Pasgeleden raakte ik tijdens mijn ontbijt in Alexandrië, Egypte, aan de praat met mijn serveerder, Sherif. Hij was 25 jaar; ongeveer dezelfde leeftijd waarop ik wegging uit Egypte. Hij was net klaar met zijn opleiding toerisme en hospitality, heeft onlangs zijn dienstplicht voltooid en had nog een heel leven voor zich. Hij vertelde mij dat het zijn droom was om chef-kok te worden zodat hij genoeg geld kon sparen om te kunnen trouwen en een familie te stichten. Hij was bereid om hard te werken zodat hij een goed leven kon leiden.
Momenteel betaalt het restaurant waar Sherif werkt hem ongeveer 500 Egyptische Pond (€58) per maand. Het meest van zijn inkomen gaat op aan busreizen heen en weer van en naar werk, vanuit een van de armste wijken van Alexandrië. Met fooien kan hij enigszins vooruit, maar in mindere tijden is Sherif gedwongen om geld te lenen om zijn kosten voor de bus te kunnen dekken.
Om het erger te maken, is de buurt waar hij in woont de plaats waar de Salafisten (ook wel bekend als Wahabisten) gevestigd zijn. Dit zijn extreem conservatieve Soennitische stromingen van de islam.
De radicaliseringsvloed en islamisering van Egypte begonnen een aantal jaar voordat ik in 1979 vertrok uit Egypte. Begin jaren 70 bereikte het Wahabisme Egypte door Egyptenaren die daarvoor in Saudi-Arabië en de Perzische Golfstaten werkten en woonden.
De dag dat Sherif mij mijn ontbijt serveerde, was ik een van de twee gasten in het restaurant. In de weken na mijn bezoek in Alexandrië vonden er een aantal aanslagen plaats tegen toeristen. Als de aanslagen op buitenlanders aanhouden, zullen er geen gasten meer overblijven om te serveren, en zal Sherif zijn hoop op een toekomst in zijn geheel vervagen.
Voor mannen die in dezelfde positie staan als Sherif, lijkt radicalisering het enige alternatief.
Het verhaal van Sherif is representatief voor de mensen die de Senator van de V.S., Lindsey Graham, beschreef bij CNN op 8 december 2015, toen hij zei: "Jongeren in het Midden-Oosten zijn minder fanatiek" dan de radicalen die momenteel in het nieuws komen. De juiste manier om radicale jihadisten te overwinnen, is door te investeren in jongeren en hun families, zodat ze een "hoopvol leven boven een glorieuze dood verkiezen." Mensen als Sherif en zijn vrienden zijn de mensen waarin we zouden moeten investeren.
Radicale imams in Egypte hebben een voorsprong. Al jarenlang strooien zij in hun moskeeën, de radiozenders en het internet boodschappen die het jongeren die deze internaliseren onmogelijk maakt te kunnen functioneren in de moderne wereld. Een aantal van deze imams reist regelmatig af naar het Westen om hun ideologie te promoten, en zorgt hiermee ervoor dat de problemen waar Sherif aan blootgesteld wordt zich verspreiden naar het Westen.
Als we kijken naar wat voor ideeën van geloof deze misdadigers toegediend hebben gekregen door radicale moslimleiders, zijn aanslagen uit de naam van de islam niets waar we verbaasd over zouden moeten zijn.
In 2014 beweerde Professor Saud Saleh, van de Al-Azhar universiteit in Cairo, dat moslimmannen het recht hebben niet-moslimvrouwen te verkrachten tijdens tijden van oorlog. Slavernij heeft altijd al bestaan, zei hij, maar toen de islam werd opgericht bracht het orde aan het verschijnsel "door het te beperken tot gerechtvaardigde oorlogen tussen moslims en hun vijanden." Onder deze omstandigheden, legde Saleh uit, is het gerechtvaardigd niet-moslimvrouwen te verkrachten. "Hiermee kunnen ze vernederd worden," zei hij, "en worden ze eigendom van de bevelhebber, of een moslim, en kan hij seks met ze hebben zoals hij ook heeft met zijn vrouwen."
Egyptische mannen moedigden niet alleen het nastreven van hun seksuele verlangens (het verkrachten van niet-moslims als oorlogsdaad) aan, maar ook het plunderen van de bezittingen van niet-moslims. Begin jaren '90, moedigde Abu Ishaq Alheweny zijn volgers aan om hun financiële problemen op te lossen door een jihad [heilige oorlog] aan te gaan tegen het Westen. Een Jihad, beargumenteerde hij, is een goede oplossing tegen de armoede die moslims ervaren in hun thuisland:
"Dat wij een minderheid vormen – is dat niet omdat wij afstand hebben gedaan van jihad? Maar als wij nou een, twee, of drie jihadistische bewegingen kunnen aanvoeren per jaar, zouden veel mensen in de hele wereld moslim kunnen worden."
