De nieuwe Duitse coalitieregering geeft te kennen dat zij betere betrekkingen wil met de islamitische gemeenschap van het land.
In een reeks kranten-, televisie- en radio-interviews heeft Thomas de Maizière – die onlangs werd beëdigd als de nieuwe Duitse minister van Binnenlandse Zaken – een reeks pro-islamitische initiatieven aangekondigd, die blijkbaar bedacht zijn om de escalerende spanningen tussen de moslims en de niet-moslims ter plekke te verminderen.
Maizière geeft aan dat de regering, als onderdeel van andere beleidsinitiatieven, van plan is om de Duitse immigratiewetten te wijzigen, om het voor de islamitische immigranten gemakkelijker te maken de dubbele nationaliteit te verkrijgen en op deze manier de religieuze en culturele banden met hun land van herkomst in stand te houden.
De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Thomas de Maizière ontmoette op 28 januari Duitse moslimleiders om de volgende Duitse Islam Conferentie te bespreken (foto bron: German Interior Ministry video) |
Maizière zegt ook dat hij van plan is om de moslims meer inspraak te geven bij het vaststellen van de agenda over de doorgaande dialoog die de regering heeft met de islamitische koepelorganisaties. Zij vertegenwoordigen de geschatte 4,5 miljoen moslims die nu in het land wonen.
Terwijl hij zijn energie wel richtte op het uitbreiden van de rechten van de moslims in Duitsland heeft de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Thomas de Maizière, grotendeels gezwegen over de verantwoordelijkheid van de islamitische immigranten om maatregelen te nemen voor een betere integratie in de Duitse samenleving.
Moslims hebben snel gereageerd op de multiculturele concessies die Maizière heeft gedaan. Ze hebben een lijst van eisen uitgevaardigd waarin de officiële erkenning van de islamitische feestdagen in Duitsland is inbegrepen, evenals de installatie van islamitische geestelijken in Duitse ziekenhuizen, verpleeghuizen, gevangenissen en bij militaire eenheden.
De hulpverlening van Maizière aan moslims komt voort uit een 185 pagina's tellende coalitieovereenkomst tussen de twee grootste partijen van Duitsland.
De Christen-Democraten (CDU) van bondskanselier Angela Merkel en hun Beierse zusterpartij, de Christelijk-Sociale Unie (CSU), wonnen de algemene verkiezingen op 22 september 2013, maar kregen geen meerderheid. Zij hadden een partner nodig en – na vijf weken van onderhandelingen – bereikten de conservatieven van Merkel een akkoord met de rivaliserende sociaaldemocraten (SPD) over een programma voor een nieuwe coalitieregering. De nieuwe 'grote coalitie' regering werd op 17 december 2013 ingehuldigd.
Het regeerakkoord bevat een reeks concessies die Merkel deed aan de SPD, met inbegrip van een belofte om moslims in Duitsland de dubbele nationaliteit te geven. De overeenkomst stelt met name vast dat het zogenaamde optiemodel wordt afgeschaft – dat automatisch, tot de leeftijd van 23 jaar, de Duitse nationaliteit geeft aan iedereen die in het land geboren is; waarna de kinderen van buitenlandse staatsburgers of de Duitse nationaliteit of die van hun ouders moet kiezen.
De nieuwe verordening zal ervoor zorgen dat mensen met een migrantenachtergrond, die zijn geboren en getogen in Duitsland, een dubbele nationaliteit kunnen aanvragen, een belangrijke concessie aan de 3,5 miljoen sterke Turkse bevolking van Duitsland, die de grootste etnische minderheid in het land vormt.
De centrumrechtse CDU/CSU heeft zich lang verzet tegen een dubbele nationaliteit, uit vrees dat die zou kunnen leiden tot een dubbele loyaliteit. Maar de centrumlinkse SPD – die volhield dat er geen coalitieovereenkomst zou komen zonder het recht op dubbele nationaliteit – heeft betoogd dat het dwingen van jonge mensen om hun nationaliteit te kiezen, leidt tot een identiteitsconflict. De aanpassing zou vermoedelijk ook de populariteit van de SPD bij islamitische kiezers in toekomstige verkiezingen bevorderen.
