Tussen 29 maart en 2 april 2016 bracht de Turkse President Recep Tayyip Erdogan een bezoek aan Washington D.C. om deel te nemen aan de 4e nucleaire veiligheidstop die georganiseerd was door de Amerikaanse President Barack Obama.
In een interview met CNN op 31 maart, zei Erdogan: "Wij zullen geen handelingen toestaan, zoals het noordelijke Syrië overgeven aan een terroristische organisatie... Wij zullen nooit een dergelijke fout vergeven. Wij zijn vastbesloten daarover."
Op de vraag naar welke terreurorganisatie hij verwees, zei Erdogan: "De YPG [van Koerdische mensenbeschermingseenheden], de PYD [Democratische Unie partij]... en indien Daesh [ISIS] een soortgelijk voornemen heeft, dan zou het ook nooit worden toegestaan."
Erdogan probeerde daarmee nogmaals een vergelijk te maken tussen de Islamitische Staat (ISIS), die zoveel onschuldige mensen heeft gemarteld, verkracht, verkocht of afgeslacht in Syrië en Irak, met de Koerdische PYD en de YPG militie, waarvan de leden hebben gevochten en hun leven hebben gegeven om de genocidale jihadistische groeperingen zoals al-Nusra en ISIS te verslaan.
De vraag is niet waarom Erdogan of zijn regering een dergelijke intense haat hebben voor de Koerden. Het genocidale beleid van Turkije tegen de Koerden is geen geheim. Turkijes meest recente dodelijke aanvallen zijn zelfs nu nog gaande in de Koerdische districten. Een belangrijkere vraag is waarom Erdogan denkt dat het aan Turkije is om te beslissen tot wie dit overwegend Koerdische noorden van Syrië zal toebehoren - of wie in dat deel van Syrië zal heersen.
Op 17 februari werd Turkije's hoofdstad Ankara geschud door een autobom die 28 mensen doodde en 61 anderen verwondde.
De Turkse premier Ahmet Davutoglu verklaarde onmiddellijk dat de dader een Syriër was met banden naar de Syrisch-Koerdische beschermingseenheden (YPG).
"Een directe link tussen de aanval en de YPG is vastgesteld," aldus Davutoglu. "De YPG-aanval werd uitgevoerd met logistieke ondersteuning van de Koerdische Arbeiderspartij partij (PKK) binnen Turkije. Aangezien al-Qaida of Daesh niet aan tafel zitten, heeft ook de YPG, als een terroristische organisatie, geen zetel." Hij weigerde vervolgens opnieuw de Koerdische YPG deelname toe te staan aan de door de VN-bemiddelde Syrische vredesgesprekken in Genève.
Saleh Moslim, het hoofd van de Koerdische Democratische Unie partij (PYD) in Syrië, antwoordde via Agence France-Presse: "We ontkennen elke betrokkenheid bij deze aanslag. Deze beschuldigingen zijn duidelijk gerelateerd aan Turkse pogingen om in te grijpen in Syrië."
Het Algemene Commando van de YPG heeft ook elke betrokkenheid ontkend in de aanval:
"Onder uitdagende omstandigheden beschermen wij onze mensen tegen barbaarse bendes zoals ISIS en Al-Nusra. Talloze landen en mediakanalen hebben herhaaldelijk gerapporteerd over de steun die Turkije aan deze terroristische groeperingen levert. Afgezien van de terroristische groeperingen die ons aanvallen, voeren we als YPG geen militaire activiteit uit tegen naburige staten of andere krachten.
"Wij willen nogmaals onze boodschap herhalen voor de bevolking van Turkije en de wereld: wij hebben geen banden naar dit incident... We zijn nooit betrokken geweest bij een aanval tegen Turkije. De Turkse staat kan niet onze betrokkenheid bewijzen bij elke soort van aanval aan hun kant, omdat we nooit betrokken waren bij een dergelijke actie. De Turkse opmerkingen van premier Davutoglu dat de "Ankara-aanval werd uitgevoerd door YPG" is een leugen en ver bezijden de waarheid. Met deze verklaring wil Davutoglu de weg vrijmaken voor een aanval op Syrië en Rojava, en de betrekkingen van Turkije met ISIS bedekken, waarmee de hele wereld nu wel bekend is."