Alheweny voegde hieraan toe: "wie ons in de weg staat, daar gaan wij een strijd tegen voeren en nemen we gevangen. We nemen hem zijn rijkdom, kinderen, en vrouw af – dit allemaal zal geld opleveren. Elke mujahid [jihadist] die terugkeert van de jihad, zal zijn zakken gevuld hebben."
De verwoestende notie van jihad wordt ook gesteund door Salafisten in Egypte, die de preken van Muhammad Al-Arifi, een imam uit Saudi-Arabië die zowel in het Midden-Oosten als in Europa preekt, steunen. "Moslims overleven niet zonder jihad," zei hij tegen jonge mannen tijdens een speech in Cairo in 2013. "We kunnen vernedering alleen voorkomen met jihad. Moge Allah de mujahideen in Syrië bijstaan!"
Nog een lid van de Moslimbroederschap is Wagdi Ghoneim, een Egyptisch Salafistische preker wie de oprichter van de Moslimbroederschap, Hassan Al-banna, verheerlijkt omdat hij een doodscultuur heeft gecreëerd. Ghoneim, wie in een aantal landen gepreekt heeft waaronder de VS en Engeland, is erg actief op Facebook en op Twitter, en heeft hierop de Palestijnen geprezen als meesters in "het uitoefenen van de kunst genaamd dood."
Imams zijn om twee redenen in de positie om met succes haat te zaaien in Egypte. Ten eerste, leven meer dan 17 miljoen van de 90 miljoen inwoners van het land in armoe. Egypte heeft een werkloosheidspercentage van bijna 30%. Dit biedt de imams een kant-en-klaar publiek. Ten tweede, hebben ondanks de armoede in het land een groot aantal jonge Egyptenaren toegang tot technische uitvindingen zoals internet, smartphones, en de kennis om gemakkelijk bij de haatboodschappen te komen die de imams uitdragen.
De President van Egypte, Abdel Fattah el-Sisi, heeft geleerden van de Al Azhar universiteit in Cairo er meer dan een jaar geleden mee geconfronteerd tijdens een speech, dat het tijd is om samen met de rest van de wereld de radicale ideologie die moslims in oorlog brengt te bestrijden. "Het wordt tijd dat we onze religie revolutioneren," zei hij.
In weerwil van hoe de President van Egypte, Abdel Fattah el-Sisi, probeert het praktiseren van de islam en het land dat hij bestuurt te revolutioneren, mist zijn bestuur simpelweg de middelen die nodig zijn om Egyptes onderwijssysteem te innoveren, om daarmee de haat die radicale imams uitdragen te bestrijden.
De President van Egypte, Abdel Fattah el-Sisi, gaf een historische speech gericht naar islamitische hoogleraren en geestelijken van de Al-Azhar universiteit in Cairo, 28 december 2014. (Afbeelding bron: MEMRI) |
Er is echter hoop. Dezelfde elektronische middelen die imams gebruiken om hun haat te kunnen verspreiden, kunnen ook gebruikt worden om jihadisme onder Egyptische jongeren te bestrijden. Nog beter, hedendaagse technologie kan de volgende generatie leren te participeren in het wereldwijde personeelsbestand. Online toegang tot educatie kan ervoor zorgen dat jonge Egyptenaren hun kennis verbreden en, in ruil daarvoor, zich kunnen mengen in de wereldwijde economie.
De bibliotheek van Alexandrië werd met dezelfde gedachtegang opgericht. Sinds de oprichting in 2002, heeft dit leerinstituut tientallen "kennisbanken" verspreid over Egypte. Hun doel is om de toegang tot educatieve hulpbronnen te verwijden voor Egyptenaren, fysiek en online.
De bibliotheek zelf is een bouwkundig wonder, maar het bereiken ervan is niet gemakkelijk. Het gebouw wordt omringd door een muur die ter bescherming dient tegen aanslagen van radicale Salafisten, die de bibliotheek als dreiging zien tegen hun als autoriteit. Bezoekers moeten langs een checkpoint waar ze gescreend worden op wapenbezit en explosieven voordat ze mogen binnentreden.
Als wij serieus zijn over het bereiken van jongeren in Egypte, is het steunen van leerinstituten zoals de bibliotheek van Alexandrië de beste manier om jonge mannen zoals Sherif te helpen hun droom waar te maken in hun thuisland, en de volgende generatie te weren van de radicale islam.
Michael Armanious, een wetenschapper gevestigd in de V.S., is geboren en getogen in Egypte.