De bezettende Palestijnse islamitische beweging, Hamas, heeft een originele manier gevonden voor het oplossen van hun financiële crisis. De beweging is nu van plan om hun onbetaalde ambtenaren te betalen met voormalige Israëlische nederzettingen in de Gazastrook.
Het land, dat weggegeven is door Israël in 2005 als onderdeel van de "terugtrekking" uit de Gazastrook, had een oplossing moeten betekenen voor de ernstige woningnood in het land onder het Palestijnse beleid. Toentertijd waren er veel speculaties over projecten voor het bouwen van huizen voor duizenden Palestijnse families in de Gazastrook.
De Israëlische "terugtrekking" heeft een aantal olierijke Arabische landen gestimuleerd om met voorstellen te komen voor de oplossingen van de ernstige woningnood in de Gazastrook. De landen die voormalig Joodse nederzettingen onderhielden hadden de Gazastrook moeten laten transformeren tot een Singapore in het Midden-Oosten.
In plaats daarvan gingen deze grote en ambitieuze plannen verloren toen Hamas de controle kreeg over de Gazastrook in 2007. Sindsdien is de hele Gazastrook getransformeerd tot de basis van verschillende islamitische groeperingen. Naast het onderdrukken en het intimideren van de lokale bevolking gebruiken deze groepen, waaronder Hamas, islamitische Jihad en andere jihadistische milities, Gaza om terroristische aanvallen tegen Israël uit te voeren en om de nationale veiligheid van Egypte, aan de andere kant van de grens, te bedreigen.
De Palestijnse Autoriteiten (PA), welke door Hamas zijn afgezet in de Gazastrook, hebben sindsdien niks kunnen betekenen voor de 1.8 miljoen Palestijnen die daar wonen. Vandaag is het duidelijk dat de kans van de PA om terug te keren naar de Gazastrook gelijk aan nul is. De Palestijnse Autoriteiten mogen in feite van geluk spreken dat ze nog enige macht hebben in de Westelijke Jordaanoever.
Was het niet dankzij de aanwezigheid van de Israel Defense Forces in de Westelijke Jordaanoever, zouden de Palestijnse Autoriteiten al heel lang geleden ingestort zijn en zouden de leiders van Hamas in het kantoor zitten van de PA president, Mahmoud Abbas, in Ramallah.
Meerdere pogingen tijdens de afgelopen jaren om het geschil tussen Abbas' regerende partij, Fatah, en Hamas te beëindigen, zijn mislukt. Voor nu lijkt het erop dat de Palestijnen nog voor vele jaren zullen moeten leven met de realiteit dat ze twee gescheiden staten hebben – één in de Westelijke Jordaanoever en een andere in de Gazastrook.
De "verzoenings" overeenkomst van vorig jaar tussen Fatah en Hamas, die resulteerde in de oprichting van het Palestijnse "nationale consensus"-bestuur, vond plaats in de tijd dat de islamitische beweging zijn ergste financiële crisis doormaakte. Deze crisis was een direct gevolg van de consistente oorlog tussen de Egyptische president Abdel Fattah Sisi en Hamas, en andere terroristische groeperingen in de Sinaï Peninsula.
De leiders van Hamas hoopten erop dat het "verzoeningsakkoord" met Abbas hen op zijn minst zou helpen met het oplossen van de problemen van tienduizenden van hun ambtenaren in de Gazastrook, die al meer dan 4 jaar geen salaris hebben gekregen. Met andere woorden, hoopte Hamas – dat krap bij kas zit – dat het nieuwe "nationale consensus"-bestuur, onder leiding van Minister President Rami Hamdallah, het salaris van tienduizenden Hamasleden zou betalen. Het geld zou natuurlijk moeten komen uit de V.S. en de EU landen die de Palestijnse Autoriteiten blijven financieren.
Niettemin heeft Abbas sindsdien geweigerd de Hamasleden te betalen, en wel om twee redenen. Ten eerste is hij zich ervan bewust dat een dergelijke keuze voor sancties zal zorgen vanuit Amerika en de EU tegen zijn bestuur. Ten tweede, is Abbas bang dat wanneer hij het salaris betaalt van burgerdienaren van Hamas, hij hiermee de islamitische beweging nog meer macht geeft en ze hiermee nog meer grip krijgen op de Gazastrook.
Na maanden van mislukte overeenkomsten tussen Abbas en Hamas om de crisis van de onbetaalde burgerdienaren op te lossen, hebben de autoriteiten van Hamas besloten hun handen te leggen op 1000 dunam (247 acres) aan land – een deel ervan waren voormalige Joodse nederzettingen in de Gazastrook – en ze te verdelen over hun medewerkers.
Dit controversiële besluit, welke door veel Palestijnen wordt uitgeroepen tot "de grootste gronddiefstal ooit," is genomen door leden van de Palestijnse Wetgevende Raad tijdens een bijeenkomst in Gaza City vorige week.
Ziad al-Thatha, een hoge ambtenaar van Hamas in de Gazastrook, verklaarde dat het in beslag genomen grondgebied binnenkort verdeeld zal worden over burgerdienaars die al langer dan een jaar geen salaris hebben ontvangen. Hij zei dat het gebied tevens gebruikt zal worden om de schulden te dekken van de vele gemeentebesturen in de Gazastrook.
Een andere hoge ambtenaar van Hamas, Salah Bardaweel, verdedigde het besluit met zijn argument dat de Palestijnse Autoriteiten voorheen ook 7000 dunam (1729 acres) aan grond hebben bezet in de Gazastrook voor hun eigen belangen.
Wat Hamas dus eigenlijk zegt is: Als de Palestijnse Autoriteiten eerder grote porties hebben kunnen stelen van het land in de Gazastrook, is er geen reden waarom Hamas dit niet zou mogen.
De Palestijnse Autoriteiten en vele Palestijnen reageerden gechoqueerd op het besluit van Hamas om hun medewerkers te compenseren met stukjes landgoed. Maar naast het sterk afkeuren van de zet van Hamas, weten Abbas en zijn luitenanten in Ramallah dat ze niets kunnen doen om het land-confiscaties te voorkomen.
De Palestijnen betalen wederom een grote prijs voor de blijvende machtsstrijd tussen Fatah en Hamas en hun mislukte leiderschap – in zowel de Westelijke Jordaanoever als in de Gazastrook. Door het land van hun volk te stelen en het te verdelen over hun volgers, ondermijnen Hamas en Fatah de Palestijnse droom om een normale staat met de principes van een democratie, democratische controle, transparantie en een wetgeving te stichten, alleen maar verder.