De wijk Molenbeek in Brussel wordt beschouwd als Europa's "terroristenfabriek". Ten minste drie van de daders van de terreuraanslagen in november in Parijs kwamen daar vandaan: Ibrahim Abdeslam, Abdelhamid Abaaoud en de andere voortvluchtige Salah Abdeslam. De lijst is echter nog niet compleet. Het Weense dagblad "Die Presse" schrijft:
"Molenbeek haalde de krantenkoppen voor de eerste keer al in 2001: Abdessatar Dahmane, de moordenaar van de Afghaanse oorlogshelden en de horror van de Taliban, Ahmed Schah Massoud, kwam ook regelmatig in het islamitisch centrum aan de Rue du Manchester 18, dat bekend staat om zijn radicale inzichten. Verder ook Hassan El Haski, die vermoedelijk achter de aanslagen in Casablanca zat (41 doden in 2003) en in Madrid (200 slachtoffers in 2004). De wapens die gebruikt werden bij de aanvallen op de Franse satirische krant "Charlie Hebdo" in januari 2015 kwamen ook uit Molenbeek. De Franse jihadist Mehdi Nemouche, die vorig jaar een bloedbad in het Brussels Joods Museum veroorzaakte, woonde ook hier. In augustus 2015 begon Ayoub El Khazzani vanaf daar zijn poging om een trein van Amsterdam naar Parijs te overvallen."
De twee jihadisten die in januari in Verviers werden gedood door de Belgische politie, kwamen eveneens uit Molenbeek. De terrorist Amedy Coulibaly, die de HyperCacher koosjere supermarkt in Parijs aanviel, bracht ook enige tijd door in Molenbeek.
De meeste terroristen die recent in Europa verschenen, kwamen uit een omgeving van zes vierkante kilometer groot - en in een verbazingwekkende concentratie. België is in verhouding tot de omvang van de bevolking, de grootste exporteur van Europese strijders naar de Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS). De meesten van hen -- ten minste 48 -- komen uit Molenbeek. "In plaats van Raqqa te bombarderen," zegt de Franse journalist Eric Zemmour, "moet Frankrijk Molenbeek bombarderen."
Meer dan de helft van de bevolking van Molenbeek is moslim; een kwart is afkomstig uit Marokko -- zoals ook de Parijse aanvallers. "Weet je, er zijn hier in Molenbeek meer gesluierde vrouwen dan in Casablanca", zei een inwoner die werd geïnterviewd door onderzoeksjournalist Gilles Gaetner van het Franse nieuwskanaal "Atlantico". Gaetner achtte dat een zekere 'overdrijving', maar geeft nu toe: "Wanneer men door de straten van deze wijk in Brussel loopt, met zijn bijna 96.000 inwoners, krijgt men een bizarre indruk. Niet alleen zou je denken dat je niet meer in het Koninkrijk België bent, maar er heerst hier ook een beklemmende sfeer."
Buitenlandse verslaggevers ontdekken Molenbeek nu pas. Degenen die daar wonen klagen reeds lange tijd over de omstandigheden. Het volgende fragment komt uit een rapport van het Belgische weekblad Le Vif L'Express in 2011:
Gebouwen staan op instorten, straathoeken verworden voortdurend tot vuilnisstortplaatsen, een geparkeerde auto roest weg op een parkeerplaats. Stedelijke vernieuwing zou hier nuttig zijn. "Dit is een gangsterwijk. Hier wordt je geslagen voor vijf euro", zegt Karim. De winkelier is niet gelukkig. Hij vertelt over hoe hij onlangs een tiener met een mes in zijn hand achtervolgde, die sigaretten had gestolen. Dit incident vond plaats op slechts een steenworp afstand van het metrostation Ribaucourt. "De Rue Piers is niet veilig op dit uur", zegt een jonge vrouw, die na zes uur 's avonds, er ofwel voor zorgt dat ze wordt begeleid naar huis, of anders een taxi neemt. Ze woont nu drie jaar met vrienden in een appartement in de wijk. Het appartement is groot, en niet al te duur. "Maar ik ben altijd waakzaam," zegt ze. Vooral als ze een rok draagt. "Beledigingen, spugen, betasten. Dat alles heb ik ervaren." Andere bewoners verhuizen. "In mijn huis werd twee keer ingebroken binnen een jaar", zegt een getuige. "Als ik naar de supermarkt om de hoek ga, doe ik de deur dubbel op slot en zet het alarm aan."
Allemaal getuigenissen van een stad in angst. Een groot deel van de verantwoordelijkheid hiervoor berust kennelijk bij Philippe Moureaux, lid van de Socialistische Partij (Parti Socialiste), die van 1992 tot 2012 burgemeester was van Molenbeek. Geconfronteerd met de klachten van zijn burgers, ontkende hij regelmatig de onhoudbare omstandigheden in zijn stad: "Het maakt me boos wanneer mensen kiezen voor kleine details en daarover liegen," zei hij in het geciteerde rapport. Molenbeek is "niet de Bronx", de problemen met de criminaliteit hebben alleen betrekking op een klein aantal straten, zei Moureaux.
