Ik kan me het aantal keren dat ik joodse Israeli's de zinnen "Ik schaam me" en "Het spijt me" hoorden zeggen, in reactie op de vreselijke misdaad waarbij de Palestijnse baby Ali Dawabsha omkwam, niet meer herinneren.
De sterke reactie die uitging van het Israëlische publiek en diens leiders is, in alle eerlijkheid, een beetje geruststellend. De ondubbelzinnige Israëlische veroordeling van deze misdaad heeft mijzelf en andere Palestijnen daarbij niet alleen beschaamd, maar ook in verlegenheid gebracht — dit is namelijk niet hoe wij Palestijnen reageren op terreuraanvallen tegen joden — zelfs al betreft het de verwerpelijke moord op joodse kinderen.
Onze reactie, heeft in feite niets dan gevoelens van schande en eerverlies bewerkstelligd. Terwijl de Israëlische premier, president en andere vertegenwoordigers zich haasten de moord op Dawabsha te veroordelen, veroordelen onze leiders aanvallen tegen joden maar slechts zeer zelden. En als ze dan een aanval veroordelen, is de bewoording vaak vaag en dubbelzinnig.
De ontvoering en moord van drie Israëlische tieners van vorig jaar op de Westbank bijvoorbeeld. Het duurde niet alleen vier dagen voordat President Abbas een verklaring uit liet gaan waarin hij de terroristische aanval veroordeelde, de verklaring zelf was op z'n best omslachtig: "Het Palestijnse presidentschap... veroordeelt de gebeurtenissen van vorige week, beginnend met de ontvoering van drie Israëlische jongeren." Abbas vervolgde echter met het veroordelen van Israel's arrestatie van meerdere Hamas-leden in de nasleep van de ontvoering en moord.
Later, in 2014, toen Abbas wel een Palestijnse terroristische aanval veroordeelde, waarbij vijf joden in een synagoge omkwamen, legde de Fatah-vertegenwoordiger Najat Abu Baker een paar dagen later uit dat zijn veroordeling "binnen een diplomatische context gezien moest worden... hij wordt door de wereld gedwongen op deze manier te praten."
Abbas' veroordeling van de aanval kwam blijkbaar alleen tot stand onder druk van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry, die Abbas twee keer opgebeld zou hebben met de eis dat hij zich uitsprak tegen de moorden. Zijn veroordeling luidde dat hij "het doden van gelovigen in een synagoge, en alle geweldige handelingen, ongeacht hun bron," veroordeelde. Vervolgens verklaarde hij ook dat er een eind moest komen aan de "wandaden en provocaties van de bezetters aan het adres van de koepelmoskee."
Abbas' ambigue, halfhartige veroordelingen van Palestijnse aanvallen tegen Israeli's zijn louter bestemd voor publieke consumptie en gericht op het tevreden houden van Westerse donoren, zodat deze geld door blijven sluizen naar de PA. Daarbij probeert hij in zijn veroordelingen vaak Israel de schuld te geven voor Palestijnse terroristische aanvallen — waarschijnlijk in een poging de Palestijnse terreurdaden goed te praten.
In tegenstelling tot Abbas, is de Israëlische veroordeling van de dood van een Palestijnse baby sterk en ondubbelzinnig. Hier is wat Netanyahu zei tijdens zijn bezoek aan de ouders en broer van de baby, die behandeld werden in Israëlische ziekenhuizen: "Als je naast het bed van een klein kind staat, en zijn kleine broertje is op zo'n vreselijke wijze vermoord, dan zijn we geschokt, woedend. Wij veroordelen dit. Er is zero tolerance voor terrorisme, waar het ook vandaan komt, ongeacht welke partij het pleegt."
Netanyahu's sterke en heldere veroordeling deed mijzelf en andere Palestijnen ons afvragen, wanneer wij zulke heldere verklaringen van onze leiders gehoord hebben. Ik kan me niet herinneren dat Abbas, of welke andere Palestijnse leider dan ook, zoveel schok en woede over het doden van een jood tijdens een Palestijnse aanval liet blijken. Noch de laatste keer dat een Palestijnse vertegenwoordiger de familie van een joods slachtoffer bezocht.
De Israëlische veroordeling van de moord is een oprechte weerspiegeling van wat de overgrote meerderheid van het Israëlische publiek denkt. Palestijnse officiële veroordelingen daarentegen, weerspiegelen het sentiment onder het Palestijnse volk geenszins. Elke keer als Abbas een aanval zelfs maar halfhartig veroordeelt krijgt hij golven van kritiek van Palestijnen.
In tegenstelling tot het Israëlische publiek, haast het Palestijnse publiek zich juist vaak om aanvallen tegen joden goed te keuren en te verwelkomen. Deze situatie deed zich een paar weken geleden voor, toen een Israëlische man dood werd geschoten nabij Ramallah. Meerdere Palestijnse facties applaudisseerden voor de moord, en noemden het "een natuurlijke reactie op Israëlische misdaden."
Dit is een gigantisch verschil tussen de manier waarop Israeli's en Palestijnen op terrorisme reageren. De moord op Dawabsha veroorzaakte dat duizenden Israeli's anti-geweldsprotesten gingen houden, om de misdaad te veroordelen. Maar heeft iemand ooit gehoord van protesten aan de Palestijnse zijde tegen de moord op joden? Is er ooit een Palestijnse activist geweest die het aandurfde om in een Palestijnse stad een betoging te houden tegen zelfmoordaanslagen of het uitmoorden van een gehele joodse familie?
Terwijl Israeli's bijeenkomsten houden om aanvallen op onze mensen te veroordelen, vieren wij het vermoorden van joden. Hoevaak zijn wij de straat opgegaan om snoepjes uit te delen in vreugde over de moord op joden? Zulke misselijkmakende situaties, waarbij mannen en vrouwen de moord op joden vieren op de straten van de Westbank en Gaza, worden nooit veroordeeld door onze leider. Dit alles is hoogst gebruikelijk wanneer een Palestijnse terrorist aanvallen op joden uitvoert.
Deze beelden staan in scherp contract met de publieke verklaringen in Israel, als reactie op terroristische aanvallen tegen Palestijnen. Onze leiders zouden moeten leren van de Israel's President, Reuven Rivlin, die zei dat hij zich "beschaamd" en "in pijn" voelde door de moord op de Palestijnse baby. Wanneer was de laatste keer dat een Palestijnse leider zulke retoriek gebruikte na de moord op joden? De laconieke verklaringen van Abbas' ambt in reactie op anti-joodse terreur, spreken nooit van schaamte of pijn.
De Israelische president Reuven Rivlin bezoekt de vier jaar oude Ahmed Dawabsha in het ziekenhuis op 31 juli. Dawabsha liep ernstige brandwonden op toen zijn huis in Duma tijdens een aanval in brand werd gezet, waarbij zijn kleine broertje omkwam en zijn ouders gewond raakten. (Bron afbeelding: Mark Neyman / Israelische overheids-persdienst. |
Wij, de Palestijnen, hebben gefaald in het onderwijzen van onze mensen in de principes van tolerantie en vrede. In plaats hiervan gedogen, en applaudisseren we voor terrorisme, zeker wanneer dit tegen joden is gericht. We willen dat de wereld terrorisme alleen veroordeelt als het Palestijnse levens kost.
De Israëlische president heeft goede redenen zich te schamen voor de moord van een baby. Maar wanneer zullen de Palestijnen ooit een gevoel van schaamte ontwikkelen om de manier waarop zij op de moord op joden reageren? We hebben nog een hoop te leren van het Israëlische publiek.