Als Palestijns-Amerikaanse congreslid zou Rashida Tlaib moeten werken aan het bouwen van bruggen tussen haar volk en de VS, in plaats van deze te vernietigen. Haar felle aanvallen op Israël en de Amerikaanse regering moedigen echter Palestijnse hardliners aan en voeden de haat tegen de Israëli's en Amerikanen. (Foto: Christ Chavez/Getty Images) |
Congreslid Rashida Tlaib is blijkbaar overstuur omdat ze niet in staat was om tegen Israël te kunnen ageren tijdens een voorgenomen bezoek aan haar grootmoeder aldaar.
"Ik zou graag om toelating tot Israël willen vragen, zo schreef ze, "om mijn familieleden te bezoeken, en in het bijzonder mijn grootmoeder, die reeds ouder dan 90 is en in Beit Ur al-Fouqa woont. Dit zou mijn laatste kans kunnen zijn om haar te zien. Ik zal alle beperkingen respecteren en zal geen boycots tegen Israël promoten tijdens mijn bezoek. Dank u wel, Rashida Tlaib."
Toen haar brief echter naar de media werd gelekt, kwam Tlaib daar snel op terug:
"Een bezoek aan mijn grootmoeder onder deze beperkende omstandigheden, die bedoeld waren om mij te vernederen, zou mijn grootmoeders hart breken.
Haar reis zou mede worden gesponsord door Miftah, een non-profit organisatie die is opgericht door Hanan Ashrawi, lid van het uitvoerend comité van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO). Miftah promoot de vernietiging van Israël door economische wurgacties, zoals boycotten, heeft een zelfmoordbomaanslag aangeduid als "Palestijnse vrouwen die hun leven opofferen voor een rechtvaardige zaak" en heeft het middeleeuwse bloedsprookje gepromoot dat Joden christelijke kinderen doden om hun bloed te gebruiken om matzoh te bakken. De route die Miftah had gepland omvatte "geen geplande ontmoetingen met Israëlische functionarissen van welke politieke overtuiging dan ook, inclusief de Arabische wetgevers". Of zoals de journalist Charles Sykes opmerkte: "Het prijzen van zelfmoordterroristen en het verkondigen van een bloedsprookje is niet hetzelfde als 'bekritiseren van het Israëlische beleid'".
Tlaibs terugtrekking kwam nadat veel Palestijnen haar hadden bekritiseerd voor het vragen van toestemming aan Israël en voor het "voldoen aan de Israëlische voorwaarden".
Tlaib en haar collega, congreslid Ilhan Omar, hebben sindsdien Israël onder vuur genomen omdat hen de toegang tot het land werd ontzegd vanwege hun anti-Israëlische activiteiten.
Terwijl Tlaib de controverse rond haar bezoek gebruikt als een excuus om vernietigende aanvallen op Israël te lanceren, lijken de Palestijnen zich meer zorgen te maken over hun mislukte leiding op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Deze bezorgdheid lijkt Tlaib niet te delen met de Palestijnen, want voor haar komt het enige onrecht voort uit Israël.
De Palestijnen maken zich meer zorgen over de voortdurende machtsstrijd tussen hun Fatah en Hamas-leiders dan Tlaibs grieven over het niet zien van haar grootmoeder. Het Fatah-Hamas-geschil, dat heeft geleid tot de oprichting van twee afzonderlijke Palestijnse entiteiten – één op de Westelijke Jordaanoever en één in de Gazastrook - wordt door veel Palestijnen gezien als een bewijs van de incompetentie van hun leiders en het onvermogen om de levensomstandigheden in de twee gebieden te verbeteren.
Terwijl iedereen het had over de annulering van Tlaib's reis, waren de leiders van de door Fatah gedomineerde Palestijnse Autoriteit (PA) en Hamas nog steeds druk in gevecht met elkaar. De laatste controverse tussen de twee partijen brak uit over bezoeken van niet-Palestijnse Arabieren en moslims aan Jeruzalem, met name aan de heilige plaatsen in de stad.
