De afgelopen jaren beleefde de mislukte staat Libanon een van zijn ergste economische, politieke en sociale crises in de recente geschiedenis als gevolg van jaren van politieke strijd en economische ondergang. Maar in plaats van hun inspanningen te richten op het vinden van manieren om de crisis te beëindigen, besteden de Libanese autoriteiten en leiders hun tijd aan het intimideren van degenen die het lijden van het Libanese volk trachten te verlichten.
Dat is wat onlangs is gebeurd met een hooggeplaatste christelijke figuur uit Libanon die het Libanese volk trachtte te helpen door hun geld en medicijnen te verstrekken.
Vorige week werd de geestelijke, de maronitische aartsbisschop Musa al-Hajj, aangehouden en verschillende uren ondervraagd door de Libanese veiligheidsdiensten op verdenking van een poging om geld en medicijnen te bezorgen aan gezinnen in Libanon. In ieder ander land zou al-Hajj zijn geprezen en beloond voor zijn liefdadigheidswerk en goede daden.
In zijn geval is al-Hajj echter het doelwit van de autoriteiten geworden omdat hij de hulp uit Israël probeerde over te brengen.
Al-Hajj, aartsbisschop van Haifa en het Heilige Land, werd aangehouden toen hij terugkeerde van een bezoek aan Israël. Hij werd 11 uur vastgehouden en acht uur lang verhoord. Nadat het paspoort van al-Hajj in beslag was genomen, legde een Libanese militaire rechter een reisverbod op aan de bisschop, die ervan werd beschuldigd grote sommen geld in Amerikaanse dollars naar Libanon over te brengen.
Veel Libanezen spraken hun verontwaardiging uit over de detentie van de bisschop, die regelmatig Israël bezoekt in zijn hoedanigheid van hoofd van de maronitische kerk die daar eigendommen en grond bezit. Hij heeft ook Libanese christelijke maronitische families bezocht die de afgelopen decennia naar Israël zijn gevlucht vanwege de bedreigingen van hun leven.
De Raad van Maronitische Bisschoppen, die een spoedvergadering hield onder leiding van patriarch Bechara Boutros al-Rai, gaf uiting aan haar ontsteltenis over de arrestatie van al-Hajj.
Al-Hajj vertelde al-Rai dat alle spullen die hij bij zich had, waaronder medicijnen en hulp aan Libanese gezinnen, en zelfs zijn persoonlijke mobiele telefoon, werden doorzocht zonder rekening te houden met zijn religieuze positie.
Een Libanese gerechtelijke bron vertelde aan de krant Saudi Arab News:
"Tijdens het onderzoek werden veel medicijnen en een geldbedrag ter waarde van 460.000 dollar in het bezit van al-Hajj gevonden. Hij had ook een lijst met meer dan 100 Libanese namen, en naast elke naam stond een verwijzing naar een geldbedrag van niet meer dan 500 dollar of een verwijzing naar een medicijnzakje dat aan hen moest worden geleverd."
Het is vermeldenswaard dat de Libanese autoriteiten geen probleem lijken te hebben met de honderden miljoenen dollars en wapens die reeds lang door Iran worden verzonden naar Hezbollah, de door Iran gesteunde terroristische proxy die Libanon in feite controleert.
De Libanese autoriteiten beschuldigen bisschop al-Hajj van verraad omdat hij geld brengt naar de armen en de zieken, op een moment dat Iran - via Hezbollah - geld en wapens levert die gebruikt zullen worden in de volgende oorlog tegen Israël.
Het geld en de wapens die de Iraniërs naar Libanon sturen zijn bedoeld om de controle van de mullahs over het land te versterken. Iran houdt trouwens al drie andere Arabische landen bezet: Syrië, Jemen en Irak.
Veel Libanezen grepen de sociale media aan om hun afschuw uit te spreken over de intimidatie van de bisschop.
Een van hen, Michel Faddoul, bracht de kwestie onder de aandacht van de katholieke paus Franciscus:
"Beste paus, ik schrijf deze tweet om u te informeren dat de 'ISIS' (Islamitische Staat) Libanese autoriteiten, die beweren de rechten van christenen te beschermen, bisschop Musa al-Hajj voor 8 uur hebben gearresteerd in een poging de kerk en haar leider onder druk te zetten."
De Libanese politieke analist Joseph Abu Fadel wees erop dat de detentie van de bisschop kwam terwijl de Libanese autoriteiten Hamas-leiders en -leden hebben toegelaten om vrij het land binnen te komen.
"In onze dagen wordt een bisschop gearresteerd en ondervraagd alsof hij een buitenlandse agent is, terwijl Hamas-leider Ismail Haniyeh met volle eer wordt ontvangen."