In een uitgebreid interview op 25 januari met de in Istanbul gevestigde krant Hürriyet (hier de Duitse vertaling) besprak Maizière de plannen van de overheid tot in details:
De nieuwe regering heeft grote plannen. We willen nieuwe regels voor de dubbele nationaliteit. Het gaat om mensen die zijn geboren en getogen in Duitsland en die twee nationaliteiten hebben. Deze (regels) zijn rechtstreeks van toepassing op meer dan een half miljoen mensen. Daarvan zijn er heel veel van wie de ouders uit Turkije afkomstig zijn.
Het was niet in elk opzicht verkeerd dat de oude regeling eiste dat op een bepaalde leeftijd een beslissing moest worden genomen om voor de Duitse nationaliteit te kiezen. Maar we hebben gezien dat dit leidt tot conflicten. Met name tussen ouders en jongeren, in de gezinnen, krijgen veel moeders en vaders [gevoelsmatig] de indruk dat een besluit van een 18-jarige om voor Duitsland kiezen, gericht is tegen de ouders in plaats van als een beslissing voor Duitsland. Om deze conflicten en problemen op te lossen willen we de wet te veranderen, zodat kinderen die in Duitsland zijn geboren en getogen uit buitenlandse ouders niet langer zullen hoeven te kiezen tussen hun Duitse en hun andere nationaliteit. Dit wetsvoorstel zal een van de eerste zijn die ik zal presenteren.
Het compromis over de dubbele nationaliteit ondervond hevig verzet van veel conservatieven, met inbegrip van de directe voorganger van Maizière, de oud-minister van Binnenlandse Zaken, Hans-Peter Friedrich. In een interview met de 'Münchener Merkur' zei Friedrich, die lid is van de CSU en een bekende hardliner met betrekking tot immigratie en veiligheid, dat het voorstel van de SPD de integriteit van Duitsland in het bijzonder bedreigt:
Als we miljoenen mensen een dubbele nationaliteit geven, die zij zullen overdragen aan hun nakomelingen, dan bouwen we aan een permanente Turkse minderheid in Duitsland. Dat betekent een wijziging op de lange termijn van de identiteit van de Duitse samenleving. Ik ben daar tegen … Op een gegeven moment moet men een beslissing nemen. Het is niet onredelijk om te eisen dat men Duitsland als zijn nieuwe vaderland kiest. Dit betekent niet dat een persoon zijn of haar afstamming moet vergeten.
Maar Aydan Özoğuz, een Duits politicus van Turkse afkomst die de coalitieonderhandelingen van de SPD met de CDU over de kwestie van de dubbele nationaliteit leidde, zegt daarentegen dat de dubbele nationaliteit de bestendiging van een parallelle islamitische samenleving in Duitsland bevordert, die de integratie zal bevorderen. Özoğuz zegt ook dat de overeengekomen voorwaarde – dat mensen die in aanmerking komen voor een dubbele nationaliteit in Duitsland geboren en getogen moeten zijn – te beperkend is. Ze zegt dat het regeerakkoord moet worden heronderhandeld en uitgebreid, zodat aan iedereen die in Duitsland geboren is – ongeacht of zij in het land zijn opgegroeid of dat ze Duits spreken- het Duitse staatsburgerschap moet worden gegeven. Dit zou de deur openen naar mogelijk miljoenen nieuwe Turks-Duitse burgers met een dubbele nationaliteit, ongeacht hun leeftijd.
Vertegenwoordigers van de Turkse gemeenschap in Duitsland eisen nog meer concessies. Ze willen de dubbele nationaliteit voor alle buitenlandse ingezetenen in Duitsland, ongeacht of ze in Duitsland zijn geboren of getogen. Dan zouden de meer dan een miljoen immigranten die permanent in Duitsland wonen en die geen Duits kunnen spreken, worden meegerekend.
In ieder geval is het debat over de dubbele nationaliteit in Duitsland verre van beslist en het lijkt erop dat de CDU de controle over de uitkomst verliest aan de multiculturalisten binnen de SPD.
Ondertussen zegt Maizière dat de moslims meer inspraak moeten hebben bij het vaststellen van de agenda voor de jaarlijkse Duitse Islam Conferentie. De conferentie, die in 2006 op gang gebracht is door de voormalige minister van Binnenlandse Zaken, Wolfgang Schäuble, is aangewezen als het 'centrale forum voor de dialoog' tussen Duitse politici en vertegenwoordigers van de meer dan vier miljoen moslims in Duitsland.
Het beoogde doel van het jaarlijkse evenement – waar islamitische organisaties en personen worden uitgenodigd om aan tafel te gaan zitten met vertegenwoordigers van de federale en de lokale overheid – is om de integratie van de moslims in de Duitse samenleving te bevorderen.
