(Beeldbron: iStock) |
De Palestijnen hebben jarenlang onvoorwaardelijke financiering ontvangen van westerse donoren.
Zo werkte het: Palestijnse organisaties dienden een financieringsaanvraag in en de donoren ondertekenden automatisch de cheque of keurden de overschrijving goed van miljoenen dollars of euro's naar de bankrekeningen van de Palestijnen.
Kortom, de Palestijnse houding ten opzichte van westerse financiering is altijd als volgt geweest: "Jullie Westerlingen zijn ons dit geld schuldig omdat jullie hebben bijgedragen aan de oprichting van Israël na de Tweede Wereldoorlog. U hebt dus niet het recht om voorwaarden te stellen aan de financiering. Geef ons gewoon het geld en hou je mond. Elke weigering om aan onze eisen te voldoen zal leiden tot onze woede, en mogelijk tot terrorisme en andere vormen van geweld, niet alleen tegen Israël, maar ook tegen u [niet-moslim] 'ongelovigen' in het Westen."
Tegen deze achtergrond is het gemakkelijk te begrijpen waarom Palestijnse niet-gouvernementele organisaties (NGO's) nu woedend zijn op de Europese Unie (EU). De EU en haar lidstaten hebben onlangs het lef gehad om te eisen dat het geld van de Europese belastingbetaler niet in handen van terroristen of terroristische organisaties zou terecht komen.
De donorlanden lijken met andere woorden eindelijk wakker te zijn geworden van het feit dat hun geld in de zakken is beland van moslimterroristen en Arabische extremisten, die blijven aandringen op en werken aan de eliminatie van Israël.
Er zijn echter tekenen dat de EU op het punt staat om zich toch weer over te geven aan de Palestijnse druk en bedreigingen.
Tijdens een vergadering van de Commissie Buitenlandse Zaken van het Europees Parlement op 19 mei 2020 verklaarde Oliver Varhelyi, commissaris voor nabuurschap en uitbreiding, dat hij de hoofden van de EU-delegaties in Israël en op de Westelijke Jordaanoever/Gaza had opgedragen om "diepgaand" onderzoek te doen naar de beschuldigingen dat sommige EU-fondsen naar aan terreur-gerelateerde of terreur-ondersteunende ngo's gaan, en verklaarde dat dergelijke financiering "niet zal worden getolereerd".
De aankondiging kwam naar aanleiding van de bezorgdheid dat de EU, onder druk van de Palestijnse NGO's, is teruggekomen op haar voorwaarden voor het verstrekken van financiële middelen aan de Palestijnen.
In een brief van 30 mei 2020 met "opheldering" richting het Palestijnse NGO-netwerk, legde het hoofd van het bureau van de EU-vertegenwoordiger voor de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, Sven Kuhn von Burgsdorff, uit dat de EU "geen enkele organisatie uit het maatschappelijk middenveld zal vragen om haar politieke standpunt ten aanzien van een Palestijnse factie te wijzigen of een natuurlijke persoon te discrimineren op grond van zijn of haar politieke voorkeur."
Burgsdorff schreef echter ook:
"Hoewel de op de restrictieve EU-lijsten opgenomen entiteiten en groepen niet in aanmerking komen voor door de EU gefinancierde activiteiten, wordt ervan uitgegaan dat een natuurlijke persoon die banden heeft met, sympathiseert met of steun verleent aan een van de op de restrictieve EU-lijsten vermelde groepen of entiteiten, niet wordt uitgesloten van de door de EU gefinancierde activiteiten, tenzij zijn/haar exacte naam en achternaam overeenstemmen met een van de natuurlijke personen op de restrictieve EU-lijsten."
Deze ondoorzichtige taal betekent dat zelfs als een Palestijnse ngo die een EU-subsidie aanvraagt, en een filiaal is van terroristische groeperingen of personen uit deze groeperingen in dienst heeft, de EU haar toch zal voorzien van financiering door hun belastingbetalers - ongeacht of deze wel is aangewezen voor noodmaatregelen tegen COVID-19 of voor reguliere programma's, volgens NGO Monitor, een wereldwijd erkend onderzoeksinstituut dat ervoor zorgt dat besluitvormers en het maatschappelijk middenveld wel werken in overeenstemming met de beginselen van verantwoordingsplicht, transparantie en universele mensenrechten.
De Palestijnen merkten voor het eerst de kennelijke verandering in de positie van de donoren op in 2019, toen de EU een nieuwe clausule invoerde in haar contracten met Palestijnse ngo's, onder "Algemene voorwaarden die van toepassing zijn op door de Europese Unie gefinancierde subsidiecontracten voor externe acties" (bijlage G.2, bijlage II, artikel 1, lid 5 bis).
De clausule bepaalt:
"Begunstigden van subsidies en contractanten moeten ervoor zorgen dat onderaannemers, natuurlijke personen, met inbegrip van deelnemers aan workshops en/of opleidingen en ontvangers van financiële steun aan derden, op de lijsten met beperkende maatregelen van de EU staan."
