Het Westen lijkt niet de intensiteit goed in te schatten van de betrokkenheid van Iran met de sjiitische neven in Syrië. Het Westen lijkt ook niet de diepte te begrijpen van de geestelijke banden van Iran betreffende haar eeuwenoude rol als de kampioen van de sjiitische islam.
Veel westerse journalistieke commentaren berichten over de betrokkenheid van Iran met het Assad-regime in Damascus. Onderbelicht blijft het diepe gevoel van gedeelde religieuze identiteit tussen het sjiitische Iran en de sjiitische Alawi-minderheid van Syrië. De vastberadenheid van Iran om de Alawi-suprematie te handhaven in Syrië, overstijgt alle persoonlijke verbondenheid met het Assad-regering.
In het licht van de executie deze maand van een vooraanstaand sjiitisch prediker, Nimr al-Nimr, door Saoedi-Arabië en de daaruit voortvloeiende verhoogde spanning tussen Teheran en Riyad, kan het de beleidsmakers helpen om te begrijpen dat de religieuze kloof tussen de sjiitische en soennitische moslims zeer verstokt is, en een onoverbrugbare kloof, net als die tussen ISIS en de Verenigde Staten.
Irans sjiitische ayatollahs verklaarden dat de Syrische Alawieten echte sjiieten zijn [1], een vraag na een eeuwenlang geschil is afgerond. Het Iraanse sjiitische establishment had de Syrische Alawi-richting ondervraagd over hun neiging om Jezus, Mohammed en Ali te vereren, als enigszins een afspiegeling van het christelijke theologische begrip van de Heilige Drie-eenheid. Bovendien voelden sommige Iraanse mullahs zich niet comfortabel met de Alawi-praktijk om Kerstmis te vieren. Iran voelde zich kennelijk verplicht om de bescherming uit te breiden tot deze sjiitische geloofsgenoten.
Een andere dimensie van de steun van Iran voor het regionale Shi'isme is de nauwe operationele relatie met de in Libanon gevestigde terroristische groep Hezbollah - de politieke arm van de Libanese sjiieten. De banden zijn zo nauw dat Teheran in staat was om duizenden Libanese sjiitische vrijwilligers te mobiliseren om te vechten aan de zijde van het Assad-regime in Syrië. De theologische banden van Iran met de Libanese sjiitische moslims zijn dan ook diep en langdurig.
Irans gevoel van verantwoordelijkheid voor het shi'isme buiten haar grenzen lijkt gekoppeld te zijn aan de historische islamitische strijd om de wereldmacht voor de hegemonie tussen soennitische en sjiitische moslims. De soenni's hebben eeuwenlang de sjiieten gedomineerd en vervolgd, zelfs in landen waar de sjiieten in de meerderheid zijn. Deze eeuw is het de eerste keer dat de sjiieten met succes begonnen zijn om de soennitische suprematie in de regio van de Perzische Golf uit te dagen. De George W. Bush-regering heeft de Iraakse soennieten met president Saddam Hussein verdreven, en vervangen door een in principe sjiitisch leiderschap. En de Obama-regering beloofde nu de vrijgave van maximaal $ 150 miljard euro aan Iran (dat daarvan een groot deel vermoedelijk zal gebruiken om haar terroristische activiteiten wereldwijd te verhogen), wat ook de weg vrijmaakt voor Iran om kernwapens en raketsystemen te assembleren.
Maar misschien konden zelfs de Amerikanen in dit kiesstelsel een sjiitische overheersing niet voorkomen, in een land waar de sjiieten ongeveer een tweederde van de bevolking van Irak uitmaakt. [2] En Iran heeft naast zich ook nog ten minste 75% Shi'iten. [3] Het theologische kader uit de beide landen krijgt haar religieuze opleiding in veel van dezelfde seminaries in Qom, Iran en Najaf in Irak. Een groot deel van Irak wordt nu gecontroleerd door milities die trouw zijn aan Teheran, en niet aan Bagdad. [4]
Iran geeft ook hulp aan de sjiieten in Bahrein, de overgrote meerderheid van de bevolking op het eiland. [5] Iran, dat Bahrein controleerde voordat het eiland werd gekoloniseerd door Groot-Brittannië in de 19e eeuw, was met Londen het verlenen van de onafhankelijkheid voor de Golfstaat overeengekomen in 1971. De overeenkomst diende de Britse imperiale belangen in de regio. Maar Iran heeft zich kennelijk nooit comfortabel gevoeld met die opstelling. De uiteindelijke afscheiding van Bahrein van het Iraanse erfgoed blijft een open wond voor de nationale trots van Iran. De Bahreinse kwestie ligt bijzonder gevoelig nu de Verenigde Staten met zijn 5e vloot daar het hoofdkwartier heeft. De toegang van deze vloot stelt de VS in staat om te waken over de Perzische Golf aan zuidelijke grens van Iran.
