De Palestijnen riepen om een drie dagen durende "woede", vanwege de aankondiging van de Amerikaanse President Donald Trump Jeruzalem te erkennen als de hoofdstad van Israël. Tot dusver echter schijnt het dat de echte woede wel wordt weergegeven in de internationale media, maar niet op de Palestijnse straten.
Vraag: Hoeveel buitenlandse journalisten zijn er nodig om de Palestijnse reactie op Trumps aankondiging te verslaan? Antwoord: zo veel als het door het Israël-Palestijnse-conflict geobsedeerde Westen maar kan sturen.
De massale aanwezigheid van de internationale media in Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever heeft zelfs de Palestijnen verrast. Sinds de aankondiging van Trump op 6 december jongstleden hebben tientallen extra journalisten en cameramensen zich samengeklonterd in Israël om "het grote verhaal" te verslaan.
Het Amerikaanse Colony Hotel in Jeruzalem, dat nu eenmaal een favoriet verblijfplaats is van internationale verslaggevers, zit weer eens vol met journalisten uit de hele wereld.
Sommige van deze verslaggevers, inclusief die werkzaam zijn voor de Amerikaanse netwerken, zijn ingevlogen om hun verslagen te versturen naar Londen, Parijs, Caïro en New York, en te vertellen over wat velen van hen al de "nieuwe Palestijnse Intifada" noemen. Maar is het wel echt een nieuwe intifada? Of is het gewoon maar wensdenken van de kant van deze zwerm Palestijnse en buitenlandse verslaggevers?
In de afgelopen paar dagen zagen we een wilde overdrijving in de media over wat er werkelijk in en rond de oude stad van Jeruzalem gebeurde. Het is echter duidelijk dat het aantal journalisten en fotografen, in verhouding tot de protesten in de stad, tot nu toe het aantal Palestijnse demonstranten heeft overschreden.
Laten we beginnen met vrijdag 8 december, de laatste dag van de aangekondigde Palestijns "woede". De Palestijnse Autoriteit, Hamas en andere Palestijnse groepen vertelden ons dat er massale demonstraties en protesten waren te verwachten na de vrijdaggebeden in de Al-Aqsa moskee. Zo deden ook de verslaggevers.
In de vroege ochtend waren er tenminste zes televisie productie-wagens gestationeerd op de kleine parkeerplaats buiten de Damascuspoort, de hoofdingang naar de oude stad van Jeruzalem. De wagens behoorden toe aan verschillende televisiestations, die vermoedelijk daarheen waren gebracht om live de verwachte massaprotesten te filmen. Ongeveer 70 à 80 journalisten en fotografen zaten te wachten, sommigen ongeduldig, totdat de islamitische gelovigen hun gebeden voltooid hadden en zouden beginnen met hun protesten tegen President Trumps aankondiging.
Wat we uiteindelijk zagen was een klein en vreedzaam protest van ongeveer 40 Palestijnen, die slogans riepen tegen Israël, de VS en de Arabische leiders - ja, met inbegrip van de Palestijnse Autoriteit (PA) President Mahmoud Abbas, die een "verrader" en de "Israëlische spion" werd genoemd.
Björn Stritzel, een eerlijke en dappere Duitse journalist, tweette vanuit deze locatie: "Meer journalisten dan demonstranten na het vrijdaggebed."
De waanzin van de media werd door verschillende andere verslaggevers herhaald: "Drie dagen van 'woede' zijn voorbijgegaan sinds Trumps verklaring over Jeruzalem, maar het Armageddon is niet gekomen," zei journalist Oren Kessler. "Men is voorzichtig om voorspellingen te doen over de aanhoudende rust in de regio, maar tot nu toe zijn de onheilsprofetieën niet uitgekomen."
De Franse journalist Piotr Smolar, die ook op het "grote" protest wachtte, schreef: "Vele tientallen journalisten bij de Damascuspoort, waar tot nu toe niets is gebeurd."
Joe Dyke, een verslaggever bij Agence France Press (AFP), tweette deze foto, wat aantoont dat er meer journalisten dan demonstranten waren bij de Damascuspoort. Hij schreef: "Klein Palestijnse protest bij de Damascuspoort in Jeruzalem werd door de Israëlische politie afgebroken. Ze leken bezwaar te maken tegen een foto van Trump als toilet."
Dyke meldde later dat hij "door Jeruzalems Oude Stad liep en de situatie is heel rustig. Meer politie op straat, maar vooralsnog geen problemen. Toeristen verdringen zich."
De volgende dag, zaterdag 9 december, zijn we getuige geweest van een herhaling van hetzelfde scenario in Jeruzalem. De stad was relatief rustig, maar de aanwezigheid van journalisten en fotografen was groot. In de middag ensceneerde een kleine groep Palestijnen (25-30) een protest op de hoofdweg van Oost-Jeruzalem, de Salah Eddin Street, terwijl ze slogans riepen tegen Israël en de VS.
