In plaats van iets te doen om COVID-19 vaccins veilig te stellen voor de twee miljoen Palestijnen die onder hun heerschappij leven in de Gazastrook, gaan de Palestijnse terreurgroepen Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad door met datgene waar ze zich experts in hebben getoond: zich voorbereiden op een oorlog tegen Israël en het leven van onschuldige burgers in gevaar brengen, zowel Israëliërs als Palestijnen. Afbeelding: Een woordvoerder van de in Gaza gevestigde terreurgroepen spreekt op een persconferentie tijdens gezamenlijke militaire oefeningen onder leiding van Hamas, in Gaza-Stad op 29 december 2020. (Foto door Mohammed Abed/AFP via Getty Images) |
Terwijl velen in de internationale gemeenschap meer en meer hun bezorgdheid uiten over de economische en humanitaire crisis in de door Hamas gecontroleerde Gazastrook, lijken de Palestijnse terreurgroepen daar zich steeds minder te bekommeren om de verbetering van de levensomstandigheden van hun bevolking.
Deze groepen, speciaal Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad (PIJ), doen niets om de twee miljoen Palestijnen die onder hun heerschappij in de Gazastrook leven, in te enten tegen COVID-19.
In plaats daarvan gaan Hamas en PIJ door met datgene waarin zij zich hebben bekwaamd: zich voorbereiden op een oorlog tegen Israël en het leven van onschuldige burgers in gevaar brengen, van zowel Israëliërs als Palestijnen.
Bij de voorbereiding van de oorlog vervaardigen en smokkelen de twee door Iran gesteunde groepen verschillende soorten wapens, waaronder raketten en explosieven, die zij van plan zijn om te gebruiken bij hun aanvallen op Israël. In plaats van medicijnen en vaccins op te slaan, zijn Hamas en PIJ bezig raketten en explosieven op te slaan.
De wapens worden opgeslagen in de huizen van Palestijnen en in openbare instellingen in de hele Gazastrook, waaronder scholen, ziekenhuizen en moskeeën. Hamas en PIJ slaan de wapens niet op in hun eigen kantoren en gebouwen, omdat ze bang zijn het doelwit van Israël te worden. Door wapens op te slaan onder de plaatselijke burgerbevolking geven Hamas en PIJ blijk van hun totale minachting voor het leven van hun volk, dat wordt gebruikt als kanonnenvoer en als menselijk schild in een jihad (heilige oorlog) tegen Israël.
Het is veelzeggend dat internationale mensenrechtenorganisaties en "pro-Palestijnse" belangengroepen over de hele wereld - door het negeren van de gevaarlijke acties van Hamas en PIJ, niet alleen tegen Israël zijn, maar ook tegen Palestijnen - alsmede blijk geven van minachting voor de veiligheid en de levens van de Palestijnen.
Bij gebrek aan internationale aandacht hebben Hamas en PIJ de Gazastrook veranderd in één grote opslagplaats voor het opslaan van allerlei soorten wapens. De Palestijnse terreurgroepen die klagen over een verlammende economische crisis in de Gazastrook lijken op de een of andere manier altijd genoeg geld te vinden om wapens te kopen, te smokkelen of te produceren.
De stemmen van de internationale mensenrechtenorganisaties en "pro-Palestijnse" activisten over de hele wereld worden ook niet gehoord wanneer Palestijnen het slachtoffer worden van de roekeloze praktijken van Palestijnse terreurgroepen.
Neem bijvoorbeeld de explosie die Bet Hanoun, een Palestijnse stad in het noorden van de Gazastrook, in de ochtend van 23 januari 2021 op zijn grondvesten deed schudden.
Volgens het door Hamas gecontroleerde ministerie van Openbare Werken en Huisvesting vernietigde de explosie die zich voordeed in een huis, twee huizen volledig en beschadigde 100 andere.
Ten minste 47 Palestijnen, waaronder negen kinderen en 15 vrouwen, raakten gewond bij de explosie, volgens het Al-Mezan Centrum voor Mensenrechten, een Palestijnse organisatie.
De explosie, die door de Palestijnen een "ongeluk" wordt genoemd, werd veroorzaakt door wapens die waren opgeslagen in een huis dat toebehoorde aan een lid van de PIJ uit de Alkafarna familie in Beit Hanoun.
Dergelijke "ongelukken" zijn niet ongewoon in de Gazastrook. In 2009 trof een raket, afgevuurd door Palestijnse terreurgroepen in de richting van Israël, een huis in de stad Bet Lahiya in de Gazastrook, waarbij twee Palestijnse meisjes van vijf en twaalf jaar oud om het leven kwamen. Bovendien hebben Hamas en andere Palestijnse terreurgroepen vaak het oorlogsrecht geschonden door raketten af te vuren vanuit dichtbevolkte gebieden.
Op 2 januari raakten nog eens drie kinderen en een vrouw gewond bij een ander "ongeluk" in de wijk Shajjaiyeh in Gaza-Stad. De explosie werd blijkbaar veroorzaakt door wapens die door Palestijnse terreurgroepen in een huis waren opgeslagen.
