Als geschiedenis het podium is waarop het lot van de naties zich afspeelt, dan is van cruciaal belang te weten wanneer erop te stappen en weer af te buigen. Wordt het gedaan op de verkeerde plaats en op het verkeerde moment, of erger nog, in de verkeerde context, dan kan het leiden tot verlies en verdriet.
Dit zijn enkele gedachten die de afgetreden Libanese premier Saad Hariri kan hebben gehad toen hij besloot de handdoek in de ring te gooien, in plaats van te doen alsof hij een regering bestuurde zonder dat op een effectieve manier te kunnen doen. Hariri realiseerde zich dat hij wel in functie was, maar niet aan de macht.
Wat de reden voor de Hariri's vertrek ook is, ik denk dat hij gelijk had om zich terug te trekken uit een scenario dat erop gericht is om Libanon te veranderen in een schijn-staat met een schijn-president en schijn-premier en schijn-parlement.
Libanons afgetreden Minister-president, Saad Hariri. (Afbeeldingsbron: kremlin.ru) |
Dit scenario werd al geschreven in Teheran in de vroege jaren 1980 met de oprichting van de Libanese tak Hezbollah door de toenmalige Iraanse ambassadeur in Damascus Ayatollah Ali-Akbar Mohtashami-pour. Het oorspronkelijke idee kreeg vorm in 1975, toen Ayatollah Hadi Ghaffari de eerste tak van Hezbollah in Teheran creëerde ter bestrijding van de Sjah. In 1977 waren al clandestiene takken opgericht in Turkije en Koeweit.
De hoop was om de politieke grenzen, die vaak ontstaan waren door ongelukkige fouten vanuit de geschiedenis, of door de keizerrijken, te vervagen en ze te vervangen door religieuze grenzen. Het doel was om een archipel van sjiitische gemeenschappen in het Midden-Oosten te creëren, die met elkaar verbonden waren via een netwerk van religieus-politieke organisaties die door Iran zouden worden gecontroleerd.
De reden hiervoor was dat er in de islamitische geschiedenis een element is waarin mensen zich aan elkaar binden om trouw te zijn aan een bepaalde versie van de religie (Arabisch: Mazhab) in plaats van aan de politieke concepten zoals een staatsburgerschap.
De val van de Sjah en de machtsovername in Teheran door de mullahs gaf hen een schema voor een nieuwe impuls voor invoering ervan, en dat met de Iraanse middelen die tot hun beschikking stonden.
Echter, al heel snel bleek dat het grootse plan niet kon worden gerealiseerd zonder de staatsstructuren in westelijk-stijl die daar al waren gevestigd, te vernietigen of op zijn minst het verzwakken. De doelstaten hadden min of meer sterke strijdkrachten die zich tegen een Iraanse overname zouden verzetten.
Dit was precies wat er gebeurde in Turkije, waar de Hezbollah pogingen deed om daar een tak te creëren, maar ze werden verpletterd door het leger.
In Irak gaf een voorbarige overname door Khomeini aan Saddam Hussein een excuus om Iran binnen te vallen en een oorlog van acht jaar lang te beginnen.
In Syrië stelde het nationale leger, volgens de memoires van Generaal Hussein Hamadani, die daar het Iraanse militaire contingent leidde, alles in het werk om te voorkomen dat Teheran een eigen machtsbasis zou creëren. De situatie in Syrië veranderde pas toen de natie door de meedogenloze onderdrukking van 'vreedzame' protesten door president Bashar al-Assad in een burgeroorlog werd gestort.
De mullahs hebben geleerd van hun ervaringen in Iran.
Kort nadat ze de macht hadden gegrepen door een combinatie van grillige omstandigheden, besefte Khomeini dat hij nooit de loyaliteit zou winnen van de bestaande staatsstructuren, terwijl hij ook niet in staat was om hen totaal te vernietigen.
Dus ontwikkelde hij de strategie die bekend staat als "parallellisme" (movazi-sazi in het Perzisch).
Het Islamische Revolutionaire Garde Corps (IRGC) creëerde hij als een parallel aan het nationale leger. Islamitische rechtbanken werden opgericht als parallel aan de rechterlijke instanties op basis van wetten geïnspireerd door de Napoleontische Code. De Majlis (het Parlement) heeft zijn parallel gevonden in de Vergadering van Deskundigen.
Deze strategie werd toegepast op andere Midden-Oosten landen en staat bekend als tohi-sazi of "leeg van inhoud".
De eerste plaats waar men dit in de praktijk heeft gebracht was Libanon.
