Een Berlijnse rechtbank vaardigde een tijdelijk dwangbevel tegen Facebook uit. Met de dreiging van een boete van €250.000 euro of een gevangenisstraf werd Facebook verplicht om een verwijderde opmerking van een gebruiker te herstellen. Bovendien verbood de uitspraak de onderneming om de gebruiker op grond van deze opmerking te verbannen.
Het is de eerste keer dat een Duitse rechtbank een zaak behandelt die een gevolg is van de Duitse internetcensuurwet, die op 1 oktober 2017 van kracht werd. De wet bepaalt dat social media-bedrijven binnen 24 uur na ontvangst van een gebruikersklacht over "klaarblijkelijke" strafbare feiten, zoals smaad, laster, laster of opruiing, deze moeten verwijderen of blokkeren.
Zoals veel critici opmerkten, maakt deze staatscensuur de vrijheid van meningsuiting afhankelijk van willekeurige beslissingen van bedrijfsentiteiten die waarschijnlijk meer dan het absoluut noodzakelijke zullen censureren; om niet het risico te lopen een verpletterende boete van tot wel €50 miljoen te krijgen. Volgens een krantenartikel hebben de moderators van Facebook slechts tien seconden de tijd om te beslissen of ze een opmerking wel of niet verwijderen.
De zaak voor de rechtbank in Berlijn ging over een artikel van de Zwitserse krant Basler Zeitung van 8 januari 2018 met de titel "Viktor Orban spreekt van een moslim-'invasie'" en dat op haar Facebook-site geplaatst was. In de flaptekst:
"Viktor Orban vraagt zich af hoe in een land als Duitsland ...de chaos, anarchie en illegale grensoverschrijding als iets goeds zou kunnen worden gevierd.
Facebook-gebruiker Gabor B. plaatste toen een reactie:
"Duitsers worden steeds dommer. Geen wonder, want de linkse media bestookt hen dagelijks met nepnieuws over 'geschoolde arbeiders', dalende werkloosheidscijfers, of Trump.
Dit commentaar kreeg al snel de meest "likes", totdat Facebook het verwijderde, als gevolg van een vermeende inbreuk op Facebooks "communautaire normen". Bovendien werd Gabor B. voor 30 dagen van Facebook verbannen.
"Men kan de mening van de commentator delen of die beschouwen als polemisch of niet-objectief," zo vertelde Joachim Nikolaus Steinhöfel, de advocaat van Gabor B., aan Gatestone. "Het belangrijkste is: De opmerking valt onder het recht van vrijheid van meningsuiting. Hij voegde eraan toe dat zijn advocatenkantoor, voordat hij naar de rechter ging, een schriftelijke waarschuwing naar Facebook had gestuurd.
"Facebook gaf gedeeltelijk toe en hief het verbod op, maar herstelde het commentaar niet. De advocaten van Facebook hebben ons meegedeeld dat "een grondig heronderzoek heeft uitgewezen dat de communautaire normen correct waren toegepast en dat de inhoud derhalve niet kon worden hersteld" - een beoordeling die wij voor hun rekening laten.
Steinhöfel is naast advocaat ook gerenommeerd journalist, blogger en anti-censuuractivist. Hij beheert een website waar hij talloze gevallen heeft vastgelegd waarin Facebook content heeft verwijderd of gebruikers heeft verbannen; soms beide. Facebook verbant kennelijk gebruikers vaak vanwege uitlatingen die kritisch zijn over massa-immigratie of bepaalde aspecten van de islamitische cultuur. Zo werd Frank Bormann in maart 2018 verbannen nadat hij grapte: "Moslimmannen nemen een tweede vrouw. Duitsers nemen een tweede baan om hun leven te financieren.
Joachim Steinhöfel (rechts) is advocaat, journalist en anticensuuractivist. Hij beheert een website waar hij gevallen documenteert waarin Facebook content heeft verwijderd of gebruikers heeft verbannen. (Steinhöfel-beeldbron: Hilmaarr/Wikimedia Commons) |
Soms lijkt Facebook zelfs bezwaar te hebben tegen impliciete kritiek op terroristische organisaties. In april 2018 werd Christian Horst voor drie dagen verbannen nadat hij een foto had geplaatst van leden van de Palestijnse terreurorganisatie DFLP die de Hitlergroet brachten.
Soms worden gebruikers zonder enige reden verbannen. In maart 2018 werd Marlene Weise 30 dagen lang van Facebook verbannen voor het plaatsen van twee foto's: de ene toonde het Iraanse nationale vrouwenvolleybalteam uit de jaren zeventig met t-shirts en korte broeken, de andere toonde het huidige Iraanse team met hijabs en kleding die armen en benen bedekt.
Steinhöfel legt uit dat rechtbanken doorgaans geen redenen geven voor een bevel tot het opleggen van beperkingen. De rechter kan echter wel een vordering toewijzen als de geschrapte inhoud in kwestie toch rechtmatig en legitiem wordt geacht:
"Dit is een mijlpaal-beslissing en de eerste dergelijke rechterlijke uitspraak in Duitsland ... Eindelijk kunnen gebruikers zich verzetten tegen de ondoorzichtige praktijken van een commercieel bedrijf dat zijn verantwoordelijkheid neemt alsof het om tweedehandsfietsen gaat."
Steinhöfel zegt, dat gezien de dominante marktpositie van Facebook, de uitkomst van deze juridische strijd verstrekkende gevolgen zal hebben voor het communiceren en uitwisselen van meningen op social media: "Moet een gebruiker die zich aan de wet én zijn contractuele verplichtingen houdt, aanvaarden dat bedrijven zoals Facebook of Twitter zijn inhoud verwijderen of hem een verbod opleggen? De uitspraak is een belangrijke etappeoverwinning voor de vrijheid van meningsuiting."
Stefan Frank is een in Duitsland woonachtige journalist en auteur.