Er zij op gewezen dat op deze lijsten terroristen en terroristische organisaties staan die als zodanig door de EU zijn aangewezen, zoals onder meer Hamas, de Palestijnse Islamitische Jihad en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) van de PLO. De drie groepen erkennen, samen met een aantal andere, het bestaansrecht van Israël niet en houden zich al lang bezig met terroristische activiteiten tegen Israëliërs.
De "antiterreur"-clausule van de EU heeft scherpe kritiek gekregen van de Palestijnen, waaronder tientallen NGO's die op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook zijn gevestigd. De belangrijkste klacht van de Palestijnen is dat zij geen "politiek geconditioneerde financiering" kunnen aanvaarden, van welke partij dan ook, met inbegrip van EU-donoren. Wat de Palestijnen betreft, hebben de westerse donoren niet het recht om te eisen dat hun belastinggeld niet naar de door de EU aangewezen terroristische organisaties zoals Hamas, de Palestijnse Islamitische Jihad en de PFLP gaat.
Hier is hoe een Palestijnse NGO, Badil, het verwoordde:
"Politiek geconditioneerde financiering wordt resoluut in zijn geheel verworpen, ongeacht het bedrag en de motivering. De zogenaamde screening- en doorlichtingsprocedures, die onder meer inhouden dat leden van de beheersorganen en personeel van organisaties, hun contractanten, dienstverleners en begunstigden worden onderworpen aan een onderzoek onder het mom van standaardveiligheidsmaatregelen, zal worden verworpen en veroordeeld. Palestijnse politieke groeperingen en krachten zijn geen terroristische organisaties en hun populaire, nationale en juridische status wordt niet bepaald door een Europees document."
Het PFLP, waarvan de leden de afgelopen decennia betrokken zijn geweest bij vele terreuraanslagen op Israël, beweert dat de EU-clausule inzake terrorismebestrijding "in het kader van maatregelen om de Palestijnse zaak te liquideren" is toegepast. Het PFLP is woedend omdat veel van de Palestijnse NGO's die op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook actief zijn, ermee verbonden zijn.
Deze week beschuldigde een groep Palestijnse NGO's in Oost-Jeruzalem de EU ervan samen te werken met Israël en de Amerikaanse regering om "de Palestijnse zaak te liquideren." Deze verzonnen beschuldiging is gebaseerd op de valse bewering dat de Europeanen deel uitmaken van het plan van de Amerikaanse president Donald J. Trump voor vrede in het Midden-Oosten en het plan van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu om de Israëlische soevereiniteit uit te breiden naar delen van de Westelijke Jordaanoever. Met name veel EU-staten en -leiders hebben expliciete anti-Netanyahu- en anti-Trump-standpunten.
Het Palestijnse verzet tegen de EU-vraag over de financiering van terroristen en terreurorganisaties is ook gebaseerd op het argument dat dit verzoek "vernederend" is voor de Palestijnen. De Palestijnen zien het verzoek als "vernederend" omdat ze geloven dat niemand het recht heeft om hen te vertellen dat Hamas en andere Palestijnse groeperingen zich met terrorisme bezighouden.
De Palestijnen zijn beledigd door het idee dat hun "melkkoe" nu weigert geld te produceren voor terroristische doeleinden.
De Palestijnse NGO's staan voor een dilemma. Aan de ene kant zijn ze wanhopig op zoek naar westers geld - voor tientallen miljoenen dollars en euro's. Aan de andere kant zijn ze bang dat de eis om ervoor te zorgen dat het geld niet naar terroristen gaat "de Palestijnse nationale strijd tegen Israël criminaliseert."
Het is duidelijk dat de Europeanen, die voorwaarden stellen, niet begrijpen dat voor de Palestijnen raketten, zelfmoordaanslagen, steekpartijen, schietpartijen en andere vormen van geweld niet als terrorisme worden beschouwd, maar eerder als heldendaden tegen Israël en de Joden.
De Europeanen hebben lange tijd tientallen NGO's gefinancierd die openlijk het anti-Israëlische geweld en de opruiing ondersteunen en bevorderen. Als reactie op de kennelijke stap van de EU om de regels van het spel te veranderen, keren Palestijnse groeperingen zich ook naar de westerse donoren, door hen te veroordelen, onder druk te zetten en te bedreigen.
Het valt nog te bezien of de Europeanen zullen toegeven aan de Palestijnse dreigementen van vergelding, en en dat zij hun eis zullen laten vallen dat EU-geld daadwerkelijk hongerige mensen voedt in plaats van de Palestijnse terroristen te voeden in hun honger naar Joods bloed.
Khaled Abu Toameh, een in Jeruzalem bekroond journalist, is een Shillman Journalism Fellow van het Gatestone Institute.