Tijdens een bezoek aan Washington in april 2018 leek het belangrijkste doel van Macron te zijn om Trump te overtuigen van gedachten te veranderen. Hij probeerde hem te verleiden en knuffelde Trump onophoudelijk. Waarna hij in een toespraak voor het Congres arrogant aankondigde: "Frankrijk zal de Iraanse nucleaire overeenkomst niet verlaten, omdat we deze hebben ondertekend. Uw president en uw land zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen." (Foto door Alex Wong/Getty Images) |
Op 25 augustus zijn de leiders van de Groep van Zeven (G7) in Biarritz, Frankrijk, bijeengekomen om de wereldproblemen te bespreken. De situatie in het Midden-Oosten stond niet op de agenda. De Franse president Emmanuel Macron, de organisator van de top dit jaar, wilde het erin persen.
Hij had besloten de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Mohammad Javad Zarif, uit te nodigen voor de top. Macron waarschuwde zijn gasten pas op het laatste moment voor de aanwezigheid van Zarif. Zijn doel, zo lijkt het, was het tot stand brengen van een ontmoeting tussen de Iraanse minister en de Amerikaanse president Donald J. Trump. President Trump weigerde. Zarif had een informeel gesprek met Macron en enkele Franse ministers en vloog vervolgens terug naar Teheran. Maar Macron gaf niet op. Tijdens een persconferentie de volgende dag vroeg hij president Trump publiekelijk om zo snel mogelijk de Iraanse leiders te ontmoeten.
Trump gaf bij het beantwoorden van de vraag van een journalist over de mogelijkheid van zo'n ontmoeting, beleefd antwoord dat zo'n ontmoeting mogelijk was, maar alleen "als de omstandigheden juist waren". Het Iraanse regime antwoordde dat de Verenigde Staten eerst alle sancties zouden moeten opheffen. De Trump-regering heeft niet eens de moeite genomen om te antwoorden.
Macron nodigde vervolgens een Iraanse delegatie onder leiding van de plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken van Iran, Abbas Araghchi, uit in Parijs "om te proberen een gemeenschappelijk standpunt te bepalen voor Frankrijk en Iran". Op 3 september, de dag na het vertrek van deze delegatie, stelde Frankrijk naar verluidt voor om Iran voor 15 miljard dollar leningen aan te bieden. In antwoord daarop stelde Brian Hook, de speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Staten voor Iran op 4 september: "We kunnen niet duidelijker zijn dat we ons inzetten voor deze campagne van maximale druk en we zijn niet van plan om uitzonderingen of ontheffingen toe te staan." Deze verklaring betekende dat het Franse voorstel door de Verenigde Staten werd verworpen.
Dezelfde dag kondigde de Iraanse president Hassan Rouhani aan dat Iran zijn uraniumverrijking zou versnellen. Hij noemde de openingszet van Macron niet.
Deze aankondiging heeft Macron blijkbaar niet ontmoedigd.
De Iraanse nucleaire deal, bekend als het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA), die op 14 juli 2015 werd gesloten tussen Iran en China, Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Duitsland, nooit door Iran ondertekend - stond de Islamitische Republiek toe om 150 miljard dollar op te nemen, die op buitenlandse banken waren bevroren. De Franse leiders, die duidelijk een economische kans herkenden, nodigden Rouhani uit om naar Parijs te komen.
Toen Macrons voorganger, president François Hollande, Rouhani in januari 2016 verwelkomde, kondigde hij uitgebreid aan dat oude geschillen moesten worden weggewoven en dat het tijd was om een "nieuw hoofdstuk in de betrekkingen tussen de twee landen" te openen. Er werden overeenkomsten ondertekend: Rouhani zei dat Iran "het terrorisme bestrijdt" en Hollande boog zijn hoofd deemoedig.
Een van de redenen waarom de Franse regering de verkiezing van Donald Trump als slecht nieuws zag, is dat Trump in 2015 al aangaf dat hij de Iraanse nucleaire overeenkomst als een slechte overeenkomst beschouwde waaruit hij zich wilde terugtrekken.
Toen Trump later tot president werd gekozen, leek het erop dat het redden van de overeenkomst Macrons hoogste prioriteit werd.
Tijdens een bezoek aan Washington in april 2018 leek het belangrijkste doel van Macron te zijn om Trump te overtuigen van gedachten te veranderen. Hij probeerde hem te verleiden en knuffelde Trump onophoudelijk. Waarna hij in een toespraak voor het Congres arrogant aankondigde:
"Frankrijk zal de Iraanse nucleaire overeenkomst niet verlaten, omdat we deze hebben ondertekend. Uw president en uw land zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen."
