Palestijnse vrouwen zijn de laatste slachtoffers geworden van de Palestijnse Autoriteit aanval op de vrijheid van meningsuiting in de Westelijke Jordaanoever. In de door mannen gedomineerde Arabische cultuur, wordt een belediging van een vrouw als veel meer offensief beschouwd dan wanneer die afkomstig is van een man. Dat is de belangrijkste reden waarom de Palestijnse Autoriteit [PA] al snel actie onderneemt tegen vrouwen die zich durven uit te spreken of kritische opmerkingen maken.
De Palestijnen weten ook dat vrouwen kwetsbaarder zijn dan mannen. Door vrouwen in het viezier te nemen, probeert de PA hen niet enkel te intimideren en hen het zwijgen op te leggen, maar ontmoedigen ook anderen om zich uit te spreken. De PA hoopt een boodschap te verspreiden dat niemand immuun is voor arrestatie of intimidatie, zelfs als het een vrouw is.
De onderdrukking valt samen met de inspanningen van de Palestijnse Autoriteit om in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een resolutie te doen goedkeuren waarin een tijdlijn wordt voorgesteld tot een terugtrekking van Israël tot achter de pre-1967 lijnen en de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse staat.
Vorige week diende Jordanië aan de Veiligheidsraad een door de Palestijnen opgestelde resolutie in, die een einde moet maken aan de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden tegen het einde van 2017 en een vredesakkoord binnen een jaar.
Maar wat de Palestijnen niet vertellen aan de Veiligheidsraad is dat de staat die zij willen oprichten er een is die de openbare vrijheden, met eerst en vooral de vrijheid van meningsuiting, niet respecteert. Dit