De Europese Unie intensiveert haar inspanningen om meningen die het niet eens zijn, met haar beleid te censureren en te marginaliseren, onder het handige eufemisme van de strijd tegen "nepnieuws".
"De Commissie moet zich buigen over de uitdagingen die de onlineplatforms creëren voor onze democratieën met betrekking tot de verspreiding van valse informatie en een reflectie op gang brengen over wat op EU-niveau nodig is om onze burgers te beschermen," schreef Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, in mei 2017. Erg attent dat Juncker, op totalitaire wijze, de EU-burgers wil beschermen tegen nieuws dat niet past bij de verhaallijn en agenda zoals uitgezet door de Commissie.
In oktober 2017 kondigde de Europese Commissie haar "nepnieuws" beleid aan en hoe zij "oplossingen denkt te creëren om de verspreiding van nepnieuws tegen te gaan". Volgens de Commissie "bestaat vervalst nieuws uit opzettelijke desinformatie, verspreid via online sociale platforms, de nieuwsmedia of traditionele gedrukte media". Verder stelt de Commissie dat het nepnieuwsbeleid van de EU onder meer wordt geleid door "de vrijheid van meningsuiting, pluralisme in de media en het recht van de burgers op diverse en betrouwbare informatie".
Deze garantie van vrijheid van meningsuiting en pluralisme is nogal lachwekkend: de EU doet al het mogelijke om een einde te maken aan het "pluralisme in de media en... diverse en betrouwbare informatie". De EU beschikt bijvoorbeeld over programma's - zoals het Programma voor Rechten, Gelijkheid en Burgerschap (REC) - dat probeert de Europese massamedia en hun journalisten te beïnvloeden, zoals over de voortdurende massale migratie naar Europa vanuit Afrika en het Midden-Oosten. De Europese Commissie heeft daartoe onlangs de publicatie gefinancierd van een handboek met richtlijnen voor journalisten t.a.v. het schrijven over migranten en migratie. Het handboek werd op 12 oktober door het Internationale Pers Instituut (IPI) uitgebracht - een vereniging van mediaspecialisten die de toonaangevende digitale, gedrukte en uitgezonden media in meer dan 120 landen vertegenwoordigen. In het bijzonder met betrekking tot moslims wordt in de richtlijnen aanbevolen:
"....Zorg ervoor dat termen als 'moslim' of 'islam' niet nog meer worden gestigmatiseerd door ze te associëren met bepaalde daden... Laat extremisten hun beweringen over het handelen 'in naam van de islam' niet onomstreden overeind staan. Belicht... de diversiteit van moslimgemeenschappen..."
De EU verleent ook financiële steun aan een campagne, "Media tegen Haat", die wordt geleid door de Europese Federatie van Journalisten (EJF), de grootste organisatie van journalisten in Europa, die meer dan 320.000 journalisten uit 43 landen vertegenwoordigt. Die campagne heeft als doel:
"...de berichtgeving in de media over migratie, vluchtelingen, religie en gemarginaliseerde groepen te verbeteren... het tegengaan van haatdragende uitlatingen, onverdraagzaamheid, racisme en discriminatie ... het verbeteren van wettelijke kaders die haatuitingen en de vrijheid van meningsuiting regelen..."
Om haar opkomende "nepnieuwsbeleid" te bevorderen, heeft de Europese Commissie onlangs 39 "deskundigen" aangesteld in een zogenaamde "Werkgroep op Hoog Niveau HLEG m.b.t. Nepnieuws en Online desinformatie":
"Het bestaat uit vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, sociale mediaplatforms, nieuwsmediaorganisaties, journalisten en de academische wereld...
"Deze groep op Hoog Niveau zal de Commissie adviseren over het opsporen van het fenomeen nepnieuws, het definiëren van de rollen en verantwoordelijkheden van de relevante belanghebbenden, het begrijpen van de internationale dimensie, het inventariseren van de betrokken standpunten en het formuleren van aanbevelingen."