Vervolgens liet Moureaux zijn ware gezicht zien: "Molenbeek is een symbool dat bepaalde mensen willen vernietigen. Maar alleen over mijn lijk." Bepaalde mensen? Geloofde de burgemeester eigenlijk in een complot tegen zijn district van ellende? Men hoeft niet lang te zoeken om te beseffen wie Moureaux was, op wiens initiatief België er in 1981 in geslaagd is een "anti-racisme wet" aan te nemen, hij is een anti-semiet -- niet echt iets gemeenschappelijks, ook niet in België. Tegelijkertijd bagatelliseerde en ondersteunde hij het geweld van jonge moslims -- ook tegen Joden.
Er waren zware rellen in 2009 tijdens de Ramadan in Molenbeek. Moslimjongeren zetten barricades op van brandende autobanden, staken auto's in brand, gooiden stenen naar de brandweerlieden die de branden kwamen blussen, en die waren uitgerust met stenen en breekijzers om winkels te plunderen. Volgens onbevestigde rapporten kreeg de politie de volgende orders: "Ga ze niet provoceren, ga ze niet opzoeken, ook niet ingrijpen, al zijn er tientallen van hen bij elkaar gekomen, geen waarschuwingen geven die intimiderend zijn, ook niet als ze met stenen naar je gooien."
Joodse winkeleigenaren werden ook lastig gevallen buiten de Ramadan. In 2008 rapporteerde het Vlaamse tijdschrift "Dag Allemaal" over "jongeren" die in de straten van Molenbeek schreeuwden: "De Joden zijn onze ergste vijanden." Er zijn daar veel winkels aan de Rue du Prado en de Chaussée in Grote Molenbeek, die gerund werden door Joden. Maar in 2008, met uitzondering van een meubelzaak, zijn ze allemaal plotseling verdwenen. En niemand leek er last van te hebben, zeker niet burgemeester Moureaux.
Geen van de Joden wilde spreken met de verslaggever van 'Dag Allemaal', uit angst voor represailles. De enige uitzondering was een man die door de krant werd aangeduid als "René". René had meer dan 30 jaar een kapperszaak aan de Gentsesteenweg. Toen kwam er een reeks van gewelddaden. Het begon met graffiti op de ramen van zijn zaak: "Sale youpin" ("vuile Jood") en andere antisemitische leuzen. Later stormden zes moslimjongeren zijn winkel binnen, vernielden de meubels en sloegen René op zijn gezicht. Hij belde de politie. Een uur later kwamen de jongeren terug om hem te "straffen"; ze braken de spiegels. Meer dan 35 jaar had René een grote en trouwe klantenkring opgebouwd, maar na deze aanval waren de meeste mensen te bang om zijn zaak te bezoeken. Hij had geen andere keus dan te sluiten.
Hoe heeft Moureaux gereageerd? Door het beschuldigen van de Belgische Joden dat die de moslims hun "recht op diversiteit" willen ontnemen. Dat is wat hij zei in 2008, in het weekblad Le Vif L'Express. Het was een verslag met de titel: "Enquête Moureaux, Sherif de Molenbeek, drogue du pouvoir -- Son islamo-municipalisme" ("Het Moureaux Onderzoek: Sherif van Molenbeek, verslaafd aan de macht -- zijn Islamo-municipalisme"). Dat hij "verslaafd was aan de macht" ("drogue du pouvoir") waren zijn eigen woorden. De krant beschreef hem als een "bekend geworden intellectueel, professor aan de universiteit en briljant minister, die in de mooie wijk Ukkel woont."
Maar terug naar Moureaux's Joden: Op 20-jarige leeftijd was Moureaux een marxist, zo zei hij, en had nooit het recht van iemand op diversiteit aanvaard; maar hij "ontwikkelde" die: "Wat mijn gedachten deed veranderen waren de gesprekken met de vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap. Het bedroeft mij om vandaag te zien hoe ze de moslims het recht tot diversiteit willen ontkennen."
Dit "recht op diversiteit" was niet aan de burgers verleend door Moureaux tijdens de Ramadan. In een persbericht met de titel "Ramadan-regels voor iedereen" deed Moureaux in augustus 2011 een beroep op de burgers om te stoppen met het rijden in het centrum van Molenbeek op de middag tijdens de maand Ramadan, omdat de moslims dan daar hun boodschappen doen.
