De EU is met een uitgebreid Actieplan tegen desinformatie gestart. Volgens een recent persbericht van de Europese Commissie is het doel ervan blijkbaar om "democratische systemen en openbare debatten te beschermen, met het oog op de Europese verkiezingen van 2019 en een aantal nationale en lokale verkiezingen, die tegen 2020 in de lidstaten zullen worden gehouden."
In juni 2018 hadden de leiders van de EU-lidstaten elkaar in de Europese Raad ontmoet en de Europese Commissie verzocht "om tegen december 2018 een actieplan te presenteren met specifieke voorstellen voor een gecoördineerde EU-reactie op de uitdaging van desinformatie..." Dit is het actieplan dat de Commissie op 5 december aan het publiek heeft gepresenteerd.
Het actieplan is gericht op vier gebieden:
Betere opsporing van desinformatie (de Europese Commissie heeft 5 miljoen euro aan dit project besteed en verwacht kennelijk ook van de lidstaten een bijdrage op nationaal niveau).
Gecoördineerde respons - de EU-instellingen en de lidstaten zullen een systeem voor snelle waarschuwingen opzetten "om de uitwisseling van gegevens en de beoordeling van desinformatiecampagnes te vergemakkelijken". Het systeem voor snelle waarschuwingen zal rond maart 2019 worden opgezet en "aangevuld met een verdere versterking van de relevante hilpbronnen."
Er wordt een beroep gedaan op onlineplatforms en de industrie om te zorgen voor "transparantie van politieke reclame, meer inspanningen om actieve valse accounts af te sluiten, niet-menselijke interacties (berichten die automatisch door "bots" worden verspreid) te labelen en samen te werken met feitencheckers en wetenschappelijke onderzoekers om desinformatiecampagnes op te sporen en een inhoud die op feiten wordt gecontroleerd, zichtbaarder en mee verbreid te maken" in overeenstemming met een eerder ondertekende Gedragscode tegen desinformatie.
Maak burgers zelfstandig en bewust: naast "gerichte bewustmakingscampagnes" zullen de "EU-instellingen en de lidstaten mediageletterdheid bevorderen door middel van specifieke programma's." Er zal steun worden verleend aan nationale multidisciplinaire teams van onafhankelijke feitencheckers en onderzoekers om desinformatiecampagnes via sociale netwerken op te sporen en bloot te leggen." In 2018 zijn de burgers plotseling niet langer "mediageletterd" en moeten zij "zelfstandiger" worden om te weten te komen hoe en wat zij moeten denken.
Zoals hierboven vermeld, is het essentieel dat het Actieplan gebaseerd is op de eerder geïntroduceerde Gedragscode voor desinformatie, die de online technische reuzen - Facebook, Google, Twitter en Mozilla - in oktober 2018 hebben ondertekend. De gedragscode is noodzakelijk, volgens de EU-commissaris voor de veiligheidsunie, Sir Julian King, omdat...:
"Online nepnieuws en desinformatie kunnen als wapen gebruikt worden en een ernstige bedreiging vormen voor onze samenleving. De ondermijning van vertrouwde kanalen om schadelijke en splitsende inhoud te verspreiden, vereist een duidelijke reactie op basis van meer transparantie, traceerbaarheid en verantwoordingsplicht. Internetplatforms spelen een cruciale rol bij het tegengaan van misbruik van hun infrastructuur door vijandige spelers en het veilig houden van hun gebruikers en de samenleving."
In september zei Mariya Gabriel, commissaris voor digitale economie en samenleving, over de gedragscode:
"Dit is de eerste keer dat de industrie overeenstemming heeft bereikt over een reeks zelfreguleringsnormen om desinformatie wereldwijd op vrijwillige basis te bestrijden. De industrie zet zich in voor een breed scala aan acties, van transparantie in politieke reclame tot de sluiting van valse accounts en demonisering van desinformatieverstrekkers, en wij juichen dit toe. Deze acties moeten bijdragen tot een snelle en meetbare vermindering van online desinformatie. Met het oog hierop zal de Commissie bijzondere aandacht besteden aan de effectieve tenuitvoerlegging ervan."
"De gedragscode moet bijdragen tot een transparante, eerlijke en betrouwbare onlinecampagne in de aanloop naar de Europese verkiezingen in het voorjaar van 2019, met volledige inachtneming van de fundamentele beginselen van Europa: vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en pluralisme."
