Een moslimmoeder in het door de sharia gerunde Iran sprak over haar dochter van tien: "Ze vroeg me: 'Waarom mag ik niet dansen? We dansen omdat we gelukkig zijn. Waarom is geluk fout? Waarom is dansen een misdaad?" Ze beschreef de verwarring in de ogen van haar dochter. "Het is een vraag waarop ik geen antwoord heb".
Het leven van haar dochter was veranderd, zei ze, toen ze hoorde dat een 19-jarige vrouw, Maedeh Hojabri, het doelwit was geworden van de islamitische "moraal"-politie in Iran. Haar misdaad? Videoclips van zichzelf, waarop ze danst, op de wereldwijde populaire sociale mediasites zoals Instagram plaatsen. De gevolgen voor zo'n daad zijn ernstig. Net als andere jonge vrouwen die videoclips van zichzelf hebben gepost waarop ze dansten, werd Hojabri gearresteerd, opgesloten zonder enige vorm van proces en zonder kans om zichzelf te verdedigen, en publiekelijk beschaamd met een op de televisie uitgezonden bekentenis van haar "misdaad".
Hojabri's dansvideo's op Instagram maakten van haar een populaire figuur op Instagram in Iran, en ze verwierf daarmee honderdduizenden volgers op het social media platform. Stel je voor hoe ze in het Westen behandeld zou worden als ze daar zou wonen. Wellicht als talent beschouwd, met kansen voor het oprapen, zou ze op populaire shows zijn uitgenodigd en voor radio en televisieprogramma's worden gesponsord.
Maar in een door de sharia bestuurde staat als de Islamitische Republiek Iran beschouwen de autoriteiten mensen als Hojabri als beschamende criminelen. De ironie is dat veel van de extremistische leiders van haar land - een staatssponsor van terrorisme - zelf als criminelen moeten worden beschouwd. Dit zijn de mannen die Hojabri en anderen zoals zij - die gewoon hun vreugde willen verspreiden - zien als een ontoelaatbaar gevaar voor hun land.
Vrolijkheid en dansen kunnen een verschil maken in het grimmige leven van een volk dat wordt geconfronteerd met economische strijd, politieke onrust, censuur en ontberingen in het algemeen. In Iran echter worden dergelijke zonnestralen beloond met intimidatie, shariarechtbanken en gevangenisstraffen. De resultaten zijn maar al te vaak gedwongen bekentenissen, die de Islamitische Republiek Iran uitzendt om hun zorgen te onderbouwen en om iedereen te bedreigen die zou kunnen overwegen om zelf te gaan dansen na het bekijken van deze video's.
Dit brengt ons terug bij de kwestie van het tienjarige meisje: "Waarom mag ik niet dansen? Waarom is dansen een misdaad?
Hoe moeilijk het ook is om voor te stellen hoe dansen tot gevangenisstraf zou kunnen leiden, het is veel moeilijker voor een kind dat zich net bewust wordt van de wereld om zich heen, maar nu vreest door de islamitische moraalpolitie te worden opgepakt, alleen voor het uiten van vreugde.
Waarom zijn zo veel islamitische religieuze leiders bezorgd en bang voor dansen? Waarom leggen islamitische groepen zo'n nadruk op het hersenspoelen van meisjes om te geloven dat dansen een onvergeeflijke zonde is?
Het kan deels een poging zijn om het seksuele verlangen te onderdrukken dat dansen of kijken ernaar kan opwekken, en deels over de wens om vrouwen te controleren, te beperken en te onderwerpen onder het voorwendsel ze "zuiver" en ogenschijnlijk vrij van seksueel verlangen te houden.
De beheersing van het vrouwenlichaam is altijd een belangrijke pijler van de sharia geweest in Iran. Zoals het opleggen van de sharia in Iran heeft aangetoond, geven de islamitische wetten prioriteit aan het toezicht op en de controle van alle aspecten in het dagelijks leven en de persoonlijke levenssfeer van iedere burger. Dit niveau van toezicht en bestraffing lijkt bedoeld te zijn om een sfeer van angst in de hele samenleving te creëren: mensen zijn zich er altijd van bewust dat ze worden bekeken.
Bovendien is voor radicale en extremistische moslims alles verboden wat als "leuk" kan worden bestempeld. Niet alleen om religieuze redenen, maar vooral om politieke redenen. In de ogen van fundamentalistische islamitische leiders worden mensen die zich bezighouden met leuke activiteiten, zoals dansen en het organiseren van feesten, minder bang. Minder angstige mensen zullen daardoor eerder de grenzen van de sharia overschrijden en in opstand komen tegen de staat. Dit wordt gezien als een bedreiging voor de macht die islamitische leiders over hun volk hebben.
Verder, vanuit het perspectief van de extremistische moslims, kan een vrouw die mag doen wat ze wil, haar rechten opeisen, "onzuiverheden" riskeren, financiële onafhankelijkheid verwerven en worden aangemoedigd om de status van ondergeschikte en tweederangs burger, die haar door de religieuze autoriteiten bij haar geboorte is toegekend, te verwerpen.
Maar zoals te verwachten roept het oplegging van de sharia ook weerstand op, vooral bij vrouwen en meisjes die, zoals zovelen van ons, naar vrijheid streven. Dat is de reden waarom, nadat meisjes als Maedeh Hojabri zijn gearresteerd, moedige vrouwen zich bij dezelfde zaak aan zijn gaan sluiten door hun eigen dansvideo's te plaatsen, waarmee ze Hojabri's dansen imiteren.
In moskeeën, op scholen en in de samenleving moet zorgvuldig worden toegezien op het onderrichten van de sharia. Voor mensen in het Westen lijkt het misschien onmogelijk dat dansen tot een misdaad verklaard wordt. Maar als de Sharia wordt opgelegd, kan elke onschuldige daad van "plezier" plotseling een misdaad worden.
Voorlopig kan het 10-jarige meisje alleen maar hopen op een toekomst waarin ze vrij is om te dansen, terwijl haar moeder blijft zoeken naar antwoorden. In het grootste deel van de wereld kunnen meisjes springen, spinnen en in vreugde schreeuwen -- maar voor veel andere meisjes wordt de geringste draai nog steeds beschouwd als een misdaad. Wie komt de moraalpolitie vervolgens ophalen?
Dr. Majid Rafizadeh is een aan Harvard opgeleide geleerde, zakenman, politicoloog, bestuurslid van Harvard International Review en voorzitter van de International American Council on the Middle East. Hij heeft meerdere boeken over de islam en het Amerikaanse Buitenlandse Beleid op zijn naam staan. Hij is te bereiken op Dr.Rafizadeh@Post.Harvard.Edu