We moeten naar Israël kijken, niet als buitenlandse aanwezigheid, wat dat is het niet, maar als een onderdeel van het unieke en opmerkelijke van het Midden-Oosten, dat de regio verrijkt.
Dit is deel twee van een tweedelige serie. Het eerste deel onderzocht de fouten die wij Arabieren maakten in onze interacties met Israël.
Er is veel wat we kunnen doen ter verbetering van onze betrekkingen met Israël -- als we willen -- en er is goede reden om te denken dat het in beider belang zou zijn op korte - en op lange termijn - als we het deden. De belangrijkste verandering is de aanpak. Dat veranderen zou beginnen het fundament te herstellen voor de relatie, en het zou de basis vormen voor wederzijds respect en vertrouwen, waarzonder er geen oplossing zal komen en het kwetsbaar zal blijven.
Het begrijpen van Israël
We moeten het echte Israël zien, in plaats van het gedrocht dat gehersenspoelde Arabieren zien. We zijn zo bang om Israël bij zijn echte naam te noemen en daarom verwijzen we naar de "Zionistische entiteit". De naam is "Israël", zoals geschreven in Haaretz: "Israël is de naam van een etnische groep in de Levant, welke ten minste 3200 jaar teruggaat".
Het standaard Arabische verhaal over Israël is dat Israel het resultaat is van westerse kolonialisme. Deze taal is ook goedgekeurd door velen die beweren dat het "settler kolonialisme begon met de Nakba... in 1948", hetgeen inhoudt dat alles van Israël een kolonie is. Deze bewering is niet waar, waarop ook geen gezonde relatie kan worden opgebouwd, aangezien één kant de leugens over de andere kant blijft herhalen.
Israël is de natie-staat van het Joodse volk, een volk met een lange en complexe geschiedenis met dat land. Pogingen om hen te doden en hen in ballingschap te voeren, zijn te vinden in vele bronnen door de eeuwen heen, met inbegrip van de Assyriërs, Babyloniërs, Romeinen en de kruisvaarders. Dit zijn historische feiten.
Israëls toenmalige premier Golda Meir zei in 1973: "Wij Joden hebben een geheim wapen in onze strijd met de Arabieren -- wij hebben geen andere plaats om heen te gaan". Het maakt niet uit hoeveel druk Arabieren op Joden uitoefenen, ze gaan nergens heen. In feite verhardt de druk alleen maar hun vastberadenheid. Israël is hun tehuis.
We moeten naar Israël kijken, niet als een vreemde aanwezigheid die er niet hoort, maar als een onderdeel van het unieke en opmerkelijke in het Midden-Oosten, dat de regio verrijkt.
Niet onze vijand
We moeten stoppen met Israël onze vijand te noemen. Wij hebben bewust gekozen om Israël tot onze vijand te maken toen we het aangevallen hebben, in plaats van het bestaan van een kleine Joodse staat in ons midden te aanvaarden.
Israël (met inbegrip van de daaraan gehechte Golanhoogten en Oost-Jeruzalem) was slechts 19% van het Britse Mandaatgebied Palestina (waaronder Jordanië), waarop Groot-Brittannië in 1924 beloofde een "Joods nationaal tehuis" te bouwen. Israël is zo klein dat het 595 keer moet worden gedupliceerd om de gehele Arabische wereld te bedekken.
We maakten onszelf verslaande beslissingen in onze betrekkingen met Israël, gebaseerd op de overtuiging dat het onze vijand is, en dat we er alleen mee kunnen omgaan door het te overheersen -- terwijl de kleine staat Israël niet eens een bedreiging voor de Arabische wereld is.
Jaarlijks houden de Palestijnen demonstraties, vaak gewelddadige, ter herdenking van de Nakba ("ramp"), de naam die ze aan het Arabische verlies in de oorlog van 1948/49 hebben gegeven. Ze dragen de sleutels bij zich, het symboliseert de sleutels van de huizen die hun voorouders ontvluchtten tijdens die oorlog. Deze herdenking is, net zoals veel van de Arabische retoriek over Israël, een eenzijdig beeld, dat Israël demoniseert, terwijl het de Arabieren vrijpleit van alle verantwoordelijkheid voor het starten en voortzetten van een conflict met tientallen jaren aan geweld, en het resulteerde in verplaatsingen van zowel de Arabieren als van de Joden.
Dit valse verhaal laat niet veel ruimte voor een vrede met Israël. Hoe kan vrede aanvaardbaar zijn voor Arabieren die herhaaldelijk gevoed worden met het valse verhaal dat alles de schuld van Israël is, terwijl in feite "alles" juist helemaal niet "Israëls schuld" is?
Fouten toegeven is nooit gemakkelijk, maar zonder ze toe te geven, zijn wij een gekunsteld verhaal aan het weven, dat in tegenspraak is met de historische feiten. Als we bouwen aan een positieve toekomst, moeten we accepteren dat het verleden verdwenen is en niet kan worden hersteld.
