De Spaanse politie heeft een Marokkaanse vrouw gearresteerd op verdenkingen van het leiden van een rekruteringsnetwerk voor de Islamitische Staat.
Samira Yerou, 32, werd op 7 maart gearresteerd op Barcelona's El Prat vliegveld bij haar aankomst na een vlucht uit Turkije, waar autoriteiten haar hadden opgepakt voor een poging Syrië illegaal te betreden met haar drie jaar oude zoon, een Spaanse staatsburger.
Volgens de politie verdween Yeroe, woonachtig in Rubi, een Catalaanse stad 15 kilometer ten noorden van Barcelona, in december 2014, terwijl haar vader, een Marokkaanse Spanjaard een reis naar Marokko maakte. De Spaanse autoriteiten lieten een internationaal arrestatieverzoek voor Yeroe uitgaan.
In een verklaring liet het Spaanse ministerie van Binnenlandse Zaken weten dat Yeroe zich had gespecialiseerd in het rekruteren van vrouwen uit Europa en Noord-Afrika voor Islamitische Staat. Naar verluidt raakte zij geïnteresseerd in de militante islam na een bezoek aan Marokko in 2013, waarna zij radicaliseerde via het internet door het "urenlang raadplegen" van jihadistische websites. Haar zoontje, dat in goede gezondheid verkeert, is teruggebracht naar zijn vader.
Samira Yerou werd op 7 maart gearresteerd op Barcelona's El Prat vliegveld bij haar aankomst na een vlucht uit Turkije, waar autoriteiten haar hadden opgepakt voor een poging Syrië illegaal te betreden. |
Yeroe is een van de minstens 50 jihadisten die de afgelopen 12 maanden in Spanje zijn gearresteerd. De meeste arrestaties vonden plaats in Catalonië en in Spanje's Noord-Afrikaanse exclaves Ceuta en Melilla.
In Februari arresteerde de politie vier jihadisten — twee in Melilla, een in Barcelona en een in de Catalaanse stad Girona — op verdenking van het trainen en rekruteren voor Islamitische Staat.
In een verklaring meldde het Binnenlandse Ministerie dat de twee gearresteerden in Melilla internet platforms gebruikten voor het verspreiden van "elke soort terroristische propaganda, met nadruk op de groep bekend als Daesh" (Daesh is het Arabische acroniem voor de Islamitische Staat van Iraq en de Levant.) Het tweetal redigeerden en vertaalden het materiaal naar het Spaans en waren verantwoordelijk voor het rekruteren van vrouwen als jihadistische strijders.
De twee in Catalonië gearresteerde jihadisten waren naar verluidt verantwoordelijk, voor de sociale media campagne in 2014, gericht op het mobiliseren van steun voor Islamitische Staat. De campagne bestond uit posters van bekende Spaanse bezienswaardigheden en monumenten opgehemeld met Arabische slogans als "Wij zijn allen de Islamitische Staat" en "Lang leve de Islamitische Staat".
In januari arresteerde de politie vier jihadisten in Ceuta — Spaanse staatsburgers van Marokkaanse komaf — die "volledig voorbereid en klaar waren voor een aanval op Spanje" namens de Islamitische Staat. De politie nam een pistool, gevechtstenues, kentekenplaten, documenten en computermateriaal in beslag.
In december arresteerde de politie in Barcelona een alleenstaande moeder genaamd Francis Peña Orellana, die naar verluidt jonge vrouwen rekruteerde voor de Islamitische Staat. Peña Orellana, een 25-jarige Chileense staatsburger, bevond zich onder de zeven jihadisten die gearresteerd werden in Barcelona, Ceuta en Melilla, voor het toebehoren aan dit netwerk. Volgens de politie gebruikte deze groep, die "bewust en overtuigd radicaliseerde ten dienste van de Islamitische Staat", sociale media om ten minste 12 vrouwen met jihdadisten te laten trouwen, of hen zelf jihadisten liet worden.
Deze arrestaties hebben wederom het probleem met radicale islam aangetoond in Catalonië, dat de grootste islamitische populatie van Spanje heeft. De regio huist een geschatte 465,000 moslims, 6% van de in totaal 7.5 miljoen tellende Catalaanse populatie.
In zijn boek "Jihadisme: de Radicaal Islamitische dreiging voor Catalonië", schat analist Jofre Montoto dat minstens 10% van Catalaans-islamitische populatie "radicalen" zijn met een zelotisch geloof in de "doctrine van jihadisme." Hij beschrijft Catalonië, dat een belangrijke doorvoerhaven en bestemming is voor migranten, als de "mediterrane corridor van jihadisme".
Volgens het Binnenlandse Ministerie zijn moslims kwetsbaarder voor radicalisering in Catalonië dan in elke andere regio in Spanje. Volgens een nieuw computermodel dat het "risico op gewelddadige radicalisering" per Spaanse regio vast probeert te stellen op basis van census-data, staat Andalusië op de tweede plaats, gevolgd door Valencia en Madrid.