In januari 2015, na het bloedbad op het personeel van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo en de moord op vier Joden in de HyperCacher supermarkt van Parijs, gaf de inmiddels gepensioneerde burgemeester een interview aan Maghreb TV, een kanaal dat uitzendt via het internet, met als doelgroep de Noord-Afrikanen in België. Nadat hij een oproep deed om niet alle moslims verantwoordelijk te houden voor de daden van een paar terroristen, werd hij nijdig:
"Velen hebben er belang bij om ons te verdelen... Helaas, deze mensen kunnen overal worden gevonden. Er is een besmetting van problemen uit het Midden-Oosten, in het Nabije Oosten, het Israelisch-Palestijnse probleem, dat leidt ertoe dat een aantal mensen belangstelling hebben voor het provoceren van de lokale meningsverschillen, als een reflex op wat daar gebeurt. ... Het moet worden gezegd dat het van beide kanten komt. Maar het is duidelijk dat ze proberen om haat te creëren tegen de Arabieren hier in het Westen met het oog op het beleid van de staat Israel, een beleid dat voor mij onaanvaardbaar lijkt te zijn."
Was dit bedoeld om de schuld aan Israel te geven, wanneer de Arabieren in België -- en in het bijzonder die van Molenbeek -- een slechte reputatie hebben? Dit soort van antisemitische wrok is helaas niet alleen kenmerkend voor Moureaux, maar voor zijn hele partij. In maart 2013 hebben de socialisten van Molenbeek een uitnodiging voor een evenement uitgegeven, met de titel: "Wat als we vrij en rustig spreken over zionisme." Op de uitnodiging was door de Arabische neo-nazi "Zéon" een antisemitische karikatuur getekend in de stijl van Der Stürmer. Na luid protest hebben de socialisten het evenement geannuleerd -- op grond van het feit dat het streefde naar een "kalme" discussie -- wat helaas niet meer mogelijk was.
Vele voorbeelden kunnen worden gegeven om te laten zien wat een antisemitische klimaat er heerst in Molenbeek. In het officiële stadstijdschrift, "Molenbeek Info" kan men een tekst vinden waarin de stalinistische Partij van de Arbeid vraagt om een feest ter ere van Dr. Hanne Bosselaers, die net terug was uit Gaza: "Laat iedereen komen." Molenbeek heeft, zo moet je weten, een ziekenhuis dat gerund wordt door stalinisten onder de naam "Geneeskunde voor het Volk" ("Medécine pour le peuple"), dat in 2013 een "partnerschap" aanging met het Al-Quds ziekenhuis in Gaza. Bijgevolg had Bosselaers veel om over te praten. Bijvoorbeeld: "De Palestijnen willen dat we Israel boycotten."
En wat ging Dr. Bosselaers zeggen over Hamas?
"Achter de poging van sommige van onze politici om deze Palestijnse verzetsorganisatie in een negatief daglicht te zetten, ligt een politiek doel. Bepaalde kringen blijven wijzen op het "islamitische karakter" van Hamas, in de hoop de bevolking af te houden van het vormen van solidariteit met de Palestijnen. ... Het Palestijnse verzet is veel groter dan Hamas, en het is volledig aan de Palestijnen om te beslissen welke vorm van verzet ze kiezen tegen hun onderdrukkers."
Welkom in Molenbeek. De jurist Etienne Dujardin schreef onlangs op het nieuwssite Levif.be dat de omstandigheden in de islamitische terreurwijken zoals Molenbeek, Verviers of Saint Denis ook iets te maken hebben met de bewuste inspanningen van sommige politici, die campagnewerkers welkom heten welke te vinden zijn in de radicaal-islamitische kringen:
"Partijen beoefenen allemaal een vorm van vriendjespolitiek gebaseerd op verkiezingen; allemaal gebruiken ze dezelfde radicale moskeeën als spreekbuis voor hun verkiezingscampagnes. Sommigen zien hen als een enorme poel van gemakkelijk beschikbare stemmen."
En zo lijkt het dat burgemeester Moureaux heeft gemerkt dat hij persoonlijk zou kunnen profiteren van de transformatie van de Molenbeek tot een bastion van jihad. Terwijl hij zelf in een rijke wijk woont, was hij in staat burgers met een grote mate van arrogantie te verwerpen, als ze over de buitensporige criminaliteit klaagden. Hij won de verkiezingen door zich op de radicale islam te richten. En nogmaals, deze regel is bevestigd: Als iemand ageert tegen Israel, is dat altijd een symptoom van een of andere ernstige karakterstoornis in die persoon. Achter de anti-Israel-agitatie van Moureaux zat een corrupte burgemeester, die alleen maar zorgde voor zijn kantoor en zijn inkomen; en die, zoals hij zelf zei, "verslaafd aan de macht was." Dat zijn stad werd getransformeerd in een hel van criminaliteit, antisemitisme en sharia, dat kon hem niet schelen, of eigenlijk verwelkomde hij het zelfs. Degenen die uit Molenbeek gevlucht zijn, konden daar niet meer aarden; en degenen die erheen verhuisden deden graag wat Moureaux deed, namelijk het stimuleren van de islamisering en het ageren tegen Israel en de Joden. Dit is hoe Molenbeek geworden is tot wat het nu is, tijdens de ambtstermijn van slechts één man.