De brand die een groot deel van de Notre Dame kathedraal in het hart van Parijs heeft verwoest is een onherstelbare tragedie. De herbouwde kathedraal zal nooit dezelfde zijn. (Foto door Veronique de Viguerie/Getty Images) |
De brand die een groot deel van de Notre Dame kathedraal in het hart van Parijs heeft verwoest is een onherstelbare tragedie. De herbouwde kathedraal zal nooit dezelfde zijn. Zelfs als de kathedraal wordt herbouwd, zal het nooit meer zijn wat het vroeger was. Gebrandschilderde ramen en belangrijke architectonische elementen zijn zwaar beschadigd en het eikenhouten frame is volledig vernield. De torenspits die uit de kathedraal oprees was een uniek kunstwerk: ontworpen door de architect Eugène Viollet-le-Duc die het gebouw in de negentiende eeuw restaureerde en die zijn werk had gebaseerd op documenten uit de twaalfde eeuw.
Bovenop de brand drong het water dat nodig was om de vlammen te doven ook door tot in het kalksteen van de muren en de voorgevel en verzwakte deze, waardoor ze broos werden. Het dak is weg: het schip, het dwarsschip en het koor liggen open en bloot voor slecht weer. Beschutting is geeneens mogelijk totdat de constructie grondig is onderzocht, een taak die weken in beslag zal nemen. Drie belangrijke elementen van het bouwwerk (het noordelijke dwarsschip, het pantser tussen de twee torens, en het gewelf) staan eveneens op instorten.
De Notre Dame is meer dan 800 jaar oud. Ze overleefde de turbulente Middeleeuwen, de terreur van de Franse Revolutie, twee wereldoorlogen en de nazi-bezetting van Parijs. Maar het Frankrijk in wording van de 21e eeuw overleefde ze niet.
De oorzaak van de brand wordt tot dusver toegeschreven aan "een ongeval", "een kortsluiting" en recentelijk "een computerstoring".
Als de brand echt een ongeluk was, is het bijna onmogelijk om uit te leggen hoe de brand is ontstaan. Benjamin Mouton, voormalig hoofdarchitect van Notre Dame, legde uit dat de regels uitzonderlijk streng waren en dat er geen elektriciteitskabel of elektrisch toestel en geen warmtebron op de zolder mocht worden geplaatst. Hij voegde eraan toe dat er een uiterst geavanceerd alarmsysteem aanwezig was. Het bedrijf dat de steiger installeerde, maakte geen gebruik van laswerk en specialiseerde zich in dit soort werk. Meer dan een uur na het vertrek van de werknemers brak de brand uit en geen van hen was aanwezig. Het verspreidde zich zo snel dat de brandweerlieden die zich naar de plaats van de brand haastten geschrokken waren. Remi Fromont, de hoofdarchitect van de Franse Historische Monumenten, zei: "De brand kon niet beginnen vanaf de plaats waar hij begon. Er is écht een aanjager nodig om zo'n verwoestende vuurzee te ontketenen."
Er zal een lang, moeilijk en complex onderzoek worden uitgevoerd.
Brandstichting kan niet worden uitgesloten. Amper een uur nadat de vlammen boven de Notre Dame begonnen uit te slaan - dus op een moment dat niemand een verklaring had - haastte de Franse overheid zich om te zeggen dat de brand een "ongeluk" was en dat "brandstichting uitgesloten is". De opmerkingen klonken zoals alle officiële verklaringen van de Franse regering na de aanslagen van de afgelopen tien jaar in Frankrijk.
In november 2015, in de nacht van de slachting in het Bataclan Theater in Parijs, waarbij jihadisten 90 mensen vermoordden, zei het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken dat de regering niets wist, behalve dat er een vuurgevecht was geweest. De waarheid kwam pas aan het licht nadat ISIS de verantwoordelijkheid voor de slachting had opgeëist.
In Nice, na de vrachtwagenaanval in juli 2016, hield de Franse regering enkele dagen vol dat de terrorist die 86 mensen doodde, een "man met een zenuwinzinking" was.
In 2018 werd Sarah Halimi's moordenaar, die verzen uit de Koran voorlas terwijl hij zijn slachtoffer martelde, "geestelijk gestoord" verklaard en werd onmiddellijk na zijn arrestatie vastgehouden in een psychiatrische instelling. Hij zal hoogstwaarschijnlijk nooit voor een rechtbank verschijnen. Op 8 april publiceerde Alain Finkielkraut samen met 38 andere intellectuelen een tekst waarin staat dat haar moordenaar niet aan het gerecht mag ontsnappen. De tekst had geen effect.
De brand in de Notre Dame vond plaats minder dan drie jaar nadat een (nadien gearresteerde) "commando-eenheid" van jihadvrouwen, probeerde om de kathedraal te vernietigen door cilinders met aardgas te laten ontploffen. Drie dagen voor de brand van vorige week, op 12 april, werd de leider van deze jihadvrouwen , Ines Madani, een jonge Franse die zich bekeerde tot de islam, veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf voor het oprichten van een terroristische groepering die banden had met de Islamitische Staat.