Nadat Trump op 8 mei 2018 aankondigde dat de VS de nucleaire overeenkomst zou verlaten, raakte Macron blijkbaar in paniek en vroeg om een spoedvergadering van de Europese leiders. De Europese Unie vroeg aan Franse en Europese bedrijven om Trump te trotseren, maar uiteindelijk, uit angst voor Amerikaanse sancties, stopte een aantal Europese bedrijven met zakendoen in Iran.
Frankrijk en Duitsland hebben vervolgens geprobeerd een mechanisme op te zetten om bedrijven te helpen de Amerikaanse beslissing te omzeilen en zaken te blijven doen met Iran. Een systeem om de Amerikaanse sancties tegen Iran te omzeilen, Instex (Instrument in Support of Trade Exchanges), werd begin 2019 formeel ingevoerd, maar is nog steeds niet operationeel. Geen enkele grote Europese beleidsmaker lijkt het risico te willen nemen om het instrument te gebruiken en een probleem te krijgen met de Verenigde Staten.
Op 8 september, enkele dagen na de verklaring van Rouhani over het versnellen van de uraniumverrijking in Iran, vatte de Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean Yves Le Drian het Franse standpunt samen. Hij zei dat Iran "slechte beslissingen neemt", maar dat Frankrijk zal proberen te helpen "de dialoog gaande te houden". Hij voegde er ten onrechte maar onverstoorbaar aan toe dat Iran de nucleaire overeenkomst nauwgezet had gerespecteerd tot het moment dat de Verenigde Staten "op de overeenkomst gingen zitten". Hij voegde er verder verbijsterend aan toe dat Iran "beroofd was van de voordelen" die het van de overeenkomst kon verwachten - verwijzend, zo lijkt het, naar de mogelijkheid om spoedig deel te nemen aan de legitieme onbeperkte ontwikkeling van kernwapens - en hoe het nu noodzakelijk was "om het risico van regionale destabilisatie te vermijden". Hij specificeerde niet welke regio's dat waren. Hij ging mee met de kritiek dat "Amerika niet-Amerikaanse bedrijven verhindert om vrijelijk hun beslissingen te nemen".
Macron en de Franse regering weten maar al te goed dat de nucleaire deal niet goed was, en dat ze het Iraanse regime niet verhinderde om haar oorlogszuchtige activiteiten voort te zetten. Macron en de Franse regering weten ook dat Iran de overeenkomst herhaaldelijk heeft geschonden. Ze weten ook dat de Israëlische Mossad-inlichtingendiensten in Teheran duizenden vernietigende documenten in beslag hebben genomen. Deze informatie werd op 30 april 2018 door de Israëlische premier Benjamin Netanyahu openbaar gemaakt. Franse functionarissen bleven echter doorpraten alsof ze niets wisten. Ze logen.
Helaas beweren ze nog steeds dat president Trump zich willekeurig heeft teruggetrokken uit de niet-ondertekende overeenkomst en ze doen alsof ze niet weten wat Trump zei toen hij zijn beslissing aankondigde, namelijk:
"Het Iraanse regime is de belangrijkste staatssponsor van terreur. Het exporteert gevaarlijke raketten, voedt conflicten in het Midden-Oosten en steunt terroristen, bondgenoten en milities zoals Hezbollah, Hamas, de Taliban en Al Qaeda."
"In de loop der jaren hebben Iran en zijn bondgenoten bomaanslagen op Amerikaanse ambassades en militaire installaties gepleegd, honderden Amerikaanse dienstplichtigen vermoord en Amerikaanse burgers ontvoerd, gevangengezet en gemarteld. Het Iraanse regime heeft zijn lange heerschappij van chaos en terreur gefinancierd door de rijkdommen van zijn eigen volk te plunderen."
"De overeenkomst stond Iran toe om door te gaan met het verrijken van uranium en na verloop van tijd de grens van een nucleaire doorbraak te bereiken. De overeenkomst hief verlammende economische sancties tegen Iran op, in ruil voor zeer zwakke limieten voor de nucleaire activiteit van het regime en geen enkele beperking op het andere kwaadaardige gedrag..."
