In 2009 kondigde wijlen Saoedische koning Abdullah Abdel Aziz het besluit van zijn land aan om 1 miljard dollar te doneren voor de wederopbouw van de Gazastrook. De koning had ongetwijfeld goede bedoelingen en wilde zijn Palestijnse broeders helpen. Maar toen Abdullah zes jaar later stierf, aarzelden de Palestijnen niet om hun minachting te tonen voor de Arabische leider die had aangeboden om hen te helpen hun levensomstandigheden te verbeteren. Afgebeeld: Saudi-koning Abdullah bin Abdel Aziz in een ontmoeting met de Palestijnse Autoriteit president Mahmoud Abbas, op 6 september 2009 in Riyadh, Saoedi-Arabië (foto door Thaer Ganaim/PPOt via Getty Images). |
In 2009 kondigde wijlen Saoedische koning Abdullah Abdel Aziz het besluit van zijn land aan om 1 miljard dollar te doneren om bij te dragen aan de wederopbouw van de Gazastrook.
De monarch deed zijn aankondiging tijdens een Arabische economische conferentie in Koeweit. De Saoedische belofte is nooit bewaarheid geworden, vooral vanwege het voortdurende geschil tussen de Hamas-leiders van de Gazastrook en de Palestijnse Autoriteit (PA) van Mahmoud Abbas op de Westelijke Jordaanoever.
De koning had ongetwijfeld goede bedoelingen en probeerde zijn Palestijnse broeders te helpen, vooral de twee miljoen inwoners van de Gazastrook die nog steeds grote behoefte hebben aan financiële en economische hulp.
Toen koning Abdullah bin Abdel Aziz zes jaar later overleed, aarzelden de Palestijnen niet om hun minachting te tonen voor de Arabische leider die had aangeboden te helpen om hun levensomstandigheden te verbeteren en een betere toekomst voor Palestijnse kinderen te verzekeren.
De minachting was zo groot dat Palestijnse gelovigen in de Al-Aqsa Moskee in Jeruzalem een prediker, Ismail Nawahdeh, die rouwde om de dood van de Saoedische koning, uitjouwden. Toen Nawahdeh de verklaring las, begonnen honderden Palestijnen leuzen te roepen die de overleden monarch veroordeelden.
Een decennium is verstreken sinds koning Abdullah bin Abdel Aziz de schenking van 1 miljard dollar aan de Gazastrook aanbood, maar het lijkt erop dat er niets is veranderd in de wereld van de Palestijnen. De Palestijnen zijn nu woedend op Saudi-Arabië en andere Arabische staten voor het bijwonen van een door de V.S. geleide conferentie in Bahrein. Het belangrijkste doel van de conferentie, gehouden onder de vlag "van Vrede naar Welvaart", was om de Palestijnen te helpen een welvarende en dynamische samenleving op te bouwen. "Met het potentieel om meer dan $50 miljard aan nieuwe investeringen over 10 jaar te bevorderen, presenteert het plan de meest ambitieuze en uitgebreide internationale inspanning voor het Palestijnse volk tot nu toe," aldus het plan, dat op 22 juni werd vrijgegeven en aan de deelnemers van de economische conferentie van Bahrein werd gepresenteerd.
Zoals verwacht, hebben de Palestijnen, die de conferentie van Bahrein hebben geboycot, het plan verworpen als zijnde "smeergeld" om de Palestijnen te verleiden hun "nationale rechten" op te geven. Terwijl de Palestijnse verwerping van het plan niet verrast, zijn hun sterke veroordelingen van de Arabische staten die die de conferentie van Bahrein bijwoonden een aanwijzing van de minachting die de Palestijnen voor de Arabische leiders en regeringen hebben.
In de voorafgaande week hadden Palestijnse functionarissen en facties unaniem een last-minute oproep gedaan aan de Arabische staten om gehoor te geven aan de Palestijnse oproep tot boycot van de economische conferentie in Manama, Bahrein. De grootste Palestijnse factie, Fatah, onder leiding van Mahmoud Abbas, stelde in verschillende verklaringen dat iedereen die de conferentie bijwoont als een verrader zou worden beschouwd. Fatah ging ook een stap verder door er bij de Arabieren op aan te dringen demonstraties voor de Bahreinse ambassades in hun hoofdsteden te organiseren.
De Palestijnse strategie is duidelijk: de Arabische massa's tegen hun leiders en regeringen opzetten. De Palestijnse aanvallen zijn niet langer gericht tegen de Amerikaanse president Donald Trump en zijn "zionistische" adviseurs, Jared Kushner en Jason Greenblatt en de Amerikaanse ambassadeur in Israël David Friedman. Nu zijn het doelwit de Arabische staatshoofden, in het bijzonder degenen die door de Palestijnen worden verdacht van samenzweren met Israël en de regering Trump te hebben.
