Libanon is een van verscheidene Arabische landen waar Palestijnen onderworpen zijn aan discriminerende maatregelen en apartheidswetten. Echter, de benarde situatie van de Palestijnen in Arabische landen is kennelijk niet van belang voor de internationale gemeenschap en de pro-Palestijnse activisten en groepen over de hele wereld.
Onlangs hebben de Libanese autoriteiten bij alle ingangen van het grootste Palestijnse vluchtelingenkamp in Libanon, Ain Al-Hilweh, elektronische toegangspoorten geplaatst. De stap heeft een golf van protesten op gang gebracht in Ain Al-Hilweh en onder Palestijnen die in andere vluchtelingenkampen in Libanon wonen, die de installatie van de elektronische poorten als een vorm van collectieve straf beschrijven.
Tot enkele jaren geleden telde Ain Al-Hilweh 75.000 inwoners. Echter, met de toestroom van vluchtelingen uit Syrië vanaf 2011 wordt de bevolking van het kamp nu geschat op meer dan 160.000.
Ongeveer twee jaar geleden is het Libanese leger begonnen met de bouw van een veiligheidshek rond Ain Al-Hilweh in het kader van de strijd tegen de jihad-terreurgroepen die in het kamp geïnfiltreerd zouden zijn. Nadat het hek voltooid was besloten de Libanese autoriteiten, tot de verassing van de Palestijnen, om elektronische poorten te installeren en al degenen die het kamp binnenkomen of verlaten te screenen. De Libanese autoriteiten zeggen dat de poorten cruciaal zijn voor het ontdekken van explosieven en andere soorten wapens.
Een straatfeest in juli 2015 in het kamp Ain al-Hilweh in Libanon. (Bron: Genève Call/Flickr) |
De elektronische poorten werden tijdens de heilige maand Ramadan geïnstalleerd, hetgeen de spanningen binnen Ain Al-Hilweh verder opvoerde en tot sterke veroordelingen van de kampbewoners en andere Palestijnen leidde.
Leiders van verschillende Palestijnse facties in Libanon, die eerder deze week een spoedvergadering hielden om de installatie van de elektronische poorten te bespreken, riepen de Libanese regering op de veiligheidsbeperkingen voor de kampbewoners te versoepelen. Sommige leiders beweerden dat de nieuwe poorten deel uitmaakten van een door de VS geleide "samenzwering" die gericht was tegen Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon: "Wij vrezen dat de recente Libanese maatregelen in navolging zijn van de druk van de VS op de Libanese regering om strafmaatregelen op te leggen tegen de Palestijnse kampen [in Libanon]," zei een Palestijnse ambtenaar die de spoedvergadering bijwoonde. Hij beweerde dat de meeste door de Libanese autoriteiten gezochte terroristen Ain Al-Hilweh al hadden verlaten vanwege de strikte veiligheidsmaatregelen rond het kamp, en als zodanig was er geen rechtvaardiging voor de elektronische poorten.
Volgens de bewoners van Ain Al-Hilweh hebben de elektronische poorten hun leven in een misère veranderd, met lange rijen en vertragingen tot gevolg omdat Palestijnen die het kamp verlaten en binnenkomen grondig worden gecontroleerd door Libanese soldaten. Zij beweren dat de poorten werden geplaatst bij alle ingangen van het kamp, maar pas nadat de veiligheidssituatie in het kamp relatief was verbeterd en het sinds kort rustig was. "Dergelijke veiligheidsmaatregelen zijn niet gerechtvaardigd en leiden alleen maar tot meer woede en frustratie", aldus Yasser Ali, ambtenaar bij een groep die Palestijnse vluchtelingen in Libanon vertegenwoordigt. "Waarom wordt Ain Al-Hilweh behandeld alsof het een besmettelijke ziekte heeft?
In de afgelopen dagen hebben de bewoners van het kamp een aantal protesten gehouden tegen de elektronische poorten en geëist dat er een einde komt aan de harde maatregelen van de Libanese autoriteiten tegen de Palestijnen in Ain Al-Hilweh in het bijzonder, en Libanon in het algemeen. De demonstranten scandeerden "Wij sterven liever dan vernederd te worden" en "De mensen in het kamp dagen de poorten uit".
Een Palestijnse mensenrechtenorganisatie veroordeelde het besluit van het Libanese leger om elektronische poorten te plaatsen bij de ingangen van het kamp. De maatregel zou veronderstellen dat alle ingezetenen van Ain Al-Hilweh vermeende terroristen zijn. "Deze maatregel is een belediging en vernedering van de kampbewoners en een aantasting van hun waardigheid," verklaarde de organisatie.
"Dergelijke elektronische poorten worden gebruikt op luchthavens en aan internationale grenzen, en het is moeilijk te begrijpen waarom ze worden gebruikt om bewoners van een kamp te screenen. Het is duidelijk dat het hier gaat om een collectieve straf die tienduizenden mensen treft. De veiligheidsmaatregelen, waaronder de elektronische poorten en het betonnen hek, hebben van het kamp een ware gevangenis gemaakt. De bewoners zijn gevangenen geworden die alleen met toestemming van het leger, dat bij de ingangen staat, mogen binnenkomen en vertrekken."
Sommige Palestijnen hebben de Libanese leiders veroordeeld om hun hypocrisie. "In wiens belang is het om de Palestijnen in Libanon te vernederen?", vroeg de Palestijnse politieke commentator Ahmed Al-Haj Ali zich af. "Lijden Libanese functionarissen aan schizofrenie als ze praten over de bevrijding van Palestina terwijl ze strenge maatregelen opleggen aan de Palestijnen?"