In april 2020 werd een Palestijnse man gedood en raakten drie anderen gewond, ook weer bij een "ongeluk" in de Sheikh Radwan buurt van Gaza-Stad. Opnieuw werd de explosie klaarblijkelijk veroorzaakt door wapens die toebehoorden aan Hamas en PIJ.
Vier maanden later werden vier militieleden van de PIJ gedood toen een raket waar zij mee bezig waren per ongeluk ontplofte ten oosten van Gaza-Stad. De militieleden waren klaarblijkelijk bezig met de voorbereiding om een raket af te vuren op Israël vanuit een woonwijk in de Gazastrook.
De meeste inwoners van de Gazastrook zijn te doodsbang om de Palestijnse terreurgroepen te bekritiseren voor het opslaan van wapens in woonwijken. Na de Bet Hanoun explosie echter, veroordeelden verschillende Palestijnen Hamas en PIJ voor het in gevaar brengen van het leven van onschuldige burgers. volgens de Egyptische krant Al-Masry Al-Youm:
"Gebruikers van sociale media en burgers richtten scherpe kritiek op de Islamitische Jihad vanwege haar roekeloze gedrag en haar gebrek aan zorg voor de veiligheid van onschuldige burgers, als gevolg van het verbergen en opslaan van explosieve materialen in de huizen van burgers, wat in het verleden veel slachtoffers heeft veroorzaakt."
De krant citeerde een niet-geïdentificeerde getuige die zei dat de explosie in Bet Hanoun plaatsvond in een huis dat toebehoorde aan een familie die bekend staat om haar nauwe banden met Hamas en PIJ.
Maysara Alkafarna, een Palestijnse die in het gebied woont waar de explosie plaatsvond, nam een ongebruikelijke en moedige stap door de Palestijnse terreurgroepen aan te vallen over hun minachting voor de veiligheid van de Palestijnen in de Gazastrook.
In een bericht op Facebook schreef Alkafarna:
"Tot wanneer zal deze minachting voor de levens van de mensen voortduren? Waarom moeten de harten van een hele buurt worden gedood uit angst en moet hun geschreeuw de hemel bereiken? Is het niet genoeg dat ze al in honger en armoede leven? Aan onze leiders: Genoeg van jullie achteloosheid. Jullie hebben ons vernietigd. Wij zijn geen veld voor experimenten."
Het Al-Mezan Centrum voor Mensenrechten riep ondertussen op tot een onderzoek naar de explosie. De organisatie onthulde dat een huis van drie verdiepingen volledig werd verwoest, terwijl zes aangrenzende huizen gedeeltelijk werden beschadigd, waaronder een school, een jeugdclub en een politiebureau.
"Het Al-Mezan Centrum voor Mensenrechten bekijkt de explosie met bezorgdheid," zo zei het in een verklaring, eraan toevoegend dat soortgelijke incidenten in het verleden hebben plaatsgevonden in woonwijken in de Gazastrook.
"Deze incidenten schenden de mensenrechten en het internationaal humanitair recht. Al-Mezan herhaalt zijn oproep voor een uitgebreid en ernstig onderzoek naar dit incident, en voor het publiceren van de resultaten van het onderzoek en het nemen van de nodige maatregelen om herhaling ervan te voorkomen."
De explosie in de Gazastrook vond plaats op het moment dat de leiders van Hamas, PIJ en andere Palestijnse facties naar verwachting in de komende weken in Egypte bijeen zullen komen om de voorbereidingen voor het houden van nieuwe algemene verkiezingen te bespreken. Het is niet de bedoeling dat de Palestijnse groeperingen de gevolgen van de explosie bespreken, vooral omdat deze wordt gezien als een blamage voor de terreurgroepen die de huizen van burgers gebruiken om wapens op te slaan.
Hamas heeft zich al bereid verklaard deel te nemen aan de komende verkiezingen. Hamas hoopt om de overwinning in de parlementsverkiezingen van 2006 te kunnen herhalen.
Het is belangrijk te benadrukken dat Hamas van plan is aan de verkiezingen deel te nemen terwijl het wapens blijft opslaan in woonwijken in de Gazastrook.
Hamas kan gerust zijn, wetende dat het de internationale gemeenschap niet kan schelen als meer Palestijnen de prijs blijven betalen voor "ongelukken" veroorzaakt door explosieven en raketten die zijn opgeslagen in de huizen van Palestijnen. Als de explosie in Bet Hanoun was veroorzaakt door Israël, dan zouden de internationale media over zichzelf heen buitelen om te schreeuwen over weer een Israëlische "oorlogsmisdaad". Misschien is het tijd om acht te slaan op berichten zoals die van de Alkafarna -- berichten die de ware vijand aan de kaak stellen: Hamas, PIJ, en andere Palestijnse terreurgroepen.
Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist uit Jeruzalem, is een Shillman Journalistisch Medewerker aan het Gatestone Institute.