Rond 45.000 Armeense en Assyrische christenen (ook wel bekend als Syrische en Chaldeeuwse christenen), die uit Syrië en Irak zijn gevlucht en zich gevestigd hebben in de kleine Anatolische steden in Turkije, worden gedwongen om hun religieuze identiteit te verbergen, volgens de Hurriyet krant.
Sinds de Islamitische Staat (ISIS) de Iraakse en Syrische steden is binnengevallen, zijn de christenen en Yezidi's de belangrijkste doelgroep geworden, en zij worden geconfronteerd met mogelijk een nieuwe genocide onder de moslims.
Anonis Alis Salciyan, een Armeniër die uit Irak gevlucht is naar Turkije, zei tegen Hurriyet dat zij in het openbaar doen alsof ze moslim zijn.
"Mijn man en ik vluchtten een jaar geleden met onze twee kinderen uit Irak, samen met nog ongeveer 20 andere gezinnen. Er was veel druk op ons in Irak," zei Salciyan, eraan herinnerend dat haar man een juwelierszaak had in Irak, maar nu werkloos is. "We hebben familie in Europa. Alleen dankzij hun steun redden we het. Onze kinderen kunnen hier niet naar school. Ze spreken geen Turks."
Wat de situatie van de christelijke vluchtelingen in Turkije nog tragischer maakt is dat de voorouders van sommige van hen uit Anatolië werden verdreven door de Ottomaanse autoriteiten en door de lokale moslims een eeuw geleden. Dat was wat nu bekend staat als de Armeense genocide en de Assyrische genocide van 1915.
Een andere familie, Linda en Vahan Markaryan, vluchtte ook naar Turkije met hun twee kinderen. Hun huis in Bagdad werd overvallen door de ISIS-jihadisten.
"Mijn dochter, Nusik, zeven jaar oud, stopte met praten op die dag. Ze heeft niet meer gesproken sinds die dag. We werken er hard aan om haar een behandeling te geven, maar ze kan nog steeds niet spreken", zegt Linda Markaryan, eraan toevoegend dat het moeilijk voor hen was om hun godsdienst uit te oefenen. "We moeten onze gebeden thuis doen."
Islamitische jihadistische legers vielen de landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika binnen in het begin van de 7e eeuw. De inheemse niet-moslimvolkeren van die landen zijn de betekenis vergeten van wat veiligheid, veiligheid en godsdienstvrijheid is.
In elk land dat nu in meerderheid moslim is, zijn er horrorverhalen over gewelddadige onderwerping, verkrachting, slavernij en moord op de niet-moslims door de jihadisten.
Christenen waren er in Syrië sinds de vroegste dagen van het christendom. Vandaag, na de invallen van ISIS, vluchten ze voor hun leven.
Mosliminvasies in het Byzantijnse Syrië gebeurden onder Mohammeds opvolgers, de kaliefen Aboe Bakr en Umar ibn Khattab in de 7e eeuw. In 634 werd Damascus, toen voornamelijk christelijk, de eerste grote stad van het Byzantijnse Rijk die aan het Rashidun kalifaat toeviel.
Damascus werd later de hoofdstad van het Omajjaden kalifaat, de tweede van vier grote islamitische kalifaten. En Arabisch werd de officiële landstaal.
In Irak, waar veel christelijke vluchtelingen in Turkije vandaan komen, was ook een campagne tot islamisering.
Islamitische Arabieren veroverden wat nu als "Irak" wordt aangeduid van het Perzische Sassanidische Rijk in 636. Ze verbrandden de Zoroastrische geschriften, ze brachten de priesters om, ze plunderden steden met namen hen als slaven gevangen - net zoals ISIS vandaag doet.
Wanneer islamitische legers niet-islamitische landen veroverden, kregen de christenen en joden de keuze van ofwel bekeren, of te worden gedood, of te leven als een "dhimmi": derde klasse, nauwelijks "getolereerde" mensen in hun onteigende land, en het betalen van een belasting (de jizya) in ruil voor een zogenaamde "bescherming". [1]
Nu, in de 21e eeuw, zeggen de christenen in Turkije dat ze nog steeds in angst leven.
Op 28 december 2012 bijvoorbeeld, werd de 85 jaar oude Maritsa Kucuk, een Armeense vrouw geslagen en doodgestoken in haar huis in de buurt van Samatya (een van de grootste Armeense gemeenschappen in Istanbul), waar ze alleen woonde. Haar zoon, Zadig Kucuk, die haar dode lichaam thuis vond, zei dat een kruis op haar borst werd gesneden.