Het Midden-Oosten ondergaat de massale moorden, ontvoeringen, verkrachtingen, de seksuele slavernij van vrouwen en andere misdrijven. En Turkije's agressieve en overheersende buitenlandbeleid, dat de soevereiniteit van zijn buren niet respecteert, heeft een grote rol gespeeld in deze situatie.
Syrië en Irak, de zuidelijke buren van Turkije, zijn nu een voedingsbodem van de genocidale jihadistische groepen, vooral de islamitische staat (ISIS). Veel verslaggevers, deskundigen en ooggetuigen is gebleken dat Turkije heeft bijgedragen aan de opkomst van jihadistische terroristen in de regio - door ISIS-leden in en uit Turkije te laten gaan en zelfs door het verstrekken van fondsen, logistieke steun en wapens aan ISIS.
Binnen zijn eigen grenzen is Turkije bezig met een totale oorlog tegen de eigen Koerdische burgers sinds augustus vorig jaar. Turkije is bezig met het lukraak vermoorden, evenals het vernietigen van hun huizen en wijken.
Turkije's haat tegen de Koerden is zo intens dat het zich ook richt op het Koerdische defensieleger in Syrië.
Op 13 februari bevestigde Davutoglu de beschietingen op de Koerdische YPG groep in Syrië, nadat de YPG optrok tegen de door rebellen bezette stad Azaz in Syrië. "Wij zullen optreden tegen elke stap [door de YPG]," zei Davutoglu. "De YPG moet onmiddellijk terugtrekken uit Azaz en het omliggende gebied en niet weer dichterbij komen."
De rebellen in Azaz en elders in Syrië zijn meestal islamitische jihadisten. Volgens de geleerde Aymenn Jawad Al-Tamimi, werd Azaz in begin 2015 meestal gecontroleerd door de groep Liwa Asifat al-Shamal ("Noordelijke Storm Brigade"), verbonden met het Islamitisch Front. Jabhat al-Nusra ("Al-Nusra Front") in Syrië, een filiaal van al-Qaeda affiliate, was ook aanwezig daar.
"Azaz is een symbool voor Turkije," zei Fabrice Balanche van het Washington Institute For Near East beleid. "Premier Davutoglu vreest dat als de Koerden Azaz innemen, ze een groot offensief vanuit Kobane naar het westen en vanuit Afrin naar het oosten kunnen beginnen," vertelde hij de BBC.
Zoals breed gerapporteerd bereikte de crisis in de regio een hoogtepunt toen een F16-straaljager van de Turkse luchtmacht een bommenwerper van de Russische luchtmacht Su-24 langs de Turkije-Syrië grens neerschoot 24 november, waarbij de piloot werd gedood, luitenant-kolonel Oleg Peshkov. De Turkse regering probeerde excuus te maken voor de aanval door te beweren dat de straaljager werd neergehaald nadat deze het Turkse luchtruim voor 17 seconden had geschonden.
Het Rusland ministerie van Defensie ontkende echter dat het vliegtuig ooit het Syrische luchtruim verliet en heeft een video vrijgegeven waarvan zij beweerden dat die aantoont dat de Su-24 niet in het Turkse luchtruim was toen het werd neergeschoten.
Ondertussen is Turkije's buurman in het westen, Griekenland, al lang het slachtoffer van Turkije's schendingen van haar soevereine luchtruim. Volgens gegevens van het Griekse leger hebben in 2014 alleen al, de Turkse vliegtuigen het Griekse luchtruim 2244 keer geschonden. In één dag, op 15 februari, hebben de Turkse gevechtsvliegtuigen het Griekse luchtruim 22 keer geschonden, volgens de Athens News Agency.
Na Syrië, Griekenland en Rusland was Turkije's volgende doel de andere zuidelijke buurman, Irak. In december zei Iraks President Fuad Masum dat "de aanwezigheid van het Turkse leger in de Mosul provincie zonder onze toestemming de internationale regels schendt. Ik wil dat de Turkse officials onmiddellijk hun leger uit het Iraakse grondgebied halen."