Volgens Andrus Ansip, vicevoorzitter verantwoordelijk voor de digitale interne markt, hebben de gedragscode en het actieplan tegen desinformatie de bedoeling "om onze democratieën te beschermen tegen desinformatie. We hebben gezien dat er pogingen zijn ondernomen om zich in onze verkiezingen en referenda te mengen, met bewijzen die erop wijzen dat Rusland een primaire bron van deze campagnes is."
Federica Mogherini, hoofd van het buitenlands beleid van de EU, verklaarde: "Het is onze plicht om deze ruimte te beschermen en niemand toe te staan desinformatie te verspreiden die haat, verdeeldheid en wantrouwen in de democratie aanwakkert."
Het klinkt nobel: de EU wil burgers beschermen tegen "nepnieuws" en tegen inmenging in nationale en Europese democratische processen door buitenlandse mogendheden zoals Rusland.
Het probleem is dat dit - naar eigen zeggen - nobele initiatief afkomstig is van een organisatie die al een aantal jaren gesprekken in Europa censureert, waardoor het moeilijk wordt om deze verklaarde intenties zonder meer aan te nemen. Dit is immers dezelfde Europese Commissie die in mei 2016 met Facebook, Twitter, YouTube en Microsoft een "Gedragscode tegen illegaal online verspreiden van haat" heeft afgesproken (Google+ en Instagram hebben zich in januari 2018 ook aangesloten bij de Gedragscode).
De Gedragscode verplicht de social media bedrijven om "illegale haatzaaiende uitlatingen" binnen 24 uur te herzien en te verwijderen. Volgens de Gedragscode moeten bedrijven die een verzoek ontvangen om inhoud te verwijderen "het verzoek toetsen aan hun regels en richtlijnen van de gemeenschap en, indien zo, de toepassing van de nationale wetgeving ter bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat...". Met andere woorden, de reuzen van de sociale media treden reeds op met een vrijwillige censuur namens de Europese Unie.
Naast de Gedragscode zijn er in de EU verschillende initiatieven om de censuur uit te breiden. Onlangs had de EU bijvoorbeeld een oproep tot het indienen van onderzoeksvoorstellen over hoe "haatzaaiende uitlatingen online te controleren, te voorkomen en tegen te gaan". Zij sponsort ook projecten die journalisten "begeleiden" bij wat ze moeten schrijven: in het kader van het EU-programma voor rechten, gelijkheid en burgerschap (REC) heeft de EU de publicatie van een handboek met richtlijnen voor journalisten over hoe te schrijven over migranten en migratie gefinancierd. De richtlijnen maken deel uit van het RESPECT WORDS-project - ook gefinancierd door de EU - dat tot doel heeft "de kwaliteit van de verslaggeving over migranten en etnische en religieuze minderheden te bevorderen als een onmisbaar instrument in de strijd tegen haat". In de richtlijnen van het handboek staat onder meer hoe de journalisten dat dienen te doen:
"Zorg ervoor dat termen als 'moslim' of 'islam' niet verder worden gestigmatiseerd door ze te associëren met bepaalde handelingen... Laat de beweringen van extremisten over handelen 'in naam van de islam' niet onbetwist. Benadruk... de diversiteit van moslimgemeenschappen... waar het nodig en nieuwswaardig is om haatdragende uitlatingen tegen moslims te melden en bemiddel in de informatie. Betwist alle valse vooronderstellingen waarop dergelijke commentaren berusten."
Met andere woorden, de richtlijnen vragen aan journalisten om het publiek te desinformeren. Hoe moet men dan logischerwijs reageren op een volledig door de EU gesponsord "Actieplan tegen desinformatie"?
Tot slot is dit dezelfde Europese Commissie die onlangs haar afkeuring heeft uitgesproken over de terugtrekking van Oostenrijk uit het VN-Migratiepact. Het Migratiepact bepaalt dat mediakanalen die de migratieagenda van de VN niet steunen, niet in aanmerking komen voor publieke financiering. Hoe zit het dan met "het volledig respecteren van de fundamentele beginselen van Europa's vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en pluralisme?"
Met dit nieuwe actieplan tegen desinformatie kan Europa zich in werkelijkheid klaarmaken voor nog meer censuur.