De PA en Hamas zijn elkaar naar de keel gevlogen sinds Hamas in de zomer van 2007 met geweld de controle overnam in de Gazastrook en de PA daar afzette.
Sindsdien hebben de twee partijen ruzie gemaakt over zowat alles - met inbegrip van, opmerkelijk genoeg, de tijd. Als de PA bijvoorbeeld aankondigt dat de Palestijnen op een bepaalde datum zullen overschakelen naar zomertijd, maakt Hamas snel duidelijk dat het die aankondiging niet zal opvolgen en de klokken op een andere datum zal veranderen.
Het zou nuttig zijn geweest als het Palestijns-Amerikaanse congreslid zich inspande om de PA-ambtenaren te overtuigen hun relaties met de Amerikaanse regering te hervatten en manieren te onderzoeken om de Palestijnse economie te stimuleren en de levensomstandigheden in de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook te verbeteren. Als congreslid zou ze moeten werken aan het bouwen van bruggen tussen haar volk en de VS, niet het vernietigen daarvan. Haar felle aanvallen op Israël en de Amerikaanse regering moedigen echter Palestijnse hardliners aan en voeden de haat tegen Israëli's en Amerikanen.
Als Tlaib echt om de Palestijnen gaf, zou ze campagne voeren tegen de Palestijnse Autoriteit en de Hamas-leiders die een strijd om geld en macht voeren. Wellicht zou ze oproepen tot hervormingen en democratie onder de PA en Hamas. Het minste wat ze zou kunnen doen is eisen dat er een einde komt aan de schendingen van de mensenrechten door de PA en Hamas of dat er eindelijk eens presidents- en parlementsverkiezingen worden gehouden. Zij zou ook kunnen eisen dat er een einde komt aan het hardhandig optreden tegen de vrijheid van meningsuiting onder de PA en Hamas.
Aangezien Tlaib Israël en de Amerikaanse regering zo sterk veroordeelde, schepten de Palestijnen op dat ze erin geslaagd was om een conferentie in Ramallah te verijdelen, georganiseerd door de Amerikaanse ambassade in Jeruzalem.
De geplande conferentie zou oud-leerlingen van Amerikaanse educatieve en culturele programma's samenbrengen, waaronder tientallen Palestijnen uit de Gazastrook die van Israël toestemming kregen om de conferentie bij te wonen. De Amerikaanse ambassade werd gedwongen de conferentie af te blazen nadat de Palestijnen hadden opgeroepen tot een boycot van het evenement en de manager van een hotel in Ramallah hadden gewaarschuwd om het evenement niet te organiseren.
Als congreslid had Tlaib zich zorgen moeten maken, dan zou dat moeten zijn over het feit dat een Amerikaanse ambassade gedwongen werd een evenement te annuleren om de Palestijnen te helpen vanwege bedreigingen en oproepen tot een boycot.
Terug naar het geschil tussen de Palestijnse Autoriteit en Hamas, dat nu de kwestie van Arabische en islamitische bezoeken aan Jeruzalem raakt, een stad onder Israëlische soevereiniteit. Hetzelfde debat heeft ook geleid tot verdeeldheid onder vooraanstaande moslimgeleerden, die tegenstrijdige standpunten over dit onderwerp lijken te onderschrijven.
Recente spanningen tussen Palestijnen en Israël over Joodse bezoeken aan de Tempelberg, of Haram al-Sharif in het Arabisch, in het oude centrum van Jeruzalem, hebben het debat tussen Palestijnen en andere Arabieren en moslims over de betekenis en de gevolgen van dergelijke bezoeken opnieuw aangewakkerd.