De Iraakse premier Haider al-Abadi veroordeelde Turkije's actie ook: "Wij hebben Turkije niet gevraagd, voor welk leger ook, en niemand van ons was op de hoogte van de komst van troepen."
De twee buren van Turkije, Cyprus en Armenië, zijn ook het slachtoffer geworden van de Turkse agressie - al langere tijd.
Turkije heeft meer dan 40 jaar het noordelijk deel van de Republiek Cyprus illegaal bezet gehouden, dat het met een bloedige militaire campagne in 1974 is binnengevallen. Volgens historicus Victor Davis Hanson:
"Duizenden kolonisten uit Anatolië werden verscheept door de Turkse regering om de voormalige Griekse dorpen te bezetten en de Cypriotische demografie te wijzigen op dezelfde manier als het bezettende Ottomaanse Rijk vroeger deed in de 16e eeuw. ... Dit eiland blijft bezet, niet omdat de Grieken het hebben opgegeven, maar omdat hun weerstand klein is tegenover een NAVO-macht van ongeveer 70 miljoen mensen. De Grieken weten dat Turkije zich weinig zorgen maakt over wat de wereld denkt van de bezetting."
Turkije heeft ook een blokkade tegen nog een andere buurman sinds 1993: "Turkije en Azerbeidzjan hebben doeltreffend een illegale unilaterale economische blokkade tegen Armenië ingesteld, die de laatste economisch heeft gekwetst," schreef Armen V. Sahakian, de uitvoerende directeur van de Euraziatische Onderzoeks en Analyse Instituut. "Turkije en Azerbeidzjan schenden duidelijk het beginsel van goede nabuurschap, evenals alle resoluties van de Algemene Vergadering die de unilaterale dwangmaatregelen veroordelen."
Turkije heeft zijn buren aangevallen in wat een uitbarsting van een Turks-islamitische suprematie lijkt te zijn. Wat Turkije een misdaad zou noemen als die was begaan door een niet-Turkse of een niet-soennitische staat, ziet Turkije als legitiem wanneer Turkije die zelf pleegt.
Toen Turkije Cyprus, historisch gezien een Griekse en christelijke natie, binnenviel, heette het geen invasie. Turkije verwijst nog steeds naar de militaire campagne in 1974 als een "vredesoperatie". Vooraanstaande politici en militairen uit Turkije nemen deel aan de officiële plechtigheden, genaamd "het Vrede en Vrijheid Festival", elk jaar georganiseerd in het bezette noordelijk deel van Cyprus op 20 juli, om te vieren wat zij "bereikten" meer dan 40 jaar geleden - namelijk: een etnische zuivering en kolonisatiecampagne, die ze uitgevoerd hebben door vele misdaden, met inbegrip van massamoorden, massale en herhaalde verkrachtingen, martelingen en onmenselijke behandeling, de plundering van het Cypriotische culturele erfgoed en de vernietiging van kerken, onder anderen.
De afbrokkelende gebouwen van de Varosha district Famagusta, Cyprus, gefotografeerd in 2009. Het gebied ligt op het Turks-gecontroleerde Noord-Cyprus. De bewoners zijn gevlucht tijdens de Turkse invasie van 1974 en het district is sindsdien verlaten. (Bron: Wikimedia Commons) |
Als iemand een andere staat blokkeert, met name een soennitische staat, zou Turkije dit zeker veroordelen. Maar als Turkije zelf een christelijke natie blokkeert, is het altijd "gerechtvaardigd" - meestal als een reactie op enig "onaanvaardbaar" wangedrag van de andere kant.
Als een niet-Turkse, of niet-soennitische staat, een Turkse of soennitische minderheid op brute wijze behandelt, dan zou Turkije dit hartstochtelijk veroordelen. Maar Turkije ziet er geen kwaad in om zijn eigen Koerdische burgers af te slachten, en hun steden te verwoesten. Turkije beweert dat dit een rechtvaardige manier is van "strijd tegen het terrorisme".
Turkije kan een Russisch vliegtuig neerschieten zonder zelfs te knipperen met de ogen, omdat vermoedelijk iemand het Turkse luchtruim voor een paar seconden geschonden zou kunnen hebben, of zelfs als er niet een dergelijke schending heeft plaatsgevonden. Maar Turkije kan wel het soevereine Griekse luchtruim ontelbare keren schenden als een nationale sport of hobby wanneer men het maar wil?
