Het lijkt erop dat de meeste mensen in Europa – na het optreden van de Parijse slachtpartijen bij het tijdschrift Charlie Hebdo en de koshere supermarkt – zijn vergeten , of nooit hebben geleerd, dat Moslims Europa vroeger verschillende malen zijn binnengevallen. In de 8e eeuw slaagden de Moren (Moslims uit Noord-Afrika) erin Spanje te veroveren en de vroeg-Middeleeuwse Franse koning, Karel Martel, vocht met ze en stopte de Moorse invasie van Frankrijk. Het duurde 800 jaar om de Islam uit Spanje te verdrijven, de definitieve verdrijving van de Moren uit Andalusië vond plaats in 1492. Later, in 1683, lukte het de Ottomanen om tot aan de poorten te komen van Wenen. Hoe is de aard van de Islam en de geschiedenis in Europa in de vergetelheid geraakt?
Noorwegen, net als vele andere landen in Europa na de Tweede Wereldoorlog, heeft een expansieve verzorgingsstaat opgebouwd. Deze is gebaseerd op gedeelde warden, gedeelde doelen en een gedeeld geloof in de staat. Door de geschiedenis heen heeft Noorwegen zich laten voorstaan op een grotendeels klasseloze maatschappij, met een grote middenklasse en slechts een kleine hogere klasse of adel.
Geschiedenis is niet een erg gewaardeerd vak in het onderwijssysteem van Noorwegen. Het is ondergebracht bij "Sociale Vakken" of "Noors". Vele Noren zijn zich hierdoor niet bewust van de manier waarop hun samenleving en democratie tot stand zijn gekomen, en van de enorme hoge prijs die ervoor is betaald. Huidige generaties lijken dit vanzelfsprekend te vinden.
De ontwikkeling van het Westen, die is begonnen met Socrates in Athene; wat zich toen vanaf Rome verder heeft ontwikkeld tot een rechtsstaat gebaseerd op toetsbaar bewijs en rechtsgelijkheid; en toen het theologische debat dat voorafging aan de Reformatie en de Renaissance; de Verlichting en de groei van de wetenschap – dit alles, gedurende honderden jaren, heeft onze hedendaagse democratische samenlevingen gecreëerd. De hedendaagse grondwetten, wetssystemen, moraal en zelfs gewenste waarden voor kinderen, zijn gebaseerd op de waarden en eigenschappen zoals uitgedrukt in het Oude en Nieuwe testament, maar de meeste jonge mensen zijn zich hiervan niet bewust.
Islam is een ideologie. Alle naties hebben hun eigen ideologie, al is dit niet altijd duidelijk voor degenen die erin zijn opgevoed. Wat, dan, is Noorwegen's na-oorlogse ideologie (of idealisme), en hoe doordrenkt dit de Noorse samenleving vandaag de dag?
Voordat er grote hoeveelheden olie werden gewonnen in de 70-er jaren was Noorwegen grotendeels een monoculturele samenleving. De afgelopen 40 jaar vormden een snelle overgang naar een multiculturele samenleving, waarvan de voorafgaande solidariteit en gedeelde waarden nu worden afgebroken en ter discussie worden gesteld door parallele, en in het geval van de Islam, enkele zeer tegenovergestelde waarden en doelen.
Met de immigratie komt er een grotere kloof tussen de armsten en de rijksten dan vroeger het geval was, maar Noorwegen blijft vasthouden aan haar sterke sociale waarden van gelijkwaardigheid en haar droom van solidariteit – misschien de hoofdreden waarom het socialisme nog steeds een sterke greep heeft op het land.
Het Noorse onderwijssysteem is doordrenkt van een idealistische visie op gelijkheid en een geloof in cultuurrelativisme: dat iedereen, elke cultuur en elke religie een gelijke waarde heeft. Scholen, en zelfs kleuterscholen, zijn verplicht om eraan te werken om klasseverschillen ongedaan te maken. Aangezien de staat tegen het concept is van privé scholen is er bijna geen alternatief voor de staatsschool. De meerderheid van de leerkrachten zijn idealisten die geloven in het idealisme dat zij verplicht verkondigen.
Cultuur- en godsdienstrelativisme hebben de overhand. De Islam wordt in schoolboeken gepresenteerd als "gewoon een van de religies". Belangrijke gebruiken, zoals het wassen voorafgaand aan het bidden, en het vijf keer per dag bidden, worden behandeld; maar Mohammed's levensloop, de ideologie en de agenda van de Islam, het concept van de kafir [ongelovige] en alle agressieve inhoud wordt onder het tapijt geveegd. De Islam wordt voorgesteld als een aantrekkelijke religie, niet als een ideologie, en wordt afgeschilderd alsof die reeds is hervormd, een situatie die echt niet van toepassing is.