Franse ambtenaren beweerden ook ten onrechte dat Iran niet "geprofiteerd" had van de overeenkomst. Iran echter gebruikte, in plaats van te investeren met buitenlandse bedrijven, eenvoudigweg het grootste deel van de 150 miljard dollar aan niet-bevroren fondsen en kredieten om islamitische terroristische organisaties te voorzien van miljarden euro's om dood en verderf te zaaien in het hele Midden-Oosten, om bezittingen van de VS en het Verenigd Koninkrijk aan te vallen, en om de helft van de Saoedi-Arabische olieproductie uit te schakelen - wat 5% van de dagelijkse wereldwijde olievoorziening vertegenwoordigt.
Franse ambtenaren spreken van "regionale destabilisatie" alsof ze inzien dat Iran Syrië, Libanon, Jemen en de Gazastrook al diepgaand heeft gedestabiliseerd.
Franse ambtenaren claimen ook ten onrechte de noodzaak om de vrije handel en het vrije ondernemerschap te verdedigen - een excuus dat een transparante uitvlucht is om een crimineel regime te helpen.
Ze hebben het ook nooit over de ontelbare schendingen van de mensenrechten door het regime en de wanhoop en ellende van het Iraanse volk. Evenmin spreken ze over de harde antisemitische retoriek die door de meeste leiders van het regime wordt verspreid en de onophoudelijke oproepen tot een genocidale vernietiging van Israël door de Iraanse leider, Ayatollah Ali Khamenei.
De Franse functionarissen handelen en spreken alsof het Iraanse regime volledig eervol is en alsof ze het voor de hand liggende punt niet inzien: dat het Iraanse regime verwoesting beoogt. De nucleaire deal leidde het regime niet af van het doel om kernwapens te ontwikkelen. De overeenkomst heeft het regime juist in die richting gestuurd. De Amerikaanse strategie om maximale druk uit te oefenen door middel van economische sancties lijkt de enige niet-militaire manier te zijn om dit regime onder druk te zetten om van koers te veranderen.
Gezien Frankrijks geschiedenis van sussen van vijandige regimes, is de houding van Frankrijk ten opzichte van het Iraanse regime niet echt verrassend.
In de afgelopen decennia heeft Frankrijk meerdere malen geprobeerd om prioriteit te geven aan zijn eigen onmiddellijke financiële belangen, ook al heeft het land daarmee het gevaar voor anderen en uiteindelijk ook voor zichzelf vergroot. In 2001-2002, toen Frankrijk olieovereenkomsten met Irak ondertekende, bleek uit documenten dat het Franse verzet tegen de omverwerping van Saddam Hoessein in wezen gebaseerd was op de wens om de olieovereenkomsten te redden. Drie decennia eerder, op 18 november 1975, nadat Frankrijk een nucleair samenwerkingsakkoord met Irak had ondertekend, noemde de Iraakse dictator Saddam Hoessein het akkoord "de eerste concrete stap naar de productie van het Arabische atoomwapen". Als Israël op 7 juni 1981 de kernreactor in Osirak niet had vernietigd, dan had Irak vrijwel zeker kernwapens kunnen ontwikkelen. De huidige poging van Frankrijk om, ondanks de kwaadaardige activiteiten van het Iraanse regime, zijn financiële belangen op de eerste plaats te stellen, betekent gewoon meer van hetzelfde.
De Franse leiders hebben de Verenigde Staten vaak bekritiseerd - of zelfs geprobeerd te dwarsbomen - terwijl zij geconfronteerd werden met vijanden. Op 1 september 1966 hield generaal Charles de Gaulle een toespraak in Phnom Penh, Cambodja, waarin hij scherpe kritiek leverde op het "Amerikaanse imperialisme" in Vietnam. Toen de Amerikaanse president Ronald Reagan de Sovjet-Unie beschreef als een "het rijk van het kwaad", uitte het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken "bedenkingen" over de "riskante agressieve houding" van Amerika. Toen de Amerikaanse president George Walker Bush Noord-Korea, Irak en Iran aanwees als de "as van het kwaad", sprak de Franse president Jacques Chirac over zijn "angst".
De Franse leiders hebben bovendien zelden rekening gehouden met het lot van de bevolking in landen waarmee mogelijk lucratieve betrekkingen kunnen worden aangeknoopt. Zij hebben nooit aandacht besteed aan de antisemitische toespraken en de oproepen tot de vernietiging van Israël, zoals door de leiders van de moslimwereld. Zij hebben in het algemeen de oorlogsverklaringen van de vijanden van Israël over het hoofd gezien. In 1967, kort voor het uitbreken van de Zesdaagse Oorlog, besloot generaal de Gaulle een wapenembargo tegen Israël in te stellen. In 1973, tijdens de Jom Kippoer Oorlog, toen Egypte en Syrië Israël aanvielen, zei de Franse minister van Buitenlandse Zaken Michel Jobert dat de "Arabieren naar huis wilden terugkeren" en voegde eraan toe dat het "niet noodzakelijk een agressie was". De onverschilligheid van Franse leiders ten opzichte van Irans dreigementen aan het adres van Israël is in lijn met de gevestigde Franse politieke tradities.
