In mei riep Frankrijk op tot meer overheidstoezicht op Facebook. Nu heeft Facebook ermee ingestemd om de identificatiegegevens van Franse gebruikers die verdacht worden van haatzaaiende uitlatingen op haar platform over te dragen aan Franse rechters, aldus Cédric O, de Franse staatssecretaris voor de digitale sector.
Nog eerder, volgens een Reuters rapport, "had Facebook zich onthouden van het doorgeven van identificatiegegevens van mensen die verdacht worden van haatzaaiende uitlatingen, omdat het niet verplicht was om dit te doen onder Amerikaanse/Franse wettelijke conventies en omdat het bezorgd was dat landen zonder een onafhankelijke rechterlijke macht er misbruik van zouden kunnen maken". Tot nu toe, zo merkte Reuters op, had Facebook alleen samengewerkt met de Franse rechterlijke macht in zaken die verband hielden met terroristische aanslagen en gewelddaden door de IP-adressen en andere identificatiegegevens van verdachte personen over te dragen aan Franse rechters indien die dit formeel eisten.
Nu echter schijnt "haatzaaien" – waarmee alle afwijkende meningen gemakshalve worden geëtiketteerd - vergelijkbaar te zijn geworden met terrorisme en is het een gewelddadige misdaad geworden. Hoe autocratisch, maar Cédric O houdt er blijkbaar van: "Dit is groot nieuws, het betekent dat de rechtsgang normaal zal kunnen verlopen."
Het is zeer waarschijnlijk dat andere landen een soortgelijke overeenkomst met Facebook willen; het lijkt ook waarschijnlijk dat Facebook zich daaraan zal houden. In mei bijvoorbeeld, toen Frankrijk debatteerde over wetgeving die een nieuwe "onafhankelijke toezichthouder" de macht zou geven om aan technische netwerkbedrijven tot 4% boete van hun wereldwijde inkomsten op te leggen als ze niet genoeg doen om "haatdragende inhoud" van hun netwerk te verwijderen, merkte Mark Zuckerberg, CEO van Facebook, op: "Ik hoop dat het [het Franse voorstel] een model kan worden dat in de hele EU kan worden gebruikt."
Frankrijk is het eerste en tot nu toe enige land dat een dergelijke overeenkomst met Facebook is aangegaan.
De nieuwe overeenkomst kan het einde betekenen van de de-facto vrije meningsuiting op Facebook voor Franse burgers. Zelfcensuur in Europa is al wijdverbreid: een recent onderzoek in Duitsland toonde aan dat tweederde van de Duitsers "zeer voorzichtig" is over de onderwerpen die ze in het openbaar willen bespreken - de Islam en de migranten zijn het meest taboe.
De Franse autoriteiten zijn al bezig om een extreem publiek voorbeeld te stellen van wat er kan gebeuren met hen die hun vrijheid van meningsuiting op het internet gebruiken. Marine Le Pen, president van de Rassemblement National kreeg onlangs het bevel om terecht te staan en kan een maximumstraf van drie jaar gevangenisstraf en een boete van 75.000 euro krijgen voor het verspreiden van "gewelddadige berichten die aanzetten tot terrorisme of pornografie of de menselijke waardigheid ernstig schaden". In 2015 had ze beelden getweet van wreedheden die door ISIS in Syrië en Irak waren begaan om te laten zien wat ISIS aan het doen was.
Als de overeenkomst van Facebook met Frankrijk wordt overgenomen door andere Europese landen, zal wat er nog over is van de vrijheid van meningsuiting in Europa, vooral op het internet, als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Begin juli keurde de Franse nationale vergadering een wetsontwerp goed om online haatzaaien in te perken. Het wetsontwerp geeft sociale mediaplatformen 24 uur de tijd om "haatdragende inhoud" te verwijderen of het risico te lopen op boetes van tot 4% van hun wereldwijde inkomsten. Het wetsvoorstel is naar de Franse Senaat gegaan en kan na het zomerreces van het parlement wet worden. Als dat het geval is, zal Frankrijk het tweede land in Europa zijn, na Duitsland, dat een wet aanneemt waarbij een socialemediabedrijf in naam van de staat rechtstreeks de gebruikers censureert.
Ook in Duitsland - waar de censuurwet, bekend als NetzDG, Facebook ook verplicht om binnen 24 uur inhoud te verwijderen, of boetes van tot 50 miljoen euro tegemoet te zien- heeft het Bundesamt für Rechtsanwalt Facebook begin juli een wettelijke boete van 2 miljoen euro opgelegd "voor de onvolledige informatie in haar gepubliceerde rapport [de publicatie van zijn transparantieverslag voor de eerste helft van 2018, dat vereist is in het kader van de NetzDG] inzake het aantal klachten over illegale inhoud. Dit geeft het grote publiek een vertekend beeld van zowel de hoeveelheid illegale inhoud als van de reactie op het sociale netwerk".