Iran creëerde een sjiitische militie "parallel" aan het reguliere Libanese leger. Vervolgens heeft Teheran via Hezbollah ook bondgenoten aangeworven onder andere Libanese gemeenschappen. En het heeft het Libanese Parlement omgevormd tot een tandeloze bulldog. Ten slotte slaagde Teheran erin om zijn kandidaat voor het presidentschap naar voren te duwen, en beveiligde zo het effectieve vermogen van een veto in de Raad van Ministers.
Dat alles kost veel geld.
Volgens de huidige Iraanse nationale begroting besteedde Iran gemiddeld 60 miljoen dollar per maand in Libanon, het meeste daarvan aan Hezbollah. Derhalve zei President Hassan Rouhani in een toespraak vorige maand, dat er niets kan worden gedaan in Libanon zonder Iraanse overweging.
De Libanese afdeling van Hezbollah heeft Iran waar voor zijn geld gegeven wat betreft het feit dat het in de mini-oorlog van 2006 met Israël duizenden slachtoffers heeft gemaakt in de strijd tegen Israël en, wat nog belangrijker is, het verpletterde in zijn campagne de tegenstanders van Assad in Syrië.
In Irak heeft de Iraanse regeling gedeeltelijk resultaten opgeleverd.
Teheran richtte daar de Populaire Mobilisatietroepen op, een coalitie van 17 Shi'itische milities, plus de islamitische Peshmergas (Koerdische strijders ingehuurd door Teheran) om die parallel te laten lopen aan het Iraakse nationale leger en de militaire macht van de regering in de autonome regio Koerdistan.
Teheran oefent ook politieke invloed uit via op zijn minst een deel van de partij van de Ad-Daawa ("De Oproep"). Irans hoop een tweede Libanon in Irak te creëren, is echter niet geslaagd, omdat veel Irakezen de Iraanse overheersing opnieuw afwezen, aangezien de Grote Ayatollahs van Najaf het Khomeinistische regime in Teheran als een gruwel beschouwen.
De mullah-regeling in Syrië heeft ook problemen gekregen met het uitvoeren door een Russische interventie en President Vladimir Putins vastberadenheid om Syrië's toekomst te beslissen in Moskou en niet in Teheran.
Teherans plan heeft wel gedeeltelijk succes in Jemen.
Het Iraanse surrogaat, de Houthis, slaagde er namelijk in een parallel-leger te creëren van Ansar Allah, maar slaagde er niet in de vleugels van het reguliere leger volledig te verlammen. De Houthis brachten president Ali Abdullah Saleh ook terug tot een schaduw van zijn verleden, maar ze konden zich niet volledig van hem ontdoen. Bovendien heeft de interventie van de door Saoedi-Arabië geleide coalitie een beslissende slag toegebracht aan de hoop van Teheran om ook in Jemen een nieuw Libanon te vormen.
In het geval van Qatar en Oman gebruikte Teheran de finlandisering door hen toe te staan om te genieten van rust in ruil voor een splitsing van de Arabische-rijen en zich met de mullahs op één lijn te stellen betreffende de belangrijkste kwesties.
Toen Mohammed Morsi werd gekozen als president van Egypte, probeerde Teheran ook in Caïro dit scenario te verkopen.
Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Ali-Akbar Velayati werd naar Egypte gestuurd met een brief van de opperste leider Ali Khamenei. Daarin verzocht Khamenei aan Morsi om het Egyptische leger te ontbinden door een parallelle militaire macht op te richten ter "bewaking van de revolutie". De voorgestelde regeling is nooit toegepast omdat, zoals Velayati en Khamenei beweerden, Morsi dat heeft verworpen, of omdat het Egyptische leger dit ontkrachtte door Morsi opzij te schuiven.
Hariri's ontslag is wellicht een teken dat de Arabieren niet langer bereid zijn te glimlachen en te verdragen dat Teheran hun staatsstructuren ontmantelt door dubbel werk te creëren voor hun legers, en door hun regeringen om te vormen tot marionetten met touwtjes vanuit de Iraanse ambassade.
Teherans plan om de Arabische Staten te domineren, kan zijn grenzen hebben bereikt; de snelle opmars van de mullahs kan nu worden gevolgd door een terugval. En dat zou de terugkeer kunnen betekenen van de politieke grenzen en een loyaliteit op basis van burgerschap en niet op basis van een religieuze sekte.
Amir Taheri, voormalig redacteur van de Iraanse krant Kayhan, was voor de Iraanse revolutie van 1979 een prominente auteur gevestigd in Europa. Hij is de Voorzitter van Gatestone Europa.