Frankrijk is niet het enige Europese land dat zich zo gedraagt tegenover het Iraanse regime. Toen Angela Merkel zich realiseerde dat Macron er niet in geslaagd was om Trump te overtuigen om in de nucleaire deal te blijven, ging ze naar Washington en probeerde ze de president te beïnvloeden. Tot op de dag van vandaag blijft Duitsland de standpunten van Frankrijk over Iran steunen. Instex komt voort uit de samenwerking tussen Frankrijk en Duitsland. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas ging zelfs naar Teheran om de Iraanse regering uit te leggen hoe het handelsinstrument zou werken.
Ook de Europese Unie steunt het standpunt van Frankrijk.
Macron, kortom, heeft net zoveel of meer dan enig ander Europees land gedaan om het Iraanse regime te bevoordelen - meer dan Duitsland, en zelfs meer dan de Europese Unie zelf.
Hij had ervoor kunnen kiezen om te handelen als een betrouwbare bondgenoot van de Verenigde Staten, maar hij maakte een andere keuze.
In een toespraak op 31 oktober 2017 voor de Raad van Europa in Straatsburg zei Macron dat "het laten prevaleren van de mensenrechten een strijd is, zelfs voor landen als Frankrijk". Het is soms moeilijk in te zien hoe Macron probeert om 'mensenrechten' te laten zegevieren.
Politiek analist Daniel Krygier schreef onlangs dat "President Trump niets aanbiedt zonder een tegenprestatie te verwachten". Zelfs als Trump zou besluiten om Rouhani te ontmoeten, en zelfs als het een nutteloze bijeenkomst zou zijn, dan nog zou Trump vanuit een machtspositie zaken aan de kaak stellen, en naar men hoopt zonder iets te hebben toegegeven.
Op 14 september, slechts een paar dagen nadat de voormalige Nationale Veiligheidsadviseur John R. Bolton netjes uit de regering was verdwenen, heeft Iran grote schade toegebracht aan een enorme olieraffinaderij in Saoedi-Arabië, waardoor de helft van de Saoedi-Arabische olieproductie en 5% van de dagelijkse oliebevoorrading in de wereld werd verstoord. Alhoewel de door Iran gesteunde Houthi-opstandelingen, die momenteel een oorlog voeren met Saoedische troepen in Jemen, de verantwoordelijkheid opeiste, geeft de VS Iran de schuld.
Staatssecretaris Mike Pompeo tweette dat "er geen bewijs is dat de aanval uit Jemen kwam" en voegde hieraan toe:
"Teheran zit achter bijna 100 aanvallen op Saoedi-Arabië, terwijl Rouhani en Zarif doen alsof ze diplomatie bedrijven. Temidden van alle oproepen tot de-escalatie heeft Iran nu een ongekende aanval op de energievoorziening van de wereld gelanceerd...
"Wij roepen alle landen op om de aanvallen van Iran publiekelijk en ondubbelzinnig te veroordelen. De Verenigde Staten zullen met onze partners en bondgenoten samenwerken om ervoor te zorgen dat de energiemarkten goed bevoorraad blijven en dat Iran verantwoordelijk wordt gehouden voor zijn agressie".
Trump zou niettemin Rouhani in New York kunnen ontmoeten.
De Franse regering heeft een verklaring uitgegeven waarin staat dat de aanval op de Saoedische olieraffinaderij "de spanningen en de risico's van conflicten in de regio kan verergeren". Iran werd niet eens genoemd.
De Franse Minister van Buitenlandse Zaken Jean-Yves Le Drian stelde:
"Tot nu toe heeft Frankrijk geen bewijs dat deze drones van deze of gene afkomstig zijn, en ik weet niet of iemand bewijs heeft... We hebben een de-escalatie strategie voor het gebied nodig, en elke stap die deze de-escalatie tegenwerkt, zou een slechte stap zijn voor de situatie in de regio."
"De aanval," zo voegde een Franse diplomatieke bron eraan toe, "helpt niet met wat we proberen te bewerkstelligen."
Dr. Guy Millière, professor aan de Universiteit van Parijs, is de auteur van 27 boeken over Frankrijk en Europa.