Een religieuze reden echter motiveert ook de rol van Teheran in Bahrein. Gedurende meer dan twee eeuwen werd Bahrein beheerst door de al-Khalifa, een soennitische familie, oorspronkelijk uit Qatar, [6] en aanhoudend aan de macht door de regionale en religieuze aartsrivaal van Iran, Saoedi-Arabië. De soennitische regerende familie in Riyad financierde ook de bouw van een 14-mijl lange brug tussen Saoedi-Arabië en Bahrein, waardoor een snelle reactie mogelijk is op eventuele stappen van Teheran om haar dominantie te herstellen op het eiland. In 2011 heeft Riyad militaire eenheden naar Bahrein gezonden om de protesten door sjiieten in het land te onderdrukken, die een vertegenwoordiging eisten die meer in overeenstemming zou zijn met hun meerderheidsstatus op het eiland.
Iran onderhoudt ook uitgebreide banden met de sjiitische minderheid in Saudi-Arabië, haar oostelijke provincie, waar de meeste olievelden van het land liggen. De Nationale Garde van de Saudi's staat geen demonstraties toe tegen het beleid van Riyad. Imams die enig oppositie tegen het Huis van Saud prediken, worden onmiddellijk gevangen genomen. Een imam, Nimr, al-Nimr, werd geëxecuteerd door de Saoedi's deze maand, vermoedelijk als waarschuwing voor de sjiieten in Saoedi-Arabië, om zelfs geen afwijkende gedachten te hebben.
Irans plichtsbesef tegenover de sjiitische gemeenschappen buiten het Arabische Midden-Oosten heeft ook invloed gekregen, met name in Zuid-Azië [7] en West-Afrika [8].
De betrokkenheid van Iran met haar sjiitische belangen lijken stevig gekoppeld te zijn aan het idee van een missie, maar ook voor het voortbestaan van dit revolutionaire regime. De Iraanse theocratie is waarschijnlijk bereid om een hoge prijs te betalen om dit erfgoed te beschermen. Het Westen moet niet verwachten dat Iran de aanwezigheid in Syrië of Irak zal verminderen, onder welke zware militaire druk dan ook.
Als de Obama-regering Iran blijft belonen voor het schenden van het akkoord geen nucleaire wapens te bouwen in het kader van het Non-Proliferatie Verdrag (NPV), en voor het schenden van de overeenkomst om geen nucleair-capabele raketten te bouwen, en voor haar weigering om die waardeloze "Iran Deal te ondertekenen", dan is zijn aanwezigheid klaar om nog onaangenamer te worden en meer en meer op de voorgrond te treden.
Dr. Lawrence A. Franklin was de Iran hoofdverantwoordelijke voor minister Rumsfeld van Defensie. Hij diende ook in actieve dienst in het Amerikaanse leger en als kolonel bij de luchtmacht Reserve, waar hij militair attaché was bij de Amerikaanse ambassade in Israël.
Voetnoten
[1] In 1972 sprak de sjiitische geestelijke ayatollah Hasan Mahdi al-Shirazi een fatwa uit dat sjiieten en Alevitische moslims "synoniem zijn voor twee woorden". Ayatollah Musa al-Sadr, die bij een bezoek aan Libië verdween, herbevestigde al-Shirazi's Fatwa. Zie ook 'De verdwenen imam door Fouad Ajami', 1986. 174 p.
[2] Encyclopedia Britannica (1997) en diverse andere bronnen ondersteunen de geciteerde statistieken. Echter, B.E. claimt dat het percentage onder de sjiitische Iran moslims ongeveer 93% is.
[3] Encyclopedia Britannica. Koeweit 30%, Syrië / 15%, Pakistan 15-20%, Bahrein / 65%.
[4] De Council on Foreign Relations Eerste Achtergrond Document over milities in Irak door Lionel Beehnor en volgende versies, 9 juni 2005.
[5] Encyclopedia Britannica.
[6] Al-Khalifa heeft direct of indirect Bahrein beheerst sinds 1783.
[7] De belangrijkste pro-Iraanse milities / terroristische groep in Pakistaanse mega-stad Karachi is de Tehrik-e-Jafaria.
[8] Iran heeft net een diplomatiek protest ingediend tegen het vermeende recente bloedbad door het Nigeriaanse leger onder de sjiitische moslims.