De brand in de Notre Dame vond ook plaats op een moment van toenemende aanvallen op kerken in Frankrijk en Europa. Alleen al in 2018 werden in Frankrijk meer dan 800 kerken aangevallen. Vele liepen ernstige schade op: gebroken en onthoofde beelden, kapotte tabernakels, uitwerpselen werden op de muren gesmeerd. Brand werd gesticht in verscheidene kerken. Op 5 maart werden in de Kathedrale basiliek van Saint-Denis, waar op drie na alle Franse koningen begraven liggen, vernielingen aangericht door een Pakistaanse vluchteling. Enkele glas-in-loodramen werden gebroken en het orgel van de basiliek, een nationale schat, gebouwd tussen 1834 en 1841, werd bijna geruïneerd. Twaalf dagen later, op 17 maart, brak er een verwoestende brand uit in Saint Sulpice, de grootste kerk van Parijs. Na dagen van oorverdovend stilzwijgen gaf de politie eindelijk toe dat brandstichting de oorzaak was.
Maandenlang hebben jihadistische organisaties verklaringen afgelegd waarin werd opgeroepen tot de vernietiging van kerken en christelijke monumenten in Europa. De Notre Dame werd herhaaldelijk genoemd als primair doelwit. Desondanks werd de kathedraal niet voldoende beschermd. Een paar jonge mannen, die 's nachts de kathedraal binnenkwamen, klommen afgelopen november op het dak en maakten een video die ze vervolgens op YouTube postten.
Veel berichten op sociale media - Twitter, Facebook, de website van Al Jazeera - werden gepost door mensen met moslimnamen die hun vreugde uitten over de vernietiging van een belangrijk christelijk symbool. Hafsa Askar, een migrant uit Marokko en de vicepresident van de belangrijkste studentenorganisatie in Frankrijk "Union Nationale des Étudiants de Franc" (UNEF), tweette: "Laat ze janken over stukjes hout ... het is een waanidee van blank uitschot".
De Franse president Emmanuel Macron, die de aanvallen op de St. Denis of de St. Sulpice nooit had benoemd, snelde naar de Notre Dame om te verklaren: "De Notre Dame is onze geschiedenis, onze literatuur en onze verbeelding". Hij liet de religieuze dimensie van de kathedraal volledig buiten beschouwing.
De volgende avond deed hij de gedurfde uitspraak dat de Notre Dame binnen vijf jaar zal worden herbouwd. Veel commentatoren interpreteerden dit als een poging om het vertrouwen van het Franse volk terug te winnen na vijf maanden van demonstraties, rellen en vernielingen, die het gevolg zijn van zijn ondoeltreffende aanpak van de opstand van de "Gele Hesjes". (Op 16 maart werd een groot deel van de Champs-Élysées beschadigd door relschoppers; het herstel is nog maar net begonnen.) Alle deskundigen zijn het erover eens dat het vrijwel zeker veel langer dan vijf jaar zal duren om de Notre Dame weer op te bouwen.
Macron voegde er vreemd genoeg aan toe dat de kathedraal "mooier" zou zijn dan voorheen - alsof een zwaar beschadigd monument na de restauratie mooier zou kunnen zijn. Macron zei verder dat de reconstructie een "hedendaags architectonisch gebaar" zou zijn. Deze opmerking wekte bezorgdheid, zo niet paniek, bij de verdedigers van historische monumenten, die nu vrezen dat hij moderne architectonische elementen aan een juweel van de gotische architectuur wil toevoegen. Ook hier liet hij de religieuze dimensie van de kathedraal volledig buiten beschouwing.
Macrons houding is niet verrassend. Vanaf het moment dat hij president werd, hield hij zich afzijdig van elke christelijke ceremonie. De meeste presidenten die hem voorgingen, deden hetzelfde. Frankrijk is een land waar een dogmatisch secularisme heerst. Een politieke leider die zichzelf een christen durft te noemen, wordt in de media onmiddellijk bekritiseerd en kan daardoor alleen maar zijn politieke carrière beschadigen. Nathalie Loiseau - de voormalige directeur van de Franse Hogeschool voor Openbaar Bestuur (ENA) en de belangrijkste kandidaat op de kieslijst van Macrons partij, "Republiek in Beweging", werd onlangs, voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2019, gefotografeerd bij het verlaten van een kerk na de mis, wat leidde tot een debat in de media over de vraag of haar aanwezigheid in de kerk een "probleem" is.
De resultaten van het Franse secularisme zijn overal zichtbaar. Het christendom is bijna volledig uit het openbare leven weggevaagd. Kerken zijn leeg. Het aantal priesters neemt af en de priesters die in Frankrijk actief zijn, zijn ofwel heel oud, of zijn uit Afrika of Latijns-Amerika afkomstig. De dominante religie in het Frankrijk van nu is de islam. Elk jaar worden kerken gesloopt om plaats te maken voor parkeerplaatsen of winkelcentra. Overal worden moskeeën gebouwd, en ze zitten vol. Radicale imams werven bekeerlingen. De moord, drie jaar geleden, op Jacques Hamel, een 85-jarige priester die door twee islamisten werd afgeslacht toen hij de mis opdroeg in een kerk waarin slechts vijf mensen (drie van hen oude nonnen) aanwezig waren, is veelzeggend.
