Recente verklaringen van Hamas en Fatah hebben Arabische landen sterk veroordeeld voor het zich "haasten" om de betrekkingen met Israël te normaliseren voordat het Israëlisch-Palestijnse conflict is opgelost. Afbeelding: Israëlische premier Benjamin Netanyahu schudt de hand van Omans Sultan Qaboos bin Said, tijdens het officiële bezoek van Netanyahu aan Oman, 26 oktober 2018. (Beeldbron: Kantoor Premier Israël) |
Hamas en de regerende Fatah-fractie van president Mahmoud Abbas van de Palestijnse Autoriteit zijn al meer dan tien jaar in oorlog met elkaar. Pogingen van hun Arabische broeders, waaronder Egypte, Saoedi-Arabië en Qatar, om de machtsstrijd tussen de twee rivaliserende Palestijnse groepen op te lossen, zijn tot nu toe mislukt en zullen in de nabije toekomst waarschijnlijk ook niet slagen. De kloof tussen Hamas en Fatah blijft onverminderd groot: de twee partijen verachten elkaar. Fatah wil terugkeren naar de Gazastrook; Hamas zegt daarop een luid: nee. Fatah wil dat Hamas ontwapent en de controle over de Gazastrook afstaat; Hamas zegt nee.
Maar over één bepaalde kwestie leggen de twee partijen hun verschillen opzij en zijn ze het met elkaar eens. Als het om Israël gaat, is het moeilijk om een onderscheid te maken tussen Fatah en Hamas.
Beide partijen gebruiken dezelfde harde taal als het gaat om Israël en het beleid en de besluiten van de Israëlische regering. De dagelijkse verklaringen waarin Israël wordt veroordeeld, en die afzonderlijk door Hamas en Fatah worden uitgegeven, klinken bijna identiek. Beide verwijzen naar Israël als een "bezetting-staat". Ze blijven ook doorgaan met het ophitsen van de Palestijnen en de rest van de wereld tegen Israël met beschuldigingen van het plegen van "oorlogsmisdaden" tegen de Palestijnen en "het schenden van het internationale recht".
De dagelijkse aanvallen op Israël door Hamas en Fatah hebben de Palestijnen zodanig geradicaliseerd dat velen van hen geen enkele vorm van compromis met Israël meer zouden overwegen.
Recentelijk zijn de rivaliserende Palestijnse partijen het opnieuw met elkaar eens geworden - deze keer over wat zij zien als inspanningen om de betrekkingen te normaliseren tussen Israël en sommige Arabische landen.
De bedoelde normalisatie-inspanningen verwijzen naar een recent bezoek van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu aan Oman, een Arabisch land dat geen diplomatieke betrekkingen met Israël heeft. Ze verwijzen ook naar de deelname van Israëlische atleten aan een judowedstrijd in de Verenigde Arabische Emiraten, een ander Arabisch land dat geen diplomatieke betrekkingen met Israël heeft.
In afzonderlijke verklaringen hebben Hamas en Fatah de Arabische landen sterk veroordeeld voor het zich "haasten" om de betrekkingen met Israël te normaliseren voordat het Israëlisch-Palestijnse conflict is opgelost. De verklaringen tonen een opvallende gelijkheid in woorden en boodschap.
Beschouw bijvoorbeeld wat Hamas-leider Ismail Haniyeh te zeggen had over de schijnbare toenadering tussen Israël en sommige Arabische landen. Op 29 oktober zou Haniyeh gezegd hebben:
"Alle pogingen tot normalisatie zullen de werkelijkheid niet veranderen. Er is geen plaats voor de [Israëlische] vijand op de kaart. Het volk stuurt een woeste boodschap aan allen die zich normaliseren [met Israël]."
Een verklaring van Haniyeh's Hamas-beweging ging zelfs zo ver om de normalisatie-inspanningen een "dolkstoot in de rug van de Palestijnen" te noemen. De verklaring beschuldigde de Arabieren, die betrokken zijn bij verschillende vormen van dialoog met Israël, van "het in de steek laten van de Palestijnen en hun rechtvaardige zaak".
Met andere woorden, Hamas impliceert dat elke Arabische leider die betrekkingen met Israël aangaat, gezien zal worden als een verrader van de Palestijnen en hun zaak. Haniyeh is brutaal eerlijk over waarom hij en Hamas zich verzetten tegen elke vorm van normalisering met Israël; het is omdat ze geloven dat er "geen ruimte" is voor Israël op de kaart. In hun ogen heeft Israël geen bestaansrecht en zou het vervangen moeten worden door een Islamitische Staat, waar Joden welkom zouden zijn als minderheid.
