De wekelijkse demonstraties langs de grens van de Gazastrook met Israël, die aanstaande vrijdag de zesde week ingaan, zullen ongetwijfeld de aandacht van de internationale gemeenschap en de media blijven trekken.
Ondertussen zal niemand aandacht besteden aan wat er gebeurt aan de andere grens van de Gazastrook met Egypte, die het grootste deel van de afgelopen tien jaar gesloten is geweest.
De demonstraties dichtbij de grens met Israël worden georganiseerd door Hamas en andere Palestijnse facties in de Gazastrook als onderdeel van de "Mars van Terugkeer" - een campagne van zes weken protesten met als hoogtepunt de "Dag van Nakba" ("De Dag van Catastrofe"), de term die door de Palestijnen wordt gebruikt om het uitroepen van de Staat Israël in 1948 te beschrijven.
Destijds verzetten de Arabische landen zich tegen de creatie van een vaderland voor het Joodse volk en stuurden hun legers om Israël aan te vallen, maar verloren - een resultaat dat waarschijnlijk vóór een aanval in overweging moet worden genomen. Sindsdien herdenken de Palestijnen en Arabieren hun verlies door anti-Israëlische protesten te organiseren en kenbaar te maken dat ze het bestaansrecht van Israël niet wensen te erkennen.
Er zijn natuurlijk geen demonstraties gepland langs de grens van Gaza met Egypte om te protesteren tegen de aanhoudende afsluiting van de meer bekende grensovergang van Gaza: Rafah, de grensovergang met Egypte.
De Palestijnen voelen zich niet op hun gemak als ze het hebben over de blokkade door Egypte van de Gazastrook. Zij geven er de voorkeur aan de ogen te sluiten voor de strenge reisbeperkingen die Egypte oplegt aan de inwoners van Gaza, en in plaats daarvan alle schuld op Israël af te schuiven. Op dit moment kunnen de leiders van Hamas de Gazastrook niet verlaten zonder toestemming van Egypte. Zij zijn bang om de Egyptenaren in verlegenheid te brengen zodat zij de Gazastrook helemaal niet meer mogen verlaten.
De organisatoren van de "Mars van Terugkeer", waaronder verschillende Hamas-leiders, hebben de afgelopen weken herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat het werkelijke doel van de campagne is om "het recht op terugkeer te bereiken" voor Palestijnse vluchtelingen en verschillende generaties aan nakomelingen naar hun voormalige huizen en dorpen in Israël.
Voor de Palestijnen betekent het "recht op terugkeer" dat Israël miljoenen Palestijnen zou moeten toestaan om naar Israël te verhuizen - een eis die geen enkele Israëlische regering ooit zal kunnen accepteren, omdat het zou betekenen dat de Joden in hun eigen staat tot een minderheid worden gemaakt.
De "Mars van Terugkeer" gaat dus nauwelijks over een "humanitaire crisis" in de Gazastrook. In plaats daarvan is het een campagne om de kwestie van de Palestijnse vluchtelingen centraal te stellen en de wereld duidelijk te maken dat de Palestijnen hun zogenaamde "recht op terugkeer" niet zullen opgeven.
De "Mars van Terugkeer" markeert het begin van een nieuwe Palestijnse intifada of opstand tegen Israël, stelde de leider van Hamas, Ismail Haniyeh enkele dagen geleden. Zoals Haniyeh en andere organisatoren van de campagne de afgelopen weken duidelijk hebben verklaard, zijn de Palestijnse protesten gericht op het dwarsbomen van het nog aan te kondigen vredesplan voor het Midden-Oosten van de Amerikaanse president Donald Trump. De Palestijnen beweren dat het plan in de eerste plaats gericht is op het "liquideren" van de Palestijnse zaak en de nationale rechten.
Sommige Palestijnen hebben aangevoerd dat de "Mars van Terugkeer" ook bedoeld is om een einde te maken aan de blokkade van de Gazastrook na de gewelddadige overname van de kustenclave door Hamas in de zomer van 2007.
Ondanks de blokkade heeft Israël de grensovergang met de Gazastrook open gehouden, behalve in tijden waarin Hamas en andere gewapende groeperingen terreuraanslagen plegen op Israëliërs. Zelfs dan sluit Israël de grensovergangen slechts voor enkele uren of dagen.
De civiele en commerciële grensovergangen zijn ook opengesteld voor enkele Palestijnen en buitenlanders die de Gazastrook bijna dagelijks binnenkomen en verlaten.