Er is geen traditie van debatteer clubs in Noorwegen; het gevolg is dat er pressie heerst om een consensus te vormen van gezichtspunten en gedachten. In Engeland wordt debatteren beschouwd als een kunst. Veel scholen hebben daar een debatteer club en men ziet er geen kwaad in om het sterk met elkaar oneens te zijn, men gaat na afloop nog steeds naar de kroeg. In Noorwegen, op het werk, is het niet altijd een veilge optie om het niet met elkaar eens te zijn. Een mening uiten die tegen de stroom ingaat, kan worden geassocieerd met "moeilijk zijn", "ruzie zoekerig" en dat wat jij denkt "fout" is, met een onplezierige ondertoon van "je bent fout geprogrammeerd".
Noorwegen's politici zijn zowel jonger als minder ervaren dan hun Europese collega's, die meestal later in hun leven de politiek ingaan na een loopbaan in de zakenwereld. Weinigen van Noorwegen's politici hebben een internationaal perspectief vanuit een hogere opleiding of vanuit een loopbaan buiten de politiek. Velen zijn zo vanuit de collegebanken de politiek in gegaan. Ze zijn opgegroeid in een samenleving met een kleine bevolking met een ingewortelde socialistische consensus, en die aandringt op concensus. Hoe kan iemand dan een afwijkende mening uiten in een land wiens politici en media zijn geworteld in socialistisch denken; waar het discussiëren over religie "niet kan"; waar politiek religie heeft vervangen, en waar een kleine bevolking is die zorgt voor overeenstemming van denken, met het risico om te worden gesanctioneerd voor het uiten van andere gedachten?
De meeste media hebben dezelfde kijk als Noorwegen's politici. Er is sprake van ofwel complete onwetendheid of een blinde weigering om naar de wortels te zoeken van het islamitisch terrorisme, of naar het effect van de doctrine van de Islam op de socialisatie, mindset en acties van Moslims. Ondanks het bestaan van informatieve, onafhankelijke websites zoals document.no en rights.no, weigeren de media ook maar te kijken naar de doctrines van de Islam.
Liever dan de Islam zelf te onderzoeken, hechten politici in Noorwegen blind geloof aan wat de imams in Noorwegen zeggen dat de Islam is. Op vergelijkbare wijze is de Islamsk Råd, de Islamitische Raad van Noorwegen ruimte gegeven in de media om te bepalen wat de Islam wel en niet is.
De afgelopen drie jaar hebben een explosie te zien gegeven van kennis over de Islam bij de man in de straat, grotendeels dankzij het internet, en geїnspireerd door sleutelfiguren als Geert Wilders, Ayaan Hirsi Ali, Irshad Manji, Broeder Rashid en Noorwegen's eigen Hege Storhaug. Terwijl geen enkele kritische stem over de Islam aandacht krijgt in de media, hebben de media recent voor Duitsland's populistische PEGIDA beweging (Patriottische Europeanen tegen de Islamisering van het Westen) hierin al een beginnende kentering aangebracht.
PEGIDA werd afgelopen oktober gestart in Dresden door Lutz Bachman, die aftrad op 21 januari 2015, nadat een foto van hem opdook waarop hij poseerde als Hitler. De razend om zich heen grijpende populariteit door heel Europa ondanks een bestaan van slechts drie maanden lijkt te danken te zijn aan de verwaarlozing door de politici en de media van het gepeupel, -- in het bijzonder de weigering of onkunde van de media om onafhankelijke onderzoeksjournalistiek te bedrijven.
Mensen bespreken nu wat de Europese media er precies van weerhoudt om naar de wortels van de Islam te kijken – ze bespreken welke elementen van de belangrijkste geschriften (de Koran, de sira en de hadith) conflicteren met de niet-Islamitische wereld.
Als de media en politici toegeven dat er een probleem is, zullen zij gedwongen zijn om hun geloof in het multiculturalisme terug te trekken en zich te verontschuldigen voor het vrijwillig toestaan van een verandering van Noorwegen's demografie, met potentieel veel gewelddadige uitkomsten. Zij zouden misschien gedwongen zijn om toe te geven dat de media en politici de gevaren van de Islamitische doctrines kennen, maar niet durven publiceren; dat ze misschien collectief zijn bedreigd en bang zijn voor de consequenties. De media van sommige landen zouden wel eens bang kunnen zijn om te praten over de doctrines van de Islam vanwege hun afhankelijkheid van olie uit het Midden-Oosten, maar dit is niet het geval in Noorwegen.
PEGIDA's volgelingen kunnen een pijnlijk noodzakelijk debat losmaken over de ongeopende doos van Pandora met de doctrines van de Islam. Zij kunnen ook vragen stellen die gesteld moeten worden, maar waarvoor noch politici noch de media de durf hebben gehad om ze te stellen.
Karikaturen en spotprenten zijn slechts het symptooom; we moeten bij de wortel zien te komen.
Bjorn Jansen is een journalist in Noorwegen.