Volgens het Duitse Bundesamt für Rechtsanwalt informeert Facebook zijn gebruikers onvoldoende over de mogelijkheid om "criminele inhoud" in het specifieke "NetzDG-meldingsformulier" te melden:
"Facebook heeft twee meldsystemen: de standaard feedback- en meldkanalen enerzijds en het 'NetzDG-meldformulier' anderzijds. Gebruikers die een klacht willen indienen over criminele inhoud onder de Wet Handhaving Netwerken worden in de richting van de standaardkanalen gestuurd, omdat het naast elkaar bestaan van standaardkanalen en het 'NetzDG-meldingsformulier' onvoldoende transparant is gemaakt en het 'NetzDG-meldingsformulier' te verborgen is... Waar sociale netwerken meer dan één meldkanaal aanbieden, moet dit duidelijk en transparant worden gemaakt voor de gebruikers en de klachten die zij via deze kanalen ontvangen, moeten worden opgenomen in het transparantieverslag. Procedures voor de behandeling van klachten over illegale inhoud hebben immers een aanzienlijke impact op de transparantie.
In een reactie daarop zei Facebook:
"We willen haatzaaien zo snel en effectief mogelijk uit de wereld helpen en daar werken we aan. We zijn ervan overtuigd dat onze gepubliceerde NetzDG-rapporten in overeenstemming zijn met de wet, maar zoals veel critici hebben opgemerkt, is de wet niet duidelijk genoeg."
Terwijl Facebook beweert online te strijden tegen haatzaaiende woorden, waaronder de bewering dat het miljoenen posts met terroristische inhoud van zijn platform heeft verwijderd, staan er volgens een recent rapport van de Daily Beast nog steeds 105 berichten van enkele van de beruchtste terroristen van Al-Qaeda op Facebook en YouTube.
Onder de terroristen bevinden zich Ibrahim Suleiman al-Rubaish, die meer dan vijf jaar gevangen werd gehouden in Guantanamo Bay vanwege training met al-Qaeda en het vechten met de Taliban in Afghanistan tegen de Verenigde Staten, en Anwar al-Awlaki, een in Amerika geboren terrorist; beiden gedood door Amerikaanse droneaanvallen. Volgens een Amerikaanse ambtenaar voor terrorismebestrijding in september 2016:
"Als je naar de mensen zou kijken die de terreurdaden hadden gepleegd of gearresteerd zijn en je had een peiling gehouden, dan zou je opmerken dat de meerderheid van hen op de een of andere manier in contact stond met Awlaki.
Awlaki predikte en verspreidde al in de jaren negentig zijn boodschap van jihad in Amerikaanse moskeeën. In de Masjid Ar-Ribat al-Islami moskee in San Diego, tussen 1996-2000, woonden twee van de toekomstige 9/11 kapers zijn preken bij. Hij zou ook verschillende andere terroristen hebben geïnspireerd, zoals de Fort Hood terrorist, Majoor Nidal Malik Hasan, met wie hij e-mails heeft uitgewisseld, en de gebroeders Tsarnaev, die een bom plaatsten tijdens de marathon van Boston in 2013. Blijkbaar stoort dat soort activiteiten Facebook niet: Het Daily Beast vond naar verluidt deze video's door eenvoudige zoekopdrachten in het Arabisch met alleen de namen van de jihadisten.
Dat Facebook "creatief" lijkt te zijn in hoe het ervoor kiest om zijn eigen regels te volgen, is niets nieuws. Zoals eerder gemeld door het Gatestone Institute, heeft Ahmad Qadan in Zweden twee jaar lang publiekelijk geld ingezameld voor ISIS. Facebook verwijderde de berichten pas nadat de Zweedse veiligheidsdienst (Säpo) Facebook benaderde. In november 2017 werd Ahmad veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf voor het gebruik van Facebook om geld in te zamelen voor de financiering van wapenaankopen voor de ISIS en Jabhat al-Nusra terreurgroepen en voor het plaatsen van berichten waarin werd opgeroepen tot "ernstige gewelddaden, voornamelijk en onevenredig gericht tegen burgers met de bedoeling om terreur onder het publiek te creëren."
In september 2018 onthulden de Canadese media dat een terroristenleider in Toronto, Zakaria Amara, tijdens het uitzitten van een levenslange gevangenisstraf voor het beramen van door Al-Qaeda geïnspireerde aanslagen met vrachtwagens in het centrum van Toronto, toch een Facebook-pagina had waarop hij foto's en notities vanuit de gevangenis plaatste over wat van hem een terrorist gemaakt had. Pas nadat de Canadese media contact hadden opgenomen met Facebook om te vragen naar de account, verwijderde Facebook Amara's account "vanwege het schenden van gemeenschapsnormen".
Wanneer zal het voor Facebook - en YouTube - een prioriteit worden om materiaal van de terrorist Anwar al-Awlaki te verwijderen, wiens ophitsing echte terroristen heeft geïnspireerd om mensen te doden?