Maar in de afgelopen jaren zijn de moslims verontwaardigd geweest over de pogingen van de Duitse regering om steun en medewerking van de moslims op de conferentie te werven, zodat die kunnen helpen in de strijd tegen de radicalisering van jonge moslims in Duitsland.
Van de zevende jaarlijkse Duitse Islam Conferentie bijvoorbeeld, die gehouden werd in april 2012 , werd verondersteld dat die gericht zou zijn op het vinden van manieren hoe om te gaan met de spiraalvormige percentages van gedwongen huwelijken en huiselijk geweld onder de moslims in Duitsland. Het belangrijkste onderwerp van discussie op de conferentie stond echter niet op de officiële agenda: de ongehoorde landelijke campagne van islamitische radicalen om 25 miljoen gratis exemplaren van de koran te verspreiden – "Een koran in elk huis" – met het beoogde doel om miljoenen Duitsers tot de islam te bekeren.
De Duitse autoriteiten zien het koranproject als een wervingscampagne voor de radicale islam. Beveiligingsanalisten zeggen dat de campagne ook een public-relations stunt is, bedoeld om de Duitsers ervan te overtuigen dat de salafisten – die de islamitische sharia willen implementeren in Duitsland – transparant zijn en 'vriendelijk naar de burgers toe'.
De voormalige minister van Binnenlandse Zaken, Hans-Peter Friedrich, opende de eendaagse conferentie met een verklaring dat islamitisch extremisme geen plaats heeft in Duitsland. "We zijn het er allemaal over eens dat het salafistische extremisme niet aanvaardbaar is en dat het niet werkt in een vrije samenleving, zoals we die in Duitsland hebben", beweerde hij met nadruk. "Religie mag niet worden misbruikt in een ideologische poging om de macht te grijpen". Friedrich drong er bij de islamitische vertegenwoordigers van de conferentie op aan om samen met hem de salafisten te veroordelen, maar de moslims weigerden hem ook maar enigszins tegemoet te komen. Integendeel, ze verwierpen de vrees voor de salafisten als 'hysterisch' en 'misplaatst'.
De voorzitter van de Turkse gemeenschap in Duitsland, Kenan Kolat, kwam persoonlijk tussenbeide om te voorkomen dat het salafistische onderwerp een deel van de officiële agenda van de conferentie zou worden. In een interview met de krant de 'Rheinische Post' rechtvaardigde Kolat zijn acties door te zeggen: "Een hysterisch debat is niet bevorderlijk".
De voorzitter van de Duitse Islamitische Raad, Ali Kizilkaya, zei tegen de Duitse publieke radio dat niet-moslims bezig waren met "een paniekerige discussie" over de salafistische campagne. Hij wees er op dat: "Het zeker niet in de geest van de koran is om onrust in de samenleving aan te wakkeren".
De moslims waren evenzeer niet bereid om over het belangrijkste onderwerp op de officiële agenda van de conferentie: "Gelijkheid tussen man en vrouw als een gemeenschappelijke waarde" te discussiëren. De aanwezigen op de conferentie weigerden zelfs te erkennen dat er mogelijk een verband was tussen de islam en gedwongen huwelijken.
Duitse hoge functionarissen bleven proberen om een zo goed mogelijke draai aan het evenement te geven, dat eindigde zonder een gezamenlijke persconferentie, vanwege de aanhoudende gepikeerdheid van de moslims over 'beledigende' opmerkingen die werden geuit tijdens de persconferentie, waarmee het evenement in 2011 werd beëindigd.
De achtste jaarlijkse Duitse Islam Conferentie, die in mei 2013 werd gehouden, liep ook op een mislukking uit toen Friedrich manieren probeerde te vinden waarop de overheid zou kunnen samenwerken met gematigde moslims in Duitsland in de strijd tegen de radicale islam en het extremisme.
Moslims die de bijeenkomst bijwoonden, voelden zich beledigd door de verdachtmaking dat de islam radicaal of gewelddadig zou kunnen zijn en eisten in plaats daarvan dat de Duitse regering stappen zou ondernemen om 'de islam gelijkwaardig aan het christendom' in Duitsland te maken.