Hier is hoe journalist Seth Frantzman van The Jerusalem Post het beschreef, die op de locatie aanwezig was, de situatie: "Er zijn meer mensen met camera's hier dan mensen die botsen [met de politie] op dit moment."
Frantzman had later dit nog over de "botsing" te zeggen: "Er zijn evenveel media en toeschouwers die hier foto's nemen, dan er jongeren en politie zijn die op de confrontaties wachten."
Er wonen bijna 300.000 Arabieren in Jeruzalem, en de waarheid is dat de overgrote meerderheid niet heeft deelgenomen aan een van de kleine protesten, die doelbewust als een show werden opgevoerd voor de tientallen journalisten die elkaar in de stad verdrongen. In feite waren er meer demonstranten op de straten van Berlijn, Caïro, Valencia (Spanje) en Istanbul dan in Jeruzalem zelf. Met uitzondering van de twee incidenten bij de Damascuspoort en op de Salah Eddin Street was het in de resterende 28 Arabische wijken van Jeruzalem meestal stil, en is er niets dramatisch gebeurd.
De verveelde journalisten werden dus gedwongen om hun helmen en kogelwerende vesten te dragen en naar de Westelijke Jordaanoever te gaan, in de hoop daar scènes van de "Nieuwe Intifada" te kunnen vastleggen. Wat ze op de Westelijke Jordaanoever aantroffen was echter niet ongebruikelijk: kleine "botsingen" tussen stenengooiers en Israëlische soldaten, maar die vinden er bijna dagelijks plaats.
Protesten tegen Israël en de VS zijn niet ongewoon in de straten van Hebron, Ramallah en Bethlehem. Maar voor de "oorlogscorrespondenten" is er niets spannender dan achter de brandende banden en de stenengooiers te staan en zo te rapporteren vanuit het hart van de "botsingen". Zulke scènes doen de journalisten eruit zien alsof ze midden in het slagveld zitten en hun leven riskeren om het verhaal naar huis te verslaan voor hun kijkers. Ze zouden zelfs een onderscheiding kunnen krijgen voor hun "moedige" rapportage vanuit de gevarenzones!
Dit is wat er gebeurt als je te bang bent om naar Jemen, Libië, Syrië of Irak te gaan voor het verslaan van het echte bloedvergieten.
Laten we eerlijk zijn. Het grote aantal journalisten dat is uitgezonden naar Israël, verwacht - heeft zelfs gehoopt - dat Trumps aankondiging zou leiden tot een nieuwe Palestijnse intifada.
Op die manier zouden de media Trump de schuld kunnen geven van het "ontsteken" van geweld, het aanzetten tot instabiliteit en het "ontsporen" van het vredesproces. Het draait allemaal om op de media-gebaseerde haat tegen Trump. Natuurlijk gaat het om de op de media gebaseerde Israël-haat, die op zoek is naar een excuus om de Joden verantwoordelijk te stellen voor het "lijden" van de Palestijnen. De journalisten zullen de voor hen vervelende feiten echter niet in de weg laten staan; ze blijven verslag doen alsof Jeruzalem door vlammen wordt overspoeld. De realiteit ter plaatse is echter verre van dat beeld.
Een Palestijnse man maakt gebruik van een katapult om stenen naar de Israëlische grenspolitie te slingeren in de buurt van Ramallah, op 9 december 2017. (Foto door Chris McGrath/Getty Images) |
Er is geen vredesproces dat bezig is te "ontsporen". Om de eenvoudige reden dat er niet eens één is, dat in de eerste plaats - er is er al jarenlang niet één. Waarom niet? Vooral dankzij de Palestijnse verwerping, indoctrinatie en aanzetting. De protesten en het geweld waar delen van Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever getuige van zijn, vormen hier het dagelijkse leven. Het is niet zo dat de Palestijnen alle jaren geen terreuraanslagen tegen Israël hebben uitgevoerd. En het was ook niet alsof de Palestijnen Israël liefhebben of zelfs het bestaansrecht zouden erkennen totdat Trump vorige week zijn aankondiging deed.
Dit is de nieuwsflits voor de journalisten: er is niets nieuws op de Palestijnse straat. De Palestijnse bedreigingen van geweld en het weglopen uit een "vredesproces" is oud, heel oud nieuws. Jeruzalem staat niet in brand. Jeruzalem is gespannen, en dat is al heel lang zo, omdat de Palestijnen er nog steeds niet in zijn geslaagd om zich te verzoenen met het recht van Israël om te bestaan. Dat is het echte verhaal. De Palestijnse woede, woede en nog eens woede is er slechts om één reden: omdat Israël bestaat. Zet dat in het verhaal en publiceer het.
Bassam Tawil is een moslim, gevestigd in het Midden-Oosten.