Tegelijkertijd zijn ook Ceuta en Melillla opgekomen als belangrijke centra voor rekrutering door islamitische radicalen. De afgelopen twaalf maanden heeft de politie minstens vijf jihadistische rekruteringsnetwerken ontmanteld, gelieerd aan de twee steden die aan het Rif grenzen, dat op zijn beurt als een van de armste en minst ontwikkelde regio's van Marokko geldt.
Volgens een analyse gepubliceerd in de Spaanse krant La Rioja, is de populatie van Melilla de afgelopen 25 jaar met 60% gegroeid. Dat is drie maal zoveel als het Spaanse gemiddelde; ongeveer 15% van de populatie bestaat er uit illegale immigranten uit Marokko. De werkeloosheid in Melilla blijft consistent boven de 30% en het transporteren van smokkelwaar beslaat een significant deel van Melilla's economie.
Melilla's Cañada de Hidum woonwijk is de op twee na gevaarlijkste in de Europese Unie, op de voet gevolgd door de wijk El Príncipe in Ceuta. De gebieden, gekenmerkt door hoge percentages van jeugdwerkeloosheid, schoolverzuim, ongeletterdheid, drugs en criminaliteit, zijn een vruchtbare bodem voor jihadistische rekruteerders.
Een van de vier in januari te Ceuta gearresteerden was Fareed Mohammed Al Lal, een Marokkaanse Spanjaard die drie maal eerder veroordeeld was voor illegaal bezit- en gebruik van vuurwapens.
Volgens de politie radicaliseerde hij toen hij in de gevangenis aan het salafisme werd blootgesteld. Deze vorm van islam is een virulent anti-westers ideologie, toegewijd aan het heroprichten van een islamitisch kalifaat in het hele Midden-Oosten, Noord-Afrika en delen van Europa, waaronder Spanje, dat salafisten zien als een staat die heroverd moet worden.
Een groot deel van Spanje werd tussen 711 en 1592 bestuurd door islamitische imperialisten; salafisten geloven dat het territorium dat moslims verloren tijdens de Spaanse reconquista hen nog altijd toebehoort, en dat zij het recht hebben er als heersers terug te keren om hun wetten op te leggen — een geloof gestoeld op de islamitische doctrine dat territorium dat eens door moslims bestuurd werd, voor altijd onder islamitisch gezag moet blijven.
Sinds de inval in Ceuta heeft het Binnenlandse ministerie de surveillance van minstens 150 islamitische gevangenen opgeschroefd teneinde te voorkomen dat zij in- en vanuit de gevangenis jihadistische activiteiten organiseren. De groep bevat 50 tot 60 gevangenen die een straf uitzitten op grond van terrorisme-aanklachten, 10 tot 15 anderen zitten hun straf uit op andere gronden, maar hebben interesse in radicale islam getoond. De overige 70 tot 80 gevangenen wordt ontvankelijk voor radicalisme geacht.
Ondertussen toont een peiling direct na de aanslagen in Parijs aan dat 58% (vergeleken met 31% in april 2012) van de Spanjaarden het waarschijnlijk acht dat een grote terroristische aanval ter grootte van de Madrid treinaanslagen uit 2004 zich in de nabije toekomst voor zal doen. Daarbij vindt 64% (vergeleken met 44% in april 2012) het waarschijnlijk dat een "geïsoleerde aanval met islamitisch signatuur" zal plaatsvinden.
In februari keurde de Spaanse senaat verreikende veranderingen in het Spanje's strafrecht goed, teneinde islamitisch extremisme en steun voor Islamitische Staat te bestrijden.
Onder deze nieuwe wet wordt iedereen die schuldig is bevonden aan het uitvoeren van een terroristische aanval veroordeeld tot levenslang (35 jaar), zonder de mogelijkheid tot vervroegde vrijlating. De wet schrijft ook 20-jarige straffen voor wanneer personen veroordeeld worden voor het leveren van wapens aan terroristen, en 10 jaar voor het financieren van terreurnetwerken.
Spaanse staatsburgers die zich bij een buitenlandse terreurorganisatie voegen kunnen een gevangenisstraf van vijf jaar verwachten. Verwacht wordt dat de senaat de wet voor de zomer goedkeurt en de dat nieuwe maatregelen vanaf 2016 van kracht zullen zijn.
Echter, in tegenstelling tot gelijksoortige wetten in Engeland en Frankrijk biedt deze wet niet de mogelijkheid het staatsburgerschap van terreurverdachten in te trekken. De laatste tellingen veronderstellen dat minstens 100 Spaanse jihadisten zich bij IS gevoegd.
Soeren Kern is a een Senior Fellow bij het in New York gevestigde Gatestone Institute. Ook is hij een Senior Fellow Europese Politiek bij het in Madrid gevestigde Grupo de Estudios Estratégicos / Strategic Studies Group. Volg hem op Facebook en Twitter.