Palestijnse activisten beëindigden op 11 mei een conferentie in Oost-Jeruzalem waar Israelis en Palestijnen bijeen kwamen om een twee-statenoplossing te bespreken. De activisten behoren tot de anti-normalisatie campagne, die ernaar streeft ontmoetingen tussen Israelis en Palestijnen te dwarsbomen.
De conferentie in het Ambassador Hotel werd georganiseerd door het Israel Palestine Center for Research and Information (IPCRI), een NGO-denktank gevestigd in Jerusalem, die naar een twee-statenoplossing streeft.
De conferentie genaamd "Is de twee-statenoplossing nog steeds relevant?", was bedoeld om het dossier vanuit zowel een Palestijns als links-Israelisch perspectief te benaderen.
Volgens de organisatie was de conferentie mogelijk gemaakt door steun van de Nederlandse regering.
De Israëlische zijde werd vertegenwoordigd door Dr. Alon Liel, oud directeur-generaal van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken. De identiteit van de Palestijnse vertegenwoordiger was niet op voorhand bekend gemaakt, blijkbaar om druk van de "anti-normalisatie"-activisten te voorkomen.
Liel is een uitgesproken criticus van het Israëlische beleid jegens de Palestijnen. Twee jaar terug vertelde hij The Times of Israel dat hij culturele boycots tegen Israel steunt, en dat hij zelf begonnen was met het boycotten van producten uit nederzettingen, uit protest tegen het stagnerende vredesonderhandelingen.
Maar dat alles weerhielden de "anti-normalisatie"-activisten er niet van zijn speech te onderbreken en hem te dwingen het podium en hotel te verlaten.
Kort nadat de discussie begon bestormden Palestijnse activisten, waarvan er veel gelieerd waren aan Mahmoud Abbas' PA, de conferentiezaal en begon leuzen te scanderen die de "normalisatie met Israel" afkeurde.
Een van de demonstranten stelde dat hij en zijn vrienden waren gekomen om hun afkeur van normalisatie-bijeenkomsten tussen Israelis en Palestijnen te tonen. Andere demonstranten legden uit dat: "Dit niet de eerste keer is dat zulke bijeenkomsten plaatsen vinden in Jerusalem en de Westbank. Dit fenomeen moet stoppen."
Dat sommige demonstranten gelieerd waren aan Fatah weerhield hen er niet van het PA-leiderschap te veroordelen om het feit dat zij veiligheids-relaties in de Westbank met Israel onderhouden.
Hamas, dat Israel's bestaansrecht niet erkent en tegen elke vergadering met de "zionistische entiteit" is, was er snel bij om de activisten die de vergadering in Jerusalem opbraken te prijzen.
"Het dwarsbomen van de normalisatie-conferentie in het bezette Jerusalem is een teken van een groot bewustzijn van de Palestijnse jongeren en de vastberadenheid van ons volk in het omgaan met de bezetter als een vijand die bestreden moet worden, en niet geaccepteerd moet worden," zei Hamas woordvoerder Hussam Badran. "Wij salueren deze vrije jongeren voor die deze nationale actie uitvoerden."
Hamas toont aan dat de activisten die de conferentie bestormden eigenlijk de belangen van de islamitische beweging dienen, die zich gesterkt voelt door dergelijke acties. Door het veroordelen van zulke acties te verzuimen bevordert de PA en het Fatah-leiderschap dus eigenlijk ook Hamas' agenda en ideologie.
Dit was niet de eerste keer dat "anti-normalisatie"-activisten Israelis en Palestijnen die op vrede uit zijn tot doelwit maakten. Dit gebeurde afgelopen jaren meerdere keren, in zowel de Westbank als Jeruzalem.
Vorig jaar nog, werd een gelijksoortige conferentie in hetzelfde hotel afgeblazen nadat activisten de hal bestormden en deelnemers verjoegen.
Een paar weken later vielen de activisten twee bijeenkomsten in Ramallah aan. De eerste was een opvoering door een Indiase dansgroep. De demonstranten beschuldigden de klassieke Indiase dansers, Kathak, ervan op te treden voor de Indiase gemeenschap in Tel Aviv, omdat dit een vorm van normalisatie met Israel was. PA-veiligheidseenheden gebruikten fysieke overmacht om de demonstranten uiteen te drijven.
De activisten werden gearresteerd omdat zij de PA in verlegenheid brachten - die de Indiase dansers had uitgenodigd - niet om de anti-normalisatie campagne.
Nog een evenement dat het doelwit werd van activisten vond plaats in het City Inn Hotel in Ramallah, waar Israelis en Palestijnen bijeenkwamen onder de banier van "Mensen Maken Vrede." Het was georganiseerd door Minds of Peace, opgericht door een Israëlische activist, Sapir Handelman. De Israëlische deelnemers werden naar Palestijnse politievoertuigen gehaast, die hen naar de meest nabije IDF checkpoint bracht.
De Palestijnse anti-normalisatie-campagne is onderdeel van de BDS-beweging, die voornamelijk actief is in de VS, Canada, Australië, Engeland, Zuid-Afrika en andere westerse landen. Hun eerste doelstelling is het intimideren en bedreigen van Palestijnen en Israelis die vrede zoeken en in een tweestatenoplossing geloven. De tweede doelstelling is het delegitimeren en isoleren van Israel in de internationale gemeenschap. In dit opzicht heeft de groep veel in gemeen met Hamas en andere terroristische organisaties, die streven naar de vernietiging van elke kans op vrede tussen Israel en de Palestijnen.
Palestijnen moeten afstand nemen van degenen die hen hun wil opleggen door intimidatie en terreur. Het boycotten van Israelis, zeker de Israelis die de Palestijnen steunen, is niet in het Palestijnse belang. De "anti-normaliserings- en BDS-bewegingen zijn in feite anti-Palestijnse, anti-Israëlische, anti-vredes-bewegingen die degenen die zijn claimen te helpen schaden.