Voormalig Libanees minister van Administratieve Hervorming May Chidiac, die in 2005 een moordaanslag overleefde, gaf commentaar op de detentie van de bisschop door te stellen dat het geen zonde was voor christenen die naar Israël vluchtten om geld en medicijnen naar hun families in Libanon te sturen. Chidiac merkte op dat Hezbollah secretaris-generaal Hassan Nasrallah eerder had gedreigd om de christenen "af te slachten" onder het voorwendsel van samenwerking met Israël:
"In 2000 dreigde [Hezbollah-leider Hassan] Nasrallah: Wij zullen hen in hun bed afslachten! De opnames zijn beschikbaar. Hun families in Libanon steunen met geld en medicijnen is geen zonde, maar hen veroordelen als buitenlandse agenten en bisschop Musa al-Hajj arresteren is wel een zonde."
Zij merkte ook op dat er regelmatig vanuit Syrië en Iran verschillende soorten voedsel, medicijnen en andere producten naar Libanon worden gesmokkeld.
Alain Dargham, een verslaggever voor MTV Lebanon News, schreef dat het Libanese volk gedwongen is om hulp te zoeken bij hun families en verwanten in Israël "vanwege het falen van de Libanese staten op alle niveaus."
De kwestie van de Libanese bisschop is het zoveelste voorbeeld van hoe sommige Arabieren zo verblind zijn door hun haat voor Israël dat zij zelfs de broodnodige hulp die door hun eigen volk wordt gestuurd, afwijzen, gewoon vanwege de vermeende "misdaad" om in Israël te wonen.
De christenen die naar Israël vluchtten, deden dat uit angst voor hun leven en dat van hun gezinnen. Zij vluchtten voor het terrorisme en de intimidatie van Hezbollah en andere terroristische groeperingen.
Als de christelijke families die in Israël wonen in staat zijn geld en medicijnen naar hun familieleden in Libanon te sturen, toont dat aan dat degenen die naar Israël zijn getrokken het veel beter hebben dan de christenen die zij in Libanon hebben achtergelaten.
Bisschop al-Hajj is geen verrader. Hij is een held voor zijn gemeenschap en de rest van het Libanese volk: hij was bereid het risico te nemen om hulp over de grens van Israël naar Libanon over te brengen.
Iran en Hezbollah zijn bang dat dergelijke hulp de ogen van het Libanese volk zou openen en hen zou doen inzien dat Israël niet hun vijand is. God verhoede dat zij zelfs zullen inzien dat het leven in Israël toch niet zo slecht is -- en dat hun Israëlische buren bereid zijn hen te helpen.
De leiders van Libanon, die verslag moeten uitbrengen aan hun meesters in Teheran, zijn er klaarblijkelijk op uit hun volk in ellende en armoede te laten leven. De leiders zijn bang dat als de mensen een goed en comfortabel leven leiden, zij niet meer zullen denken aan geweld en jihad (heilige oorlog) tegen Israël omdat zij dan veel te verliezen zouden hebben. De leiders willen ook dat hun volk in ellende en armoede blijft leven, zodat zij de schuld op Israël kunnen schuiven.
"De destructieve acties van Libanon's politieke en financiële leiders zijn verantwoordelijk voor het dwingen van het grootste deel van de bevolking van het land tot armoede, in strijd met de internationale mensenrechtenwetgeving," zegt de speciale VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten, Olivier De Schutter, in een rapport.
"Straffeloosheid, corruptie en structurele ongelijkheid zijn ingebakken in een politiek en economisch systeem dat is ontworpen om de mensen aan de onderkant van de samenleving in de steek te laten, maar dat hoeft niet zo te zijn", aldus De Schutter, een onafhankelijke deskundige die is aangesteld door de VN-Mensenrechtenraad.
"Het politieke establishment was al jaren op de hoogte van het dreigende cataclysme, maar deed weinig om het af te wenden. Individuen met goede connecties hebben zelfs hun geld het land uitgesluisd, vergemakkelijkt door een juridisch vacuüm waardoor kapitaal het land uit kon stromen. De waarheid en het afleggen van verantwoording moeten worden nagestreefd als een kwestie van mensenrechten...
"De politieke leiders hebben totaal geen gevoel meer met de realiteit, ook niet met de wanhoop die zij hebben gecreëerd door het leven van mensen te verwoesten. Libanon is ook een van de meest ongelijke landen ter wereld, maar de leiders lijken zich daar in het beste geval niet bewust van te zijn, en zich er in het slechtste geval gemakkelijk bij te voelen."
Khaled Abu Toameh is een bekroond journalist die in Jeruzalem woont.