De PA stelt dat bezoeken van Arabieren en moslims aan Jeruzalem belangrijk zijn, vooral omdat zij de "Arabische en islamitische identiteit" van de stad benadrukken. Hamas en haar bondgenoten, aan de andere kant, beweren dat niet-Palestijnse Arabieren en moslims die Jeruzalem bezoeken, in feite de normalisering met Israël bevorderen.
De PA en andere Arabieren en moslims nemen echter precies een tegenovergestelde standpunt in: zij beweren dat dergelijke bezoeken zullen worden gezien als een blijk van solidariteit met de Palestijnen die in Jeruzalem wonen en "de islamitische en Arabische identiteit" van de stad versterken.
De PA en Hamas echter zijn het eens als het gaat om totale oppositie tegen de bezoeken van Joden aan de site, die heilig is voor de Islam, het Jodendom en het Christendom. De leiders van beide Palestijnse rivaliserende partijen beweren dat Israël deze probeert te verdelen tussen moslim- en Joodse gelovigen.
Als onderdeel van hun campagne tegen de Joodse bezoeken, blijven de PA- en Hamas-functionarissen er bij de Palestijnen op aandringen om op het gebied van de Al-Aqsa Moskee samen te komen om het vermeende Israëlische plan te "verijdelen" (om Joden toe te staan daar te bidden). Deze oproepen worden bijna wekelijks gedaan.
In verscheidene publieke verklaringen in de afgelopen jaren heeft PA-president Mahmoud Abbas Arabieren en moslims opgeroepen om Jeruzalem en zijn heilige plaatsen te bezoeken om solidariteit te tonen met zijn Palestijnse inwoners.
"Een bezoek aan Jeruzalem wordt niet beschouwd als normalisering met Israël of erkenning van diens soevereiniteit," zei Abbas in een recente toespraak. Hij richtte zich tot de Arabieren en moslims en voegde daaraan toe: "Ik roep iedereen op om Jeruzalem te bezoeken en de Palestijnen daar niet in de steek te laten". Abbas ging verder met te stellen dat Israël de enige partij is die profiteert van een Arabische en islamitische boycot van Jeruzalem.
In een andere toespraak stelde Abbas dat de Koran en de islamitische religieuze wet, Shari'a, Arabieren en moslims niet verbieden om Jeruzalem te bezoeken.
Hij reageerde op een fatwa (islamitisch religieus decreet) van de Egyptische islamitische theoloog Yusef al-Qaradawi die niet-Palestijnse moslims verbood Jeruzalem te bezoeken terwijl de stad onder Israëlische controle staat. "Er is geen woord in de koran dat op zo'n verbod duidt," zei Abbas.
Bij een andere gelegenheid veroordeelde Abbas Al-Qaradawi krachtig en noemt hem een "oneervolle man". Abbas wees erop dat terwijl Al Qaradawi, nu gevestigd in Qatar, moslims en Arabieren opriep om Jeruzalem niet te bezoeken, hijzelf een paar jaar geleden, in 2013, de Gazastrook bezocht, na toestemming van Israël te hebben gekregen.
Al-Qaradawi kwam de Gazastrook binnen via de grensovergang met Egypte, niet via Israël. Abbas en andere Palestijnen beweren echter dat het bezoek niet had kunnen plaatsvinden zonder de toestemming van Israël.
Ze zeggen met andere woorden dat al-Qaradawi een hypocriet is omdat hij naar verluidt Israëlische toestemming zou hebben gekregen om de Gazastrook binnen te komen, terwijl hij Arabieren en moslims de toegang tot Jeruzalem zou willen ontzeggen, alleen maar omdat het onder Israëlische controle staat.
Tijdens zijn bezoek aan de door Hamas bestuurde Gazastrook verklaarde Al Qaradawi dat Israël geen bestaansrecht heeft. "Dit land is nooit een Joods land geweest," zei hij. "Palestina is voor de Arabisch-islamitische natie."