Wijlen Saoedische koning Abdullah Abdel Aziz, ondanks zijn wens en ambitie om de Palestijnen te helpen een beter leven te leiden, werd na zijn dood belachelijk gemaakt. De Palestijnse weigering om over hem te rouwen tijdens het moslimgebed in de Al-Aqsa Moskee is de grootste vernedering die een moslim een medemoslim kan aandoen.
Het is alsof de Palestijnen zeiden dat koning Abdullah Abdel Aziz een slechte moslim en een verrader was - en daarom verdiende hij het niet om in een moskee te worden geëerd. Dergelijke schande is over het algemeen gereserveerd voor moslims die de ernstigste zonden en misdaden hebben begaan.
Terwijl de Palestijnen de Arabieren veroordeelden voor het bijwonen van de conferentie in Bahrein, herhaalden de Palestijnse leiders hun oproep aan de Arabische staten om financiële hulp. Enerzijds veroordelen de Palestijnen de Arabische landen voor het bijwonen van een conferentie gericht op het stimuleren van de Palestijnse economie en het verbeteren van de levensomstandigheden op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Aan de andere kant hebben Palestijnse leiders er geen probleem mee om hun Arabische broeders om dringende financiële hulp te smeken.
De Arabieren lijken echter vertrouwd te zijn geraakt met de Palestijnse streken en ze staan niet klaar om in de nabije toekomst hun geld aan de Palestijnen te doneren, behalve in woord.
Op 23 juni zouden de Arabische ministers van Buitenlandse Zaken in Caïro bijeenkomen om de Palestijnse oproep voor een "financieel vangnet" van de Arabische staten te bespreken, onder het voorwendsel dat Abbas en zijn regering te maken hebben met een ernstige financiële crisis en niet in staat zijn om de volledige salarissen aan hun werknemers te betalen. Dit is niet de eerste keer dat de meeste Arabische staten bijeenkomen om de "financiële crisis" van de Palestijnen te bespreken.
De Palestijnen zelf hebben geen hoge verwachtingen van de Arabieren, vooral niet gezien het feit dat de Arabieren er niet in geslaagd zijn hun eerdere beloften van financiële hulp na te komen. De Palestijnen vragen de Arabieren om hen elke maand 100 miljoen dollar te geven als hulp om de "politieke en financiële druk" van Israël en de Amerikaanse regering te weerstaan.
Rond dezelfde tijd voerden de Palestijnen hun aanvallen en aanklachten tegen de Arabische staten op omdat deze samen zouden zweren met Israël en de regering Trump. Tijdens de geplande massaprotesten op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, gehouden tijdens de bijeenkomst van de conferentie in Bahrein veroordeelden de Palestijnen ook de Arabische "verraders" die de economische workshop bijwoonden.
De Palestijnen beseffen dat sommige van de belangrijkste Arabische landen, waaronder Saoedi-Arabië, Egypte, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten, niet langer willen wachten en besloten hebben in de trein te stappen met als einddoel welvaart en economische kansen voor zowel Palestijnen als Arabieren.
De conferentie in Bahrein zou het begin kunnen zijn van een "scheiding" tussen de Palestijnen en veel Arabische landen. De Palestijnen zouden spoedig kunnen ontdekken dat hun Arabische broeders prioriteiten hebben die de eeuwigdurende financiële nood van de Palestijnen overstijgen, zoals de dreiging van Iran en hun eigen recente economische onzekerheid.
De Palestijnen hadden niets te verliezen met het bijwonen van de conferentie in Bahrein of het aanvaarden van het economische plan. In plaats daarvan weigerden ze de miljarden dollars die het Amerikaanse economische plan hun biedt, en zetten hun volk op tegen Israël en de regering Trump. Nog ernstiger is de Palestijnse poging om de Arabische massa's tegen hun leiders op te zetten - een stap die de spanningen tussen de Palestijnen en de Arabische wereld ongetwijfeld zal verergeren.
In dit bizarre scenario betichten de Palestijnen Arabische staatshoofden van verraad, precies terwijl ze op hun deur bonzen en om geld bedelen.
Deze keer weigeren de Arabische leiders echter om de sukkels te zijn van de Palestijnse. Het beeld van de postume vernedering van de overleden Saoedische koning door de Palestijnen is moeilijk te vergeten.
Het besluit van zes Arabische staten om de conferentie in Bahrein bij te wonen, ondanks de Palestijnse boycotoproep, toont aan dat de Arabieren ervoor gekozen hebben om een nieuwe richting in te slaan - een richting die de Palestijnen in een door henzelf geschapen hel kan achterlaten. Door de keuze hun neus op te halen voor niet alleen de VS, maar ook voor de invloedrijke Arabische staten, zullen de Palestijnen waarschijnlijk als de grootste verliezers uit de bus komen.
Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist gevestigd in Jeruzalem, is een Shillman Journalistieke Onderzoeker bij Gatestone Institute.