Ondanks de Holocaust is Duitsland vandaag een van de beste vrienden van Israël, maar dit kon alleen omdat Duitsland zijn morele mislukking heeft toegegeven. Hoewel onze weigering om Israël te aanvaarden niet het morele equivalent van de Holocaust is, was het onmiskenbaar een morele mislukking, maar langs die weg zou het ons in staat moeten stellen om constructieve betrekkingen met Israël aan te gaan.
De Palestijnse kwestie oplossen
Voor een succesvolle oplossing van de Palestijnse kwestie moeten we enkele fundamentele kwesties begrijpen waarop Israël geen concessies kan doen. Op dit moment toont de Arabische wereld, en met name de Palestijnen, zo weinig begrip voor de fundamentele kwesties van Israël, dat het Israëlische publieke geloof in vredesonderhandelingen heel laag is. Zoals gemeld in de Jerusalem Post geloven "de meeste Israëli's (67,7%) niet dat onderhandelingen vrede zullen brengen in de komende jaren; en minder dan een derde (29,1%) denkt dat het ooit een dergelijk resultaat zal opleveren".
Israëls vermogen om een Joodse staat blijven en een toevluchtsoord voor de Joden wereldwijd is de meest fundamentele en existentiële noodzaak. Zonder dat zou Israël alleen maar een naam zijn. Om die reden, verklaarde de Israëlische premier Binyamin Netanyahu ondubbelzinnig dat er "geen ruimte is om te manoeuvreren" over de Palestijnse eis van een "recht op terugkeer" voor de afstammelingen van de Palestijnse vluchtelingen. Het kan onredelijk zijn om te verwachten van relatief kleine en zwakke landen als Libanon, Syrië en Jordanië om alle vluchtelingen op te nemen die er verblijven, maar de rijke Golfstaten hebben het vermogen om te helpen. Als Europa miljoenen moslim-vluchtelingen kan opnemen, waarom kunnen wij het dan ook niet doen?
Een tweede existentiële noodzaak voor Israël is de behoefte aan verdedigbare grenzen, zoals beschreven in een uitgebreid verslag. Israël heeft zich in haar eigen bestaan verdedigd tegen de Arabische aanvallen gedurende zeven decennia. Het is aangevallen van alle kanten met alle denkbare methoden, van raketten tot aan zelfmoordgordels en aanvalstunnels. Israël ziet de pre-1967 wapenstilstandslijnen niet als verdedigbaar, zoals werd uitgelegd in 1977 door de toenmalige premier Yitzhak Rabin, die algemeen beschouwd werd als een gematigd pro-vrede iemand.
Een derde fundamenteel punt is de Joodse toegang tot de heilige plaatsen, te beginnen met de belangrijkste, de Oude Stad in Oost-Jeruzalem. Joden zien hun overwinning van Oost-Jeruzalem in de oorlog van 1967 niet als een verovering, maar als de bevrijding en hereniging van hun historische thuis sinds de tijd van koning David, ca. 1000 v.Chr. Hoewel de Israëlische regeringen, zowel in 2000 als in 2008, aangeboden hebben om de controle over een deel van Jeruzalem over te geven, moet men niet aannemen dat er waarschijnlijk geen vergelijkbaar aanbod zal komen in de toekomst. In juni van dit jaar heeft Premier Netanyahu toegezegd dat "het idee van een verdeelde, gespleten, gewonde stad iets is waar wij nooit meer naar zullen terugkeren." Andere kwesties zoals grenzen, compensatie voor vluchtelingen, verwijdering van sommige nederzettingen, en het niveau van de Palestijnse soevereiniteit lijken onderhandelbaar. Netanyahu verklaarde verder: "Israël wil vrede. Ik wil vrede. Ik wil het diplomatieke proces voor vrede vernieuwen."
Maar wij Arabieren moeten begrijpen dat dit alleen mogelijk is binnen de beperkingen van de drie fundamentele kwesties.
Het vredesinitiatief van de Arabische Liga
Een vredesinitiatief dat werd gelanceerd door de Arabische Liga in 2002 en nogmaals in 2007 schiet tekort op twee manieren, ten eerste in wat het bevat en ten tweede in zijn vorm.
Het initiatief eist dat Israël teruggaat naar de pre-1967 wapenstilstandslijnen. Niet alleen beschouwt Israël die grenzen niet als verdedigbaar, maar tijdens de vijftig jaar die zijn verstreken sindsdien, heeft Israël grote nederzettingen-blokken gebouwd op de Westelijke Jordaanoever. Wij Arabieren hadden eerder de Joden verdreven die afkomstig waren uit dat land, en het is niet realistisch te verwachten dat Israël zal instemmen om de eigen Joodse burgers weer te duperen.
Het initiatief verklaart ook dat de Arabische staten "alle vormen van Palestijnse repatriëring verwerpen die in strijd zouden zijn met de bijzondere omstandigheden van de Arabische gastlanden", hetgeen inhoudt dat Israël en de nieuwe Palestijnse staat verantwoordelijk zouden zijn voor het absorberen van al de nakomelingen van alle Palestijnse vluchtelingen. Voor de nieuwe Palestijnse staat zou het een enorme last toevoegen aan hun taak tot het opbouwen van een nieuwe staat, indien dit een verhoging van de bevolking met 6 tot 9 miljoen betekenen zou. Dit zou ook Israël dwingen tot de ontvangst van de vluchtelingen, wat het niet zal doen.