Al-Qaradawi, die wordt beschouwd als de spirituele leider van de Moslim Broederschaps, is alom beroemd voor het fanatiek aanwakkeren van religieuze haat en het bevorderen van geweld. Hij heeft zelfmoordaanslagen gerechtvaardigd, vooral tegen Israël, heeft zich herhaaldelijk uitgesproken tegen Joden als gemeenschap en heeft fatwa's uitgevaardigd die vrouwen vernederen.
In januari 2009 zei al-Qaradawi in een interview met Al-Jazeera:
"Oh God, tref Uw vijanden, de vijanden van de Islam ... Oh God, tref de verraderlijke Joodse agressors. ... Oh God, tel hun aantal, dood ze één voor één en spaar er geen."
Naast Al Qaradawi, hebben een aantal islamitische geestelijken en organisaties ook bepaald dat het voor Arabieren en moslims verboden is om Jeruzalem te bezoeken aangezien het onder Israëlische controle staat. Hun belangrijkste argument: dergelijke bezoeken bevorderen de normalisatie met Israël en kunnen worden geïnterpreteerd als erkenning van de Israëlische soevereiniteit over Jeruzalem.
Ondanks het verbod hebben verschillende Arabische en islamitische functionarissen en personen de afgelopen jaren Jeruzalem bezocht, om vervolgens te ontdekken dat zij onder Israël vrije toegang hebben tot de Al-Aqsa Moskee en andere heilige plaatsen in de stad. De bezoeken maakten al-Qaradawi en zijn vrienden in Hamas, een uitloper van de Moslimbroederschap, uiteraard woedend.
De Arabische en islamitische functionarissen die het terrein van de Al-Aqsa-moskee bezochten, ontdekten dat de werkelijke bedreiging voor hen afkomstig was van Palestijnse extremisten die hen daar met schoenen en stoelen aanvielen en zelfs in hun gezicht spuwden en beledigingen naar hen schreeuwden. Het meest recente incident vond vorige maand plaats, toen een groep Palestijnen Saoedische blogger Mohammed Saud aanvielen toen hij in de moskee aankwam om te bidden.
Vorige week heeft een Marokkaanse moslimgeleerde opnieuw de controverse aangewakkerd over de bezoeken van Arabieren en moslims aan Jeruzalem toen hij uitkwam vóór dergelijke bezoeken. De geleerde, Ahmed al-Raysuni, oordeelde dat de Arabieren en moslims die Jeruzalem bezochten, zich niet bezighielden met de bevordering van de normalisatie met Israël.
Niet verrassend, vonden de PA en Hamas in deze uitspraak een nieuw excuus om hun verschillen te benadrukken. De PA-leiding haastte zich om het te verwelkomen, terwijl Hamas zich ertegen verzette.
In 2013 heeft het aan Hamas gelieerde Palestina Scholars Forum zijn eigen fatwa uitgevaardigd die niet-Palestijnse Arabieren en moslims verbiedt om Israël te bezoeken, inclusief Jeruzalem. De groep argumenteerde dat door het boycotten van Israël, het "vuur van de jihad (heilige oorlog) zal blijven branden onder Arabieren en moslims tot de Al-Aqsa Moskee bevrijdt is".
Het is onwaarschijnlijk dat de Palestijnse Autoriteit en Hamas hun bezoekgeschil op korte termijn zullen oplossen. In feite lijken ze vastbesloten om hun strijd tot het bittere eind voort te zetten, ten koste van de hoge kosten voor de gewone Palestijnen.
Het wordt duidelijk dat de Palestijnen niet de enige moslimslachtoffers zijn in de rivaliteit tussen de PA en Hamas: niet-Palestijnse Arabieren en moslims die een religieuze reis naar hun heilige plaatsen in Jeruzalem willen maken, zitten nu gevangen in de grillige machtsstrijd tussen twee Palestijnse partijen -- die beiden nog steeds een totale minachting tonen voor hun volk en iedereen die het met hen oneens durft te zijn.
Bassam Tawil is een Arabische moslim uit het Midden-Oosten.