In 1905 nam het Franse parlement een wet aan waarin werd bepaald dat alle bezittingen van de katholieke kerk in Frankrijk in beslag werden genomen. Kerken en kathedralen werden eigendom van de staat. Sindsdien hebben de opeenvolgende regeringen weinig geld uitgegeven om ze te onderhouden. De kerken die niet vernield zijn, zijn in slechte staat en de meeste kathedralen zijn ook in slechte staat. Zelfs vóór de verwoestende brand verklaarde het aartsbisdom Parijs dat "het zich niet alle reparaties kon veroorloven die Notre Dame nodig had", "die geschat zijn op €165 miljoen". CBS News rapporteerde op 20 maart 2018:
"De Franse regering, die eigenaar is van de kathedraal, heeft ongeveer €45 miljoen toegezegd voor het komende decennium, waardoor er een rekening van €120 miljoen overblijft. Om de rest op te halen, hielp Picaud bij de lancering van de Stichting Vrienden van de Notre-Dame van Parijs. Deze zoekt particuliere donateurs, zowel in Frankrijk als aan de andere kant van de Atlantische Oceaan."
"We weten dat Amerikanen rijk zijn, dus we gaan waar we denken dat we geld kunnen vinden om de kathedraal te helpen herstellen", aldus Picaud."
Op de avond van de brand in de Notre Dame verzamelden honderden Fransen zich voor de brandende kathedraal om psalmen te zingen en te bidden. Ze leken plotseling te begrijpen dat ze iets enorm kostbaars aan het verliezen waren.
Na de brand besloot de Franse regering te beginnen met het inzamelen van donaties van particulieren, bedrijven en organisaties voor de wederopbouw; er is meer dan een miljard euro gestort. De Franse miljardairs beloofden grote bedragen te betalen: de familie Pinault (de belangrijkste eigenaars van het detailhandelsconcern Kering) zegde 100 miljoen euro toe, de familie Arnault (eigenaars van LVMH, 's werelds grootste luxegoederenbedrijf) 200 miljoen euro, de familie Bettencourt (eigenaars van L'Oréal) eveneens 200 miljoen euro. Velen aan de Franse "linkerzijde" zeiden meteen dat rijke families te veel geld hadden en dat deze miljoenen beter zouden kunnen worden gebruikt om de armen te helpen dan om oude stenen te restaureren.
Voor de nabije toekomst zal het hart van Parijs de verschrikkelijke littekens dragen van een brand die veel meer verwoestte dan een kathedraal. De brand verwoestte een essentieel deel van wat er nog over is van de bijna verloren ziel van Frankrijk, en van wat Frankrijk kon bereiken toen de Fransen nog geloofden in iets dat hoger was dan hun eigen dagelijkse bestaan.
Sommigen hopen dat de aanblik van de verwoeste kathedraal veel Fransen zal inspireren om het voorbeeld te volgen van hen die in de nacht van de ramp hebben gebeden. Michel Aupetit, aartsbisschop van Parijs, zei op 17 april, twee dagen na de brand, dat hij er zeker van was dat Frankrijk een "geestelijk ontwaken" zou kennen.
Anderen, die niet zo optimistisch zijn, zien in de as van de kathedraal een symbool van de vernietiging van het christendom in Frankrijk. De kunsthistoricus Jean Clair stelde dat hij in de vernietiging van de Notre Dame een bijkomend teken ziet van een "onomkeerbare decadentie" in Frankrijk, en van de uiteindelijke ineenstorting van de joods-christelijke basis van Europa.
Een Amerikaanse columnist, Dennis Prager, schreef:
"De symboliek van de brandende Notre Dame kathedraal, het bekendste gebouw van de westerse beschaving, hét iconische symbool van het westerse christendom, is overduidelijk."
"Het is alsof God zelf ons op een meest onmiskenbare wijze wil waarschuwen dat het Westerse christendom in brand staat - en daarmee ook de Westerse beschaving."
Een andere Amerikaanse schrijver, Rod Dreher, merkte op:
"Deze huidige catastrofe in Parijs is een teken voor ons allen, christenen, en een teken voor alle mensen in het Westen, in het bijzonder voor hen die de beschaving verachten die deze grote tempel voor haar God heeft gebouwd op een eiland in de Seine, waar religieuze rituelen worden gevierd sinds de dagen van het heidense Rome. Het is een teken van wat we verliezen en nooit terugkrijgen als we nu niet van koers veranderen."
Voorlopig wijst niets erop dat Frankrijk en West-Europa van koers zullen veranderen.
Dr. Guy Millière, professor aan de Universiteit van Parijs, is de auteur van 27 boeken over Frankrijk en Europa.