Even onrealistisch is het initiatief met de causale verwijzing naar "de oprichting van een soevereine onafhankelijke Palestijnse staat". De oprichting van een dergelijke staat, onder de voorwaarden van vandaag, zal waarschijnlijk resulteren in een Hamas-gedomineerde staat, die heftig vijandig is ten opzichte van Israël. De Palestijnse Autoriteit moet eerst overgaan naar een vreedzame en stabiele entiteit, voordat kan worden verwacht een staat te worden.
Het grootste probleem met het vredesinitiatief van de Arabische Liga, is echter de manier waarop het werd afgegeven. Het werd gepresenteerd als een voldongen feit, en werd zonder discussie met Israël op tafel gegooid. De Arabische Liga reageerde zelfs niet toen de toenmalige Israëlische premier Ariel Sharon aanbood om de top van de Arabische Liga van 2002 bij te wonen. En meer onlangs stelde Netanyahu om een aanpak van dat vredesinitiatief uit te werken, maar de secretaris-generaal van de Arabische Liga Nabil al-Arabi heeft het van de hand gewezen. Dit is niet hoe men harmonieuze relaties tussen naties bouwt, vooral na decennia van Arabische vijandigheid jegens Israël.
Er was helemaal geen noodzaak om dit document te schrijven. Alles wat de Arabische Liga moest doen was verklaren dat de Arabische Staten openstaan voor het maken van vrede met Israël, het accepteren van Sharons aanbod om het overleg bij te wonen, en dan een delegatie naar Israël te sturen als een teken van goede wil. Er zou in zo'n gebaar geen verbintenis zijn, maar het zou tonen dat het voor de Arabische Liga een ernstige zaak is. Dit is hoe de Egyptische President Anwar El Sadat de vrede met Israël benaderde.
Sadat in zijn eigen woorden
Wij moeten inspiratie putten uit de leiding van Sadat en dat volgen. Hij was een Arabische leider die een moedige stap nam op weg naar vrede en hij behaalde een vredesakkoord waarvan zelfs de Moslimbroederschap-regering van Egypte 35 jaar later zich gedwongen voelde om het respecteren.
Wij moeten er inspiratie uit putten en Sadat volgen, een Arabische leider die een moedige stap nam op weg naar vrede en een vredesakkoord behaalde waarvan zelfs de Moslimbroederschap-regering van Egypte zich gedwongen voelde dit te respecteren. Foto: Egyptische President Anwar Sadat (links) en Israëlische premier Menachem Begin (rechts) nemen het applaus in ontvangst tijdens een gezamenlijke zitting van het Congres, waarin de Amerikaanse President Jimmy Carter de resultaten aangekondigde van de Camp David-akkoorden op 18 september 1978. (Afbeeldingsbron: Warren K. Leffler/Library of Congress) |
Sadat wist dat stappen op weg naar vrede meer vereisen dan alleen maar het schrijven van documenten vanuit de verte, maar erover te spreken. En daarom ging hij naar Israël om zijn visie te presenteren. Hij zei tot de Israëlische Knesset: "Er zijn momenten in het leven van naties en volkeren, dat het de taak is van hen die bekend staan om hun wijsheid en duidelijke visie, om het verleden te vergeten, met al zijn complexiteit en zwaarwegende herinneringen, in een sterk streven naar nieuwe horizonten".
Sadat heeft aangetoond dat hij begreep dat er een aantal Israëlische fundamentele kwesties zijn, toen hij zei: "Wat is vrede voor Israël? Het betekent dat Israël in de regio woont met haar Arabische buren, in veiligheid en zekerheid".
Sadat begreep het voordeel van vrede voor alle mensen van het Midden-Oosten, met inbegrip van de Arabieren, en hij begreep de plicht van de leiders tot het verwezenlijken van vrede. Hij zei: "We zijn het verschuldigd aan deze generatie en de generaties die komen, om niets in ons streven naar vrede onbeproefd te laten. ... Vrede en welvaart in ons gebied zijn nauw met elkaar verbonden."
Een nieuwe pagina
De Arabische wereld heeft een hopeloze geschiedenis als het gaat om mensenrechten, en het zit vast in interne oorlogen en het gaat door met zinloze vijandigheid ten aanzien van Israël, een buurman die wetenschappelijk en economisch ver boven ons staat, en waarvan wij sterk zouden kunnen profiteren.
We moeten de verantwoording nemen voor onze laatste acties jegens Israël, en we moeten de veranderingen aanpakken die nodig zijn om de bladzijde om te slaan. In de woorden van Sadat: "Wij moeten allemaal gaan staan boven alle vormen van fanatisme, zelfbedrog en verouderde theorieën van superioriteit". Het is aan ons.
Fred Maroun, een linkse Arabier gevestigd in Canada, heeft opinies geschreven voor New Canadian Media, en voor andere media. Van 1961 tot 1984 woonde hij in Libanon.