Als westerse autoriteiten kritiek hebben op Turkije voor haar beleid, beschuldigt Turkije hen van het "ingrijpen in de binnenlandse zaken van Turkije".
Bijvoorbeeld, toen een groep journalisten werd vastgehouden, die dicht bij de beweging van de islamitische geestelijke Fethullah Gulen staan, en een massale arrestatie uitvoerden op 14 december 2014 in Turkije, toen gaf de Europese Commissie in een gezamenlijke verklaring kritiek op de politie-invallen en arrestaties van de vertegenwoordigers van de media.
EU BuZa chef Federica Mogherini en de EU-commissie uitbreidingsgesprekken zeiden ook dat de arrestaties ingingen "tegen de Europese waarden."
De Turkse President Recep Tayyip Erdogan reageerde toen in een openbare toespraak:
"Wanneer wij een stap doen, en iemand in de Europese Unie komt onmiddellijk naar voren om een verklaring af te leggen. Wat wil deze verklaring zeggen? Wat weet u ervan?
"Degenen die dit land hebben gemaakt, wachten bij de poort van de Europese Unie al 50 jaar, weet u ooit wat deze [onze] stap is? De elementen die een bedreiging vormen van onze nationale veiligheid -- zoals de leden van de pers, of dit of dat - krijgt de nodige reactie. Het is onmogelijk voor ons om hen soeverein te maken in dit land.
"En wanneer we een dergelijke stap te nemen, denken wij er niet over na: 'Wat de Europese Unie zeggen?' Of: 'Zal de EU ons wel accepteren [als lid]?' We hebben niet zulke zorgen. We zullen optrekken door onze eigen laarzen aan te trekken. Houd u uw intellect voor uzelf."
Erdogan zei ook dat de aanhoudingen geen "probleem" van persvrijheid waren, en beweerde dat de Fethullah Gulen-beweging werd gesteund door Israël, waar Erdogan naar heeft verwezen als "het land in het zuiden waar hij [Gulen] van houdt."
Dus: de Europese Unie, waar Turkije naar verluidt naar "streeft" om lid te worden, kan zelfs geen kritische verklaring uitgeven betreffende het Turkse beleid, omdat dit zou "ingrijpen in Turkse stappen voor nationale veiligheid", maar Turkije kan wel Jihad-strijders, wapens of fondsen naar Syrië of Irak verzenden en levens en beschavingen daar vernietigen?
Turkije lijkt te geloven dat het altijd sterke macht en leidende rol moet hebben in de regio. Maar als Koerden - de inheemse, staatloze en vervolgde mensen - maar één recht krijgen ergens in de wereld, vindt Turkije dat onaanvaardbaar?
De gehele geschiedenis van Turkije, evenals haar huidige beleid, toont aan dat Turkije gelooft dat de Koerden inferieur zijn aan de Turken. Turkije erkent zelfs niet dat de Koerden recht hebben om te worden opgeleid in het Koerdisch, blijkbaar in een poging om hen hun identiteit te ontnemen.
"Het beleid van het Republikeinse Turkije, sinds haar oprichting in 1923," schreef de auteur Amir Hassanpour, "is een typisch geval van zogenaamde 'Linguicide' of 'taalkundige genocide'. Het dwingen van de Koerden om hun taal te verlaten en sprekers van de Turkse taal als moedertaal te worden, is het primaire doel van het taalbeleid."
Vrijheid en soevereiniteit hebben alleen betrekking op Turken. Koerden kunnen gewoon worden vermoord of Turkije's dienaren worden. Dit is het beleid van Turkije geweest al sinds de staat werd opgericht in 1923.
"De meester in dit land is de Turk," zei Mahmut Esat Bozkurt, Turkije's eerste Minister van Justitie in 1930. "Degenen die niet echt Turken zijn kunnen slechts één recht hebben in het Turkse vaderland, en dat is een dienaar te zijn, en een slaaf. Wij zijn het meest vrije land van de wereld. Ze noemen dit Turkije."
Uzay Bulut is een Turkse journalist, momenteel gevestigd in Washington DC.