Alle ogen zijn dus gericht op de grens tussen de Gazastrook en Israël - maar hoe zit het met de andere grensovergang van Gaza, die met Egypte?
De grensovergang bij Rafah is de enige opening van de Gazastrook naar Egypte en de rest van de Arabische wereld. Die grensovergang is de plek waar het echte lijden van de Palestijnen plaatsvindt. De overgang is de afgelopen tien jaar grotendeels gesloten gebleven, waardoor de ellende van de twee miljoen Palestijnen in de Gazastrook nog groter is geworden. De Egyptenaren noemen vaak "veiligheidsredenen" als de belangrijkste oorzaak voor het sluiten. Volgens bronnen in de Egyptische veiligheidsdiensten zijn er de afgelopen jaren steeds meer tekenen geweest van samenwerking tussen Hamas en enkele jihadistische terreurgroepen in de Sinaï.
De Gazastrook zou een stuk leefbaarder worden als de Egyptenaren de Rafah-terminal zouden openen, zodat de wereld de Palestijnen in de Gaza kan komen helpen.
Het baart Israël zorgen dat er vanuit zee wapens naar Gaza kunnen worden gesmokkeld. Daarom handhaaft Israël een zeeblokkade langs de Gazastrook. In het verleden hebben Iran en Hezbollah geprobeerd om via de kust wapens de Gazastrook binnen te smokkelen.
Veel van de problemen in Gaza zouden kunnen worden opgelost als de Egyptische autoriteiten de Palestijnen zouden toestaan de Gazastrook te verlaten om hun studie voort te zetten of om een medische behandeling en werk te zoeken.
Niemand vraagt de Egyptenaren om de Palestijnen in de Gazastrook op te nemen als Egyptische burgers. Niemand vraagt de Egyptenaren om werk en humanitaire en medische hulp aan de Palestijnen aan te bieden. Niemand vraagt de Egyptenaren om hun veiligheid in gevaar te brengen door de Rafah-terminal te openen.
De meeste Palestijnen willen in ieder geval niet in Egypte blijven. Voor hen is de Rafah-terminal slechts een doorgang naar andere landen.
Het is waar dat de Egyptenaren zich zorgen maken over hun eigen veiligheid, vooral gezien de toegenomen aanwezigheid van verschillende islamitische terreurgroepen in de Sinaï. Deze veiligheidsbelangen zijn natuurlijk niet onterecht: jihadistische groeperingen blijven een terreurcampagne voeren tegen Egyptische soldaten en burgers in de Sinaï.
De Egyptische blokkade van de Gazastrook begon echter al lang voor de opkomst van de islamitische terreurgroepen in de Sinaï.
Sinds 2009 hebben de Egyptische autoriteiten, op enkele uitzonderingen na, de grensovergang van Rafah met Gaza gesloten gehouden. In dat jaar was de terminal in totaal slechts 35 dagen geopend. 2014 was iets beter, met de terminal geopend gedurende 125 dagen. In 2015 was de terminal slechts 32 dagen geopend, en in 2016 slechts 41 dagen. Vorig jaar, 2017, was het ergste: de Egyptenaren openden de terminal voor slechts 29 dagen.
In 2017 opende Egypte de grensovergang bij Rafah met de Gazastrook (zie foto hierboven) slechts 29 dagen. (Foto door Chris McGrath/Getty Images) |
De Egyptische blokkade van de Gazastrook is echter niet in de eerste plaats ingegeven door veiligheidsoverwegingen. De Egyptenaren willen eenvoudigweg niet verantwoordelijk zijn voor de benarde situatie van de Palestijnen in de Gazastrook. Caïro ziet de Palestijnen als "onruststokers" en "ondankbare" mensen en wil hen eenvoudigweg niet helpen.
De Egyptenaren verschillen in dit opzicht niet van de meeste Arabische landen. De Arabieren hebben ook slechte ervaringen met de Palestijnen.
In het begin van de jaren zeventig verdreef Jordanië de PLO uit het koninkrijk in een bloedig offensief dat bij de Palestijnen bekend staat als "Zwarte September".
Duizenden Palestijnen kwamen om of raakten gewond toen het Jordaanse leger een massale militaire operatie startte om de PLO te beletten om een staat binnen de grenzen van Jordanië op te richten.
De Libanezen hadden een vergelijkbare ervaring met de PLO in de jaren zeventig en begin jaren tachtig toen de organisatie in Beiroet was gevestigd. Ook daar probeerde de PLO een staat op te richten binnen de landsgrenzen en vormde een ernstige bedreiging voor de Libanese soevereiniteit.