Op 13 juni heeft een delegatie van de Palestijnse facties een ontmoeting gehad met Bahia Hariri, een Libanees parlementslid die toevallig de tante is van de Libanese premier Saad Hariri, en deed een beroep op haar om tussenbeide te komen en de poorten van de ingangen naar Ain Al-Hilweh te laten verwijderen. De delegatie klaagde tegen haar dat de poorten een negatieve invloed hebben gehad op het leven van de kampbewoners en drongen er bij haar op aan haar invloed bij de Libanese autoriteiten aan te wenden om de beperkingen die in Libanon aan de Palestijnen worden opgelegd, te versoepelen.
In dit verband is het nodig erop te wijzen dat de 450.000 Palestijnen in Libanon al lange tijd te lijden hebben onder een beleid van systematische discriminatie en marginalisatie in alle opzichten door de Libanese autoriteiten.
Tot 2005 werden de Palestijnen uitgesloten van 70 verschillende categorieën van gekwalificeerde beroepen, zoals geneeskunde, recht en techniek. Hoewel de Libanese minister van Arbeid in 2005 een memorandum heeft gepubliceerd dat Palestijnen toestond om legaal handmatig en administratief werk te verrichten, is het verbod voor Palestijnen om professioneel werk te zoeken nog steeds van kracht. In 2001 heeft het Libanese parlement een wet aangenomen die Palestijnen verbiedt eigendom te bezitten en te erven. Bovendien hebben Palestijnse vluchtelingen geen toegang tot Libanese regeringsziekenhuizen. Zoals een Palestijn opmerkte:
"De Palestijnen in Libanon en andere Arabische landen worden behandeld alsof ze onmensen zijn. De Arabieren plaatsen ons in getto's en ontnemen ons de fundamentele mensenrechten. In Libanon lijken Palestijnse vluchtelingenkampen op een dierentuin of een gevangenis. Het is beschamend dat de Arabieren in staat zijn om hun mede-Arabieren op een dergelijke manier te behandelen. Nog beschamender is het stilzwijgen van de internationale gemeenschap en de VN."
Alsof dat nog niet genoeg was, startte het Libanese leger in 2007 een grote militaire operatie tegen een ander vluchtelingenkamp, Nahr Al-Bared, waarbij honderden mensen werden gedood en de meeste huizen verwoest. De meeste van de 32.000 kampbewoners moesten hun huizen ontvluchten. Volgens de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) "hebben de gevolgen van deze ontheemding de reeds ernstige sociaaleconomische omstandigheden waarmee deze vluchtelingen worden geconfronteerd verder verergerd en vormen zij een chronische humanitaire crisis".
De bewoners van Ain Al-Hilweh vrezen nu dat de harde veiligheidsmaatregelen rond hun kamp, waaronder het plaatsen van de elektronische poorten, erop duiden dat ze hetzelfde lot zullen ondergaan.
Daarom zijn zij van plan hun protesten de komende dagen en weken op te voeren. De Palestijnen in Libanon zouden het echter bij het verkeerde eind hebben als ze hoge verwachtingen koesteren van de internationale gemeenschap of de Palestijnse leiders.
De internationale gemeenschap besteedt alleen aandacht aan de Palestijnen als het mogelijk is om Israël de schuld te geven. De enige Palestijnen die de aandacht van de internationale gemeenschap en de media lijken te krijgen, zijn de Palestijnen die op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook wonen en die in direct conflict met Israël staan. Palestijnen die in getto's in de Arabische wereld wonen en die worden gedood en ontheemd door Arabische legers trekken geen aandacht van de internationale gemeenschap of de reguliere media.
Niemand maalt er om wanneer een Arabisch land de Palestijnen mishandelt, discrimineert en doodt. Maar als er iets gebeurt op de Westelijke Jordaanoever of in de Gazastrook, dan worden de internationale media en gemeenschap plotseling wakker. Waarom? Omdat ze een kans om Israël te veroordelen niet willen missen.
De inwoners van Ain Al-Hilweh zouden van geluk hebben kunnen spreken als Israël de elektronische poorten bij de ingangen van hun kamp had geplaatst. Dan zouden tientallen buitenlandse journalisten en mensenrechtenactivisten in het kamp samengekomen zijn om een Israëlische "schending van Palestijnse mensenrechten" vast te stellen. Stel je de wereldwijde ophef voor als Israël een wet uit zou vaardigen die Arabieren het recht ontzegt om werk te vinden of eigendom te erven.
Tienduizenden Palestijnen leven nu in een getto dat Ain Al-Hilweh heet, en de wereld lijkt daar goed mee te kunnen leven. De meeste Palestijnen in Libanon leven al lang in getto's die worden omringd door het Libanese leger.
Er zijn geen protesten in Londen of Parijs. De VN-Veiligheidsraad heeft geen spoedvergadering gehouden - en zal dat ook niet doen - om Libanon te veroordelen. Natuurlijk zullen de reguliere media in het Westen niet berichten over Arabische apartheid en repressieve maatregelen tegen Palestijnen. De leiders van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook hebben geen tijd om de problemen van de kampbewoners aan te pakken. De Palestijnse Autoriteit en Hamas zijn te druk om met elkaar in de clinch te liggen, en het laatste waar ze zich zorgen over maken zijn de belangen en het welzijn van hun volk.
Khaled Abu Toameh, een in Jeruzalem gevestigde journalist , is een Onderscheiden Senior Onderzoeker bij het Gatestone Institute.