De 74e verjaardag van een pijnlijke tragedie vond plaats in Turkije op 24 februari 2016.
De MS Struma was een klein ijzeren schip dat in 1867 gebouwd werd als een door stoom aangedreven schoener, maar hij werd later uitgerust met een onbetrouwbare tweedehands dieselmotor. In 1941 kreeg het opdracht om naar schatting 781 Joodse vluchtelingen veilig te vervoeren uit Roemenië, een as-bondgenoot van Groot-Brittannië, naar het Britse Mandaat Palestina. Tussen het vertrek van Constanta aan de Zwarte Zee op 12 december 1941 en aankomstdatum in Istanboel op 15 december had de motor van het vaartuig meerdere malen gefaald. Op 23 februari 1942 met een motor die nog steeds niet goed werkte, sleepten de Turkse autoriteiten de Struma met de vluchtelingen aan boord van Istanbul door de Bosporus naar de Zwarte Zee. Op de ochtend van 24 februari 1942 torpedeerde de Sovjet-onderzeeër Shch-213 de Struma en doodde allen behalve een van de vluchtelingen en de 10 bemanningleden.
Tot aan dit jaar heeft Turkije, een van de belangrijkste boosdoeners, slechts eenmaal de slachtoffers herdacht. Maar dit jaar heeft Turkije officieel besloten dit voor de tweede keer te doen. Een krans en anjers werden op de zee uitgeworpen in de schaduw van de verschrikkelijke gebeurtenis die decennia geleden plaatsvond.
Bij de herdenkingsceremonie in de Sarayburnu-haven op de Bosporus waren aanwezig: het hoofd van de Joodse Gemeenschap in Turkije, Ishak Ibrahimzadeh, opperrabbijn Isak Haleva, en Istanbuls gouverneur Vasip Sahin. In zijn toespraak zei Sahin: "We zien dat de nodige lessen niet werden getrokken uit dergelijke tragedies." Hij was correct, althans vanuit het standpunt van de Turken.
Als het gaat om een diplomatiek conflict tussen Turkije en Israël, oftewel het Turkse antisemitisme, zit er altijd wel een ongewoon soort optimisme in de officiële taal die wordt gekozen door Israëlische ambtenaren of leiders van de Joodse Gemeenschap.
Bijvoorbeeld prees Ibrahimzadeh de "recente stappen van de Turkse overheid om de geschiedenis van de Joodse Gemeenschap te herstellen." In navolging van ditzelfde optimisme hebben voorzitter Stephen Greenberg en uitvoerend vice-voorzitter Malcolm Hoenlein van de Conferentie van voorzitters van grote Amerikaanse Joodse organisaties verzekerd dat in Turkije de kleine (minder dan 17.000 leden tellende) Joodse Gemeenschap zich "veilig en beschermd" voelt, ondanks dat deze geplaatst is middenin een politieke vete tussen Turkije en Israël - voor het eerst in 2009 aangewakkerd door de toenmalige Turkse premier Recep Tayyip Erdogan, die in botsing kwam met de voormalige Israëlische President Shimon Peres op een bijeenkomst van het World Economic Forum in Davos in Zwitserland.
Dergelijk optimisme in officiële verhalen is normaal, vooral omdat Ankara en Jeruzalem privé bezig zijn geweest om een deal te onderhandelen om hun vijandelijkheden te beëindigen en hun diplomatieke betrekkingen te normaliseren. Niet-constructieve, laat staan explosieve, toespraken van een staat of niet-overheidsspelers zullen de diplomaten aan beide zijden niet helpen bij hun inspanningen om zich te verzoenen. Toch zijn de feiten ter plekke een beetje anders dan het rooskleurige beeld.
Als de Turkse Joden zich "veilig en beschermd" voelen in Turkije, waarom voelen ze zich dan gedwongen om hun scholen en synagogen te beschermen met zware beveiliging? Waarom zien de meeste synagogen in Istanboel er bijna uit als de Amerikaanse ambassade in Bagdad of Islamabad?
Op 20 januari 2016 is een Turkse synagoge in een oude Joodse wijk in Istanbul vernield met antisemitische graffiti, enkele dagen nadat haar eerste gebedsdienst werd gehouden sinds 65 jaar. Vandalen schilderden op de buitenmuren van de Istipol synagoge de leus: "Terrorist Israël, daar is Allah."
"De Anti-Israëlische uitspraak, geschreven op de buitenmuur van een synagoge, is een daad van antisemitisme," zei Ivo Molinas, hoofdredacteur van Turkse Joodse krant, Şalom. "Wijdverbreid antisemitisme komt in Turkije in de plaats van het vieren van de rijkdom aan culturele verscheidenheid in dit land."
Minder dan een maand daarna vooerde een column in het radicale islamitische Turkse dagblad Vahdet aan dat de evolutietheorie van "de Jood" Charles Darwin in tegenspraak was met Allahs woord in de Koran, en dat in feite de apen geëvolueerd zijn uit perverse Joden die Allah vervloekte en strafte.
Niet verwonderlijk is dat de columnist, Seyfi Sahin, een fervent voorstander is van de Rechtvaardigheids en Ontwikkelings Partij van President Erdogan. Sahin beweert arts te zijn, en voerde aan dat "Joden de wereld van de wetenschap terroriseren", en dat "een Jood Darwins evolutietheorie bedacht om de moslims te bekeren van hun religie." Hij schreef verder:
"Het doel van [Darwins] theorie is om de niet-Joden af te keren van hun religie, hun geloof te schaden, en hen wantrouwig te maken over hun godsdienst. Darwin, een Jood, geloofde, leefde, en werd begraven volgens zijn godsdienst. Zijn echte doelstelling was de moslims. Ik ben van mening dat de gorilla's en chimpansees die vandaag leven in de bossen van Noord-Afrika vervloekte Joden zijn. Ze zijn perverse mensen die zich hebben gemuteerd."
Er zijn geen meldingen van of Sahin wordt onderzocht of vervolgd onder de Turkse antiracisme-wetten. Niet verwonderlijk ook. Van een dergelijk geval is nooit gehoord.
Meer recentelijk was er het merkwaardige geval van Yusuf Kaplan, een Turkse islamitische columnist en een lieveling van Erdogan en zijn aanhangers - totdat hij het buitenlandbeleid van de regering durfde te bekritiseren. Kaplan, columnist voor Yeni Safak, één van Erdogans favoriete kranten en één van zijn trouwste aanhangers, voerde in een televisie-optreden aan dat het buitenlandbeleid van de regering onverenigbaar was met de regionale realiteit. En dus? Niet zo moeilijk om te raden...
Gebruikers hebben op de sociale media opgeroepen tot Kaplans dood en beschuldigden hem van het doden van een andere pro-regering journalist als zijnde een Britse spion en of "heulend met de Joden". Velen noemden hem een "Joodse stroman". Een Joodse stroman? De man heeft een opmerkelijk verleden van antisemitische uitspraken, met inbegrip van zijn bewering dat "de Joden de westerse universiteiten regeren, en de wereldmedia, en dat hun paranoia tot barbaarse, wrede en onmenselijke afmetingen kan leiden."
Op de 74e verjaardag van het Struma-drama bereikte het antisemitisme in Turkije een intensiteit zodat zelfs de antisemitische islamisten niet immuun waren voor een antisemitische smeercampagnes.
Burak Bekdil, gevestigd in Ankara, is een Turkse columnist voor de krant Hürriyet en een medewerker aan het Midden-Oosten Forum.