In december 2012 werd ook in Samatya een andere vrouw, T.A., 87, in haar huis aangevallen, geslagen en de keel dicht geknepen. Ze verloor een oog.
"De pers, de politie, de politici en de overheden hebben geen aandacht voor deze kwestie," schreef Rober Koptas, de toenmalige hoofdredacteur van het Armeense tweetalige weekblad Agos. "Zij geven er de voorkeur aan te zwijgen, alsof deze aanvallen nooit hebben plaatsgevonden. Het verhoogt de onrust van alle Armeniërs die in Turkije leven."
In januari 2013 werd Ilker Sahin, 40, een leraar die werkte op een Armeense school in Istanbul, onthoofd in zijn huis.
In 2011 sloeg een Turkse taxichauffeur in Istanbul een Armeense klant. "Je accent is slecht," zei hij tegen haar. "Je bent een kafir [ongelovige]."
In de ogen van veel vrome moslims lijkt tolerantie eenrichtingsverkeer te zijn. Veel moslims hebben blijkbaar nog steeds niet geleerd hoe andere mensen met respect te behandelen. Niet-moslims over de hele "moslimwereld" zijn ofwel vermoord of gedwongen om in angst te leven. Veel moslims denken kennelijk nog steeds dat niet-moslims hun dhimmi's zijn, die ze zo verschrikkelijk kunnen behandelen als ze willen.
In westerse landen zijn moslims gelijkwaardige burgers met gelijke rechten. Maar sommigen van hen vaak vragen zelfs meer 'rechten', meer privileges van hun regeringen, zoals islamitische sharia-rechtbanken met een parallel rechtssysteem. Als hun eisen niet worden ingewilligd, beschuldigen ze de mensen van "islamofobie" en "racisme".
In landen met een moslimmeerderheid, waaronder Turkije, worden niet-moslims voortdurend beledigd, bedreigd of zelfs vermoord - en de meeste moslims, met inbegrip van overheden, lijken er niet om te geven.
"De relatie tussen de islam en de rest van de wereld wordt gekenmerkt door asymmetrie," schreef de auteur Jacob Thomas,
"Moslims kunnen genieten van allerlei vrijheden en privileges in de landen van de Kuffar [de ongelovigen], maar niet-moslims hebben niet dezelfde rechten en privileges als ze leven in de Daru'l islam ["het huis van de islam", landen beheerst door islamitische regeringen]. Westerse politici schijnen deze ongelijkheid niet op te merken, terwijl de meeste westerse academici ook niet bezorgd zijn over het gebrek aan tegenprestatie in de islamitische wereld. In onze geglobaliseerde wereld mag deze stand van zaken niet blijvend zijn. "
Helaas is het haten van christenen uitgegroeid tot een norm in de islamitische landen, en deze norm zal niet snel verdwijnen. Dit betekent dat de christenen in het Midden-Oosten zullen blijven lijden, en zelfs vermoord worden. En het zal uiteindelijk uitsterven in het Midden-Oosten als de beschaafde wereld hen niet helpt.
Zoals Linda Markaryan zei, een christelijke vluchteling die voor ISIS vluchtte uit Irak, die nu in Turkije woont: "We hebben geen toekomst hier, alles in ons leven is onzeker. Onze enige wens is om een betere toekomst aan onze kinderen te kunnen bieden op een plek waar ze veilig en zeker zijn."
"We werken alleen in tijdelijke banen, op plekken zoals bouwplaatsen," zei haar echtgenoot, Vahan Markaryan. "De andere werknemers [Turkse burgers] krijgen ongeveer 100 Turkse lira per dag betaald, maar ze betaalden ons slechts 25 lira per dag voor hetzelfde werk. En we kunnen onze rechten niet opeisen."
Hurriyet meldde ook dat de christelijke vluchtelingen in Turkije een beroep hebben gedaan op de Verenigde Naties om naar de VS, Canada of Oostenrijk te kunnen gaan, want hen is nu in Turkije een verblijfsvergunning verleend tot slechts 2023.
Alle Westerse landen zouden prioriteit moeten geven aan christenen uit islamitische landen bij het verlenen van de vluchtelingenstatus. Het Westen, omdat het immers de joods-christelijke cultuur van liefde en mededogen heeft, lijkt een morele verantwoordelijkheid te hebben om eerst de christenen te helpen, want zij zijn het meest verdrukt en de goedaardigste van de immigranten.
Uzay Bulut is een geboren en getogen moslim, en Turks journalist die woont in Ankara.
[1] Voor meer informatie over dhimmitude, zie "De dhimmi: joden en christenen onder de islam", door Bat Ye'or, Fairleigh Dickinson University Press, 1985.