Hamas' rivalen in Fatah hebben een soortgelijk standpunt ingenomen ten aanzien van de opwarming van de betrekkingen tussen Israël en sommige Arabische landen. Een aantal hoge Fatah-functionarissen, waaronder Munir al-Jaghoob en Mohammed Shtayyeh, hebben Oman veroordeeld voor het ontvangen van Netanyahu. Zij hebben ook de VAE veroordeeld omdat zij Israëliërs hebben toegestaan deel te nemen aan de judowedstrijd.
"Fatah veroordeelt de publieke normalisering tussen Israël en sommige Arabische landen", aldus al-Jaghoub. Hij ging verder met te stellen dat het bezoek van Netanyahu aan Oman deel uitmaakte van het nog aan te kondigen vredesplan van de Amerikaanse president Donald Trump in het Midden-Oosten. Palestijnen geloven dat het plan van Trump, dat tot nu toe nog niemand in het Midden-Oosten heeft gezien, de totstandkoming voorziet van vredesverdragen tussen Israël en de Arabische landen voordat het conflict tussen Israël en de Palestijnen is opgelost.
Hamas en Fatah zijn tegen normalisatie tussen Israël en de Arabische landen, omdat ze bang zijn dat hun Arabische broers hen in de steek zullen laten. De twee Palestijnse rivaliserende partijen vrezen dat als de Arabieren eenmaal vredesverdragen met Israël ondertekenen, zij (de Arabieren) de Palestijnen zullen vergeten en zich zullen richten op het brengen van welvaart en stabiliteit in de Arabische landen.
De Palestijnen willen de Arabische wereld blijven gijzelen met hun eigen onrealistische eisen. Ze willen niet dat de Arabische landen vooruitgaan en bouwen aan een betere toekomst voor hun volk. Deze tactiek, die de afgelopen zeven decennia heeft gewerkt, staat blijkbaar op het punt minder nuttig te worden nu het ene Arabische land na het andere zijn deuren opent voor Israëlische leiders, politici en atleten.
Hamas en Fatah lijken de slachtofferkaart tot het bittere einde uit te willen spelen. Ze hebben lang beweerd slachtoffer te zijn van Israël. Nu proberen ze de wereld ervan te overtuigen dat de Palestijnen het slachtoffer zijn van een soort Israëlisch-Amerikaanse samenzwering om vrede te sluiten met Israël. In de wereld van de Palestijnen staat vrede tussen Israël en de Arabische landen gelijk aan verraad, een complot van Israël en de Amerikaanse regering.
In plaats van het verwelkomen van de opwarming van de betrekkingen tussen Israël en sommige Arabische landen als een positieve ontwikkeling die hoop en optimisme brengt in het Midden-Oosten, zijn de heersers van Hamas en Fatah bezig met het veroordelen van - en opruien tegen- Arabieren die "samenwerken" met Israël. De veroordelingen en opruiingen klinken sterk als dreigementen aan het adres van Arabische staatshoofden en regeringen die zaken willen doen met Israël. Deze bedreigingen zullen ongetwijfeld een negatieve impact hebben op sommige Arabische landen die deze als chantage door de Palestijnen zullen zien.
Wanneer Hamas en Fatah de "Arabische straat" oproept om zich te verzetten tegen de normalisatie-inspanningen met Israël, sporen ze de mensen in de Arabische landen aan om in opstand te komen tegen hun leiders en regeringen. Het is moeilijk in te zien hoe een Arabische leider inactief zal blijven tegenover de Palestijnse bedreigingen en aanklachten.
De Palestijnen handelen opnieuw tegen hun eigen belangen in door machtige en rijke landen als de VAE en Oman van zich te vervreemden. Hamas en Fatah leiden hun volk inderdaad naar een bepaald doel: isolatie en extremisme. Fatah en Hamas kunnen dus niet akkoord gaan met de betaling van hun werknemers, ze kunnen niet instemmen met de levering van elektriciteit aan de Gazastrook en ze kunnen niet instemmen met de levering van medische benodigdheden aan ziekenhuizen aldaar. Ze zijn het er echter wel over eens dat hun bevolking meer schade en schande moet worden toegebracht. Als ze zo doorgaan, zullen de Palestijnen op een dag ontdekken dat hun vrienden en broeders hun grootste vijanden zijn geworden.
Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist uit Jeruzalem, is een Shillman Journalism Onderzoeker bij Gatestone Institute.