerd. Gedetineerden zijn verdacht gestorven in de gevangenis, zoals een 63-jarige Iraans-Canadese professor. Volgens Amnesty International:
"stierf de Canadese Iraanse academische en milieuactivist Kavous Seyyed Emami in februari [2018] in de gevangenis van Evin na zijn willekeurige arrestatie twee weken eerder. De autoriteiten beweerden dat hij zelfmoord pleegde en weigerden zijn lichaam vrij te geven, tenzij zijn familie instemde met een onmiddellijke begrafenis zonder een onafhankelijke autopsie".
Door de recente protesten in het land heeft het theocratische establishment ook de censuur van de media, het blokkeren van buitenlandse satelliettelevisiekanalen en de opsluiting van mensenrechtenactivisten opgevoerd. Mensenrechtenactivisten en prominente advocaten, waaronder Nasrin Sotoudeh en haar man Reza Khandan, die sociale bewegingen zoals de oppositie tegen een verplichte hijab verdedigden of steunden, zijn onterecht vervolgd en veroordeeld tot lange gevangenisstraffen.
Deze meer en meer moedwillige schendingen van de mensenrechten zouden alarm moeten slaan bij de Europese regeringen, die de rest van de wereld altijd de les lezen over hoe zorgzaam ze zijn -bijvoorbeeld door criminelen niet terug te sturen naar landen waar ze zouden kunnen worden gemarteld. Het zou hen met afschuw moeten vervullen als ze zouden weten dat zij dit regime juist in staat stellen en aanmoedigen om deze wrede daden te blijven plegen.
Het moment is aangebroken voor de EU om een einde te maken aan haar verzoeningsbeleid met een regime dat niet aarzelt om mensen te geselen - in het openbaar, als boodschap aan anderen - willekeurig burgers te martelen en wrede straffen zoals amputatie, zonder eerlijk proces, uit te voeren, en executies van kinderen die nog maar net hun leven beginnen. Dit zijn daden die veroordeeld moeten worden – en niet gedoogd door het nastreven van een verzoeningsbeleid, met een morele verdorvenheid geboren uit pure hebzucht.
Dr. Majid Rafizadeh is een bedrijfsstrateeg en adviseur, aan Harvard opgeleide geleerde, politicoloog, bestuurslid van Harvard International Review en voorzitter van de International American Council on the Middle East. Hij is auteur van verschillende boeken over de islam en het buitenlands beleid van de VS. Hij is te bereiken op Dr.Rafizadeh@Post.Harvard.Edu