De mens verschilt van het dier door het feit dat het een moordenaar is; het is de enige primaat die leden van zijn eigen soort zonder reden doodt en martelt... en die hier bovendien voldoening uithaalt." — Erich Fromm, The Anatomy of Human Destructiveness.
In heel de wereld lijden mensen aan de een of andere soort psychische stoornis. Onder hen is ook een substantieel aandeel dat zich aangetrokken voelt tot verscheidene gewelddadige uitingen. Wanneer er omstandigheden ontstaan die hun niet te onderdrukken gewelddadige neigingen rechtvaardigen, onder de mantel van een of andere "hogere zaak" -- zoals een revolutie, rebellie of jihad -- dan zullen sommigen deze vrijbrief dankbaar aanpakken.
Er is een hoogst belangrijke les voor het Westen en zijn groeiende strijd tegen terrorisme. Het is dat in veel gevallen, gebeurtenissen binnen religie of politiek, niet gebeuren om de redenen die aangegeven worden. Eerder, ogenschijnlijk nobele zaken die worden aangedragen, worden na de handeling aan gedragen als rationalisatie van bepaalde barbaarse menselijke neigingen.
"Homo homini lupus,", zei Freud: "De mens is een wolf jegens de mens." In essentie ligt deze observatie ten grondslag aan alle vormen van terrorisme, alsook oorlogen, genocide, en veel alsmaar herhalende vormen van gewelddadige misdaad. Dit betekent dat als we ooit een oprechte oorlog aan het terrorisme willen verklaren, we eerst voorbij het gebruikelijke palet van militaire remedies moeten kijken. Die behalen immers meestal niet meer dan een futiel effect in de marge van wat daadwerkelijk belangrijk is.
Jaren terug, beschreef de bekende Amerikaanse politieke wetenschapper Harold Lasswell, politici als figuren die "hun persoonlijke motieven naar publieke objecten verplaatsen, en rationaliseren zij deze verplaatsing in termen van publieke vooruitgang." Wat hij met deze psychologische verklaring bedoelde, is dat de kern van politieke motieven vaak ten diepste persoonlijk zijn, primair overeenkomen met de angst voor verlies van status en aanzien, en zich willen laten reinigen door hun eigenaren in naam van een soort verheven motief. Geen enkele Amerikaanse presidentskandidaat zal ooit erkennen dat hij of zij zich kandidaat stelt om de eigen persoonlijke behoeften te vervullen, maar alle kandidaten zullen stellen dat zij zich op een of andere manier "geroepen" voelden om een land in gevaar te redden van een "usual suspect".
Vandaag de dag zien we dat dergelijke publieke rationaliseringen en verplaatsingen niet beperkt zijn tot gewone politiek. In tegendeel, we kunnen erkennen dat deze dynamiek reeds van toepassingen is op een aantal moderne terroristen, met name ISIS en andersoortige jihadisten.
Voor de zekerheid, er is geen wetenschappelijke manier om overtuigingen of motieven op bruikbare wijze voorspeld of gediagnosticeerd kunnen worden.
Heden worden terroristische eenlingen meestal "Lone wolfs" genoemd, maar als we deze anderszins prima analogie willen behouden, is het van essentieel belang dat we eerst iets anders begrijpen: de emotionele dynamiek die terroristen drijft is mogelijk helemaal niet de oprechte toewijding aan een zaak, maar een handige manier om de eigen criminele impulsen te rechtvaardigen.
In de afwezigheid van zo'n handige rechtvaardiging is zulk crimineel gedrag simpelweg niet goed te praten. Maar met een zichzelf dienende rechtvaardiging, kan het een "heroïsche" revolutionaire daad of zelfs "martelaarschap" betekenen. Voor de dader -- en de mentale stoornis sluit een hoge intelligentie absoluut niet uit -- is een de metamorphose van crimineel geweld tot een toegestane, gevierde, of zelfs verplichte vorm, natuurlijk zeer welkom.
Immers, zo'n transformatie levert niets minder dan de conversie van kwaad naar goed; inderdaad, soms zelfs in iets heiligs.
Voor hedendaagse terroristen, zij het in Parijs, Orlando of Nice, is de moord van ongewapende burgers een typisch bevredigende boetedoeningen, een proces van schuld afschuiven dat doet denken aan rituele processen als bloedlaten, religieuze offers en een uitlaatklep voor sadistische seksuele opwinding. Voor jihadisten in het bijzonder, vindt terreur een schuilplaats binnen de islam, maar de aangevoerde theologie is waarschijnlijk niet veel meer dan een handige dekmantel voor het uitvoeren van verboden wensen. Het aantal aanhangers toont alleen maar aan hoe breed gedragen deze verboden wensen zijn -- maar ze hebben weinig met politiek van doen.
"De mens hunkert naar drama en opwinding," schreef Erich Fromm, "maar wanneer hij geen bevrediging van een hoger niveau kan halen, creëert hij voor zichzelf het drama van vernietiging." Wat het offeren van onschuldigen betreft, zoals in Florida, Frankrijk, of elders, het bloedvergiet voorziet de terrorist in (1) een niet te vergelijken uitlaatklep voor de gruwelijke gewelddadige impulsen die anderszins in bedwang gehouden hadden moeten worden; en (2) een mogelijkheid om deze daden te maskeren als groteske vormen van "geloof".
Uiteindelijk lijken terrorisme als antwoord op psychische wensen niet van elkaar te onderscheiden. Maar hoe kan men deze aanname omzetten in het bedenken van een meer effectieve strategie voor contraterreur? Als er wereldwijd letterlijk miljoenen genadeloze en diep getroubleerde individuen zijn, die hunkeren naar het "drama van destructie", en vervolgens een rechtvaardiging of andere "hoge" motief vinden, wat kan er dan gedaan worden hen te identificeren en neutraliseren? De simpele getallen zijn amper voor te stellen.
Uiteindelijk zouden operationele plannen voor contraterreur zorgvuldiger gestructureerd moeten worden rondom zowel de cumulatieve wijsheid van Sigmund Freud, Erich Fromm en Sun Tzu of Clausewitz.
Tezamen genomen betekent dit dat men het doden niet louter moet zien als een uitdrukking van religie of politiek; en dat er betere firewalls gecreëerd moeten worden tussen psychopathisch gedrag en politieke uitingen. De laatste aanbeveling hangt af van voorafgaande pogingen mensen van de verleidelijke notie af te helpen: dat terrorisme moordenaars in spe kan voorzien in een bevredigend pad naar persoonlijke heiligheid en uiteindelijke verlossing.
Louis René Beres is Emeritus Proffessor in Internationaal Recht aan Purdue University. Zijn mest recente boek heet: Surviving Amid Chaos: Israel's Nuclear Strategy.