De directeur van de interreligieuze dialoog van de Turkse Islamitische Unie van Islamitische Zaken [DITIB], Bekir Alboga, klaagde dat Friedrich de Duitse Islam Conferentie 'zinloos' had gemaakt door 'thema's over het veiligheidsbeleid te ver naar voren te brengen'. Alboga zei dat de conferentie 'in zijn huidige vorm geen zin meer heeft. Ik zie geen enkel oprecht partnerschap'. In een toespraak die hij op de conferentie hield beschuldigde Alboga Duitsland ervan dat die 'het extremisme en de radicalisering' bevorderde door niet genoeg te doen om de 'islamofobie' te stoppen.
Later, in een interview met het Duitse persbureau 'Deutsche Welle', zei Alboga dat hij hoopte dat de Duitse bondskanselier Angela Merkel zou worden verslagen bij de federale verkiezingen, zodat de islamitisch-Duitse dialoog op een positievere manier zou kunnen doorgaan met een nieuwe regering, onder leiding van de meer moslimvriendelijke sociaaldemocraten."Ik verlang naar een echt partnerschap," zei hij.
Opgemerkt moet worden dat Alboga 's DITIB een verlengstuk is van de Turkse regering, die meer dan 900 moskeeën in Duitsland controleert/bestuurt. De Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan heeft DITIB lang gebruikt om Turkse immigranten te weerhouden te integreren in de Duitse samenleving.
De klachten van Alboga werden herhaald door de secretaris-generaal van de Centrale Moslimraad in Duitsland, Aiman Mazyek, die zei dat de islamconferentie 'dringend behoefte heeft aan een algehele revisie', want het is geen 'dialoog tussen gelijken'.
Kolat, het hoofd van de Duitse Turkse Gemeenschap, riep de Duitse regering op om een nieuw Ministerie van Integratie op te richten, dat de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de Duitse Islam Conferentie van het ministerie van Binnenlandse Zaken over zou nemen.
Maizière lijkt zich erbij te hebben neergelegd om het debat op te geven. In een interview op 21 januari met de Duitse krant de 'Frankfurter Allgemeine Zeitung' zei hij dat de Duitse Islam Conferentie haar rol moet herdefiniëren en dat hij persoonlijk een ontmoeting zou hebben met de bestuurders van de islamitische groeperingen in Duitsland om de verwachtingen die zij van de conferentie hebben te bespreken.
Moslimgroeperingen reageerden met de eis dat de Duitse regering officieel de islamitische feestdagen in Duitsland zou erkennen, te beginnen met het 'Eid al-Adha', het Offerfeest. In de praktijk zou dit vereisen dat alle federale en lokale overheidskantoren in Duitsland, alsmede alle niet-islamitische Duitse bedrijven, scholen en winkels gesloten zouden worden, met inachtneming van een islamitisch religieus festival.
Islamitische groeperingen hebben ook een beroep op de regering gedaan om de islam op het zelfde niveau als het christendom in Duitsland te brengen. Als eerste stap, zeiden ze, zouden in alle openbare instellingen in het land islamitische geestelijken moeten worden benoemd. Daarnaast moeten gevangenissen, ziekenhuizen en verpleeghuizen beginnen met het serveren van halal voedsel, dat bereid moet worden volgens de islamitische voedingsvoorschriften. "Dit zou een belangrijk signaal naar de moslimbevolking zijn", zei Kolat in Berlijn.
In zijn interview met de Turkse krant Hürriyet werd Maizière gevraagd of de islam bij Duitsland hoort. De interviewer refereerde aan de verklaring van de voormalige Duitse president Christian Wulff – tijdens een van de belangrijke toespraken om de 20ste verjaardag van de Duitse hereniging in oktober 2010 te herdenken, dat "de islam bij Duitsland hoort". De reacties van Wulff hebben een debat over de rol van de islam in Duitsland op gang gebracht, dat nog steeds voortduurt.
Maizière antwoordde: "Wat wordt er bedoeld met 'de islam'? Mijn interpretatie van de islamitische religie is dat de individuele moslim sterk is; dat is de reden waarom ik liever spreek over moslims in Duitsland. De moslims horen bij Duitsland. Dit is een uitspraak die meer gericht is op mensen. Op mensen van het geloof, die hun kinderen religieus opvoeden en die samen naast ons in de maatschappij wonen. Daarom zeg ik heel duidelijk dat de moslims bij Duitsland horen".
Soeren Kern is een Senior Fellow aan het in New York gevestigde GatestoneInstitute. Hij is ook 'Senior Fellow voor Europese Politiek' aan de in Madrid gevestigde Grupo de Estudios Estratégicos / Strategische Studies Group. Volg hem op Facebook en Twitter.