Geen enkel Arabisch land wil dezelfde ervaringen ondergaan als Jordanië en Libanon. Daarom leggen de meeste Arabische landen strenge reisbeperkingen op aan Palestijnen en onderwerpen hen zelfs aan discriminerende en apartheidswetten.
De Arabische landen zien de Palestijnen als een groot probleem. De Arabieren beschouwen de Palestijnen ook als "ondankbaar", vooral na de steun van de PLO aan de invasie van Koeweit door Saddam Hoessein in 1990. Koeweit was één van de verschillende Arabische landen die de Palestijnen vroeger miljoenen dollars aan financiële hulp gaf. Toen Koeweit echter in handen van Saddam viel, gingen de Palestijnen als eersten de straat op om de invasie te vieren en steun te betuigen aan de Iraakse dictator.
Het zou zinvol zijn als de Palestijnen in Gaza demonstraties zouden houden bij de grens met Egypte om te eisen dat er een einde komt aan de blokkade van Gaza door Egypte. Er zijn echter goede redenen waarom de Palestijnen in de Gazastrook dit niet doen. Zij zijn zich er goed van bewust dat elke poging om de grens met Egypte te infiltreren met de volle kracht van het Egyptische leger zou worden beantwoord.
Het leven van een Israëlische soldaat in gevaar te brengen door rotsen of benzinebommen te gooien is echter iets heel anders dan het aanvallen van Egyptische soldaten. De Egyptenaren zouden de hele Gazastrook verwoesten en waarschijnlijk het regime van Hamas omverwerpen.
De herhaalde oproepen van Palestijnen aan Egypte om de grensovergang van Rafah naar Gaza te openen zijn in Caïro aan dovemansoren gericht.
Onlangs hebben de Islamitische en Nationale Strijdkrachten, een groep Palestijnse facties in de Gazastrook, de Egyptische president Abed Al-Fattah Sissi opgeroepen om de grensovergang te openen, zodat gewonde Palestijnen uit Gaza medische zorg kunnen krijgen in Egyptische en Arabische ziekenhuizen. Ook hier werd hun oproep, ogenschijnlijk om "veiligheidsredenen", volledig genegeerd. Emad Al-Agha, lid van de Islamitische en Nationale Strijdkrachten, verklaarde dat er intensieve contacten zijn met de Egyptische autoriteiten om druk uit te oefenen op Caïro om de grensovergang om "humanitaire" redenen te openen.
De Palestijnse media staan bol van berichten over het lijden van Palestijnse reizigers aan de grens van Gaza met Egypte, maar deze berichten worden vrijwel volledig genegeerd door de massamedia in het Westen. Westerse journalisten zijn zich terdege bewust van de afsluiting van de Egyptische grens, maar aangezien Israël er niet bij betrokken is, maken de verslaggevers en hun redacteuren zich er niet echt druk om.
Duizenden Palestijnen trekken naar de terminal tussen Gaza en Egypte als er een gerucht is dat die geopend zou kunnen worden. Sommigen wachten daar dagen met hun bagage en worden gedwongen om in de open lucht te slapen. Sommige Palestijnen zijn verplicht om steekpenningen te betalen aan Hamas- en Egyptische functionarissen voor het verkrijgen van vergunningen om de Gazastrook via de terminal te verlaten. Op een Facebook-pagina getiteld "De Grensovergang bij Rafah – Lijden zonder einde" staan tientallen voorbeelden van de vernedering die reizigers daar ondergaan.
Zoals de meeste Arabische landen geeft Egypte niets om de Palestijnen, vooral niet om degenen die in de Gazastrook wonen. Vanuit het oogpunt van de Arabische staten zijn de Palestijnen alleen het probleem van Israël. Egypte stuurt echter Palestijnen naar Israël om daar aan te kloppen en Israël de schuld te geven van de "humanitaire" crisis in de Gazastrook, terwijl het daadwerkelijk Egypte is dat verantwoordelijk is voor de blokkade van de Gazastrook.
Arabische en Egyptische hypocrisie bereikt een nieuw hoogtepunt als journalisten uit deze landen "nepnieuws" creëren als een echoput in de berichtgeving over de "Mars van Terugkeer" en het gebruiken om Israël te veroordelen voor het verzegelen van hun grens met de Gazastrook. Wanneer zal de echte blokkade van de Gazastrook, de Egyptische, bij naam worden genoemd en veroordeeld in de massamedia?
Khaled Abu Toameh, een bekroonde journalist, is gevestigd in Jeruzalem.