De vertegenwoordigers van de media zijn bijna uitsluitend uit de reguliere media gekozen - reuzen als ARD, RTL, Zweedse staatstelevisie, Sky News, AFP en News Media Europe, dat deze "specialisten" een evenwichtig resultaat zouden bereiken is een vooral denkbeeldige mogelijkheid. Voor zover zij zelfs nieuwe of alternatieve media als een bedreiging beschouwen, lijkt het in het belang van deze vertegenwoordigers van de media om concurrentie van alternatieve of nieuwe media te bestempelen als "vervalst nieuws". De groep op Hoog Niveau heeft op 15 januari 2018 zijn oprichtingsvergadering gehouden.
De Europese Commissie zal de EU-burgers peilen en een Eurobarometer-enquête houden naar de publieke opinie, die begin 2018 zal worden gehouden om "de percepties en zorgen van de Europese burgers over nepnieuws te meten en te analyseren". De Commissie zal ook een "multi-belangengroepen-conferentie over nepnieuws" organiseren, waarin "de grenzen van het probleem worden afgebakend, de doeltreffendheid van de oplossingen reeds ingevoerd door sociale mediaplatforms worden beoordeeld en... overeenstemming wordt bereikt over de kernbeginselen voor verdere actie".
De EU is niet de enige die met het opschorten van de vrijheid van meningsuiting dreigt onder het mom van bestrijding van "nepnieuws". In Frankrijk heeft president Emmanuel Macron aangekondigd dat hij nieuwe wetgeving wil invoeren om "nepnieuws" tijdens verkiezingsperiodes te reguleren, met inbegrip van "noodmaatregelen" die de Franse regering in staat zouden stellen "nepnieuws" volledig van een website te verwijderen of die sites te blokkeren. Macron zei:
"Als we de liberale democratieën willen beschermen, moeten we sterk zijn en duidelijke regels hebben. Wanneer nep nieuws wordt verspreid, zal het mogelijk zijn om naar een rechter te gaan... en zal indien nodig, de inhoud en de gebruikersaccounts verwijderd worden en als laatste middel zelfs de websites geblokkeerd worden."
Een wet als deze zou betekenen dat de Franse staat - of degene die in de positie wordt geplaatst om namens haar als "bewakers van het gedachtengoed" op te treden - de scheidsrechter zal worden van wat "waarheid" is, net zoals de nieuwe Duitse censuurwet de sociale media-netwerken verplicht om als geprivatiseerde meningenpolitie van de Duitse staat op te treden.
De voorgestelde Franse wet zou echter nog verder gaan dan de Duitse censuur, in die zin dat de Franse autoriteiten volledige websites tijdens het verkiezingsseizoen zouden kunnen blokkeren, een draconische maatregel om politieke tegenstanders te bestrijden, waardoor Frankrijk in dezelfde categorie geplaatst kan worden met landen als China en Iran die websites blokkeren die niet aan de agenda's van het regime voldoen.
Een dergelijke Franse wet zou ook in strijd zijn met het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie zoals gewaarborgd door artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, getekend door Frankrijk, en met de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens. Artikel 10 bepaalt dat iedereen, niet alleen het recht heeft op vrijheid van meningsuiting, maar ook "informatie en ideeën te ontvangen en door te geven zonder inmenging van overheidswege en ongeacht grenzen..." Regeringen worden niet geacht zich in dat recht te mengen - met enkele specifieke uitzonderingen zoals beschreven in artikel 10 - omdat dergelijke inmenging een overheidscensuur vormt.
Alles bij elkaar genomen lijkt Europa ernaar te streven om het totalitarisme weer groot te maken.
Zowel de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker (links) als de Franse president Emmanuel Macron (rechts) stellen beperkingen voor in strijd met het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie, dat wordt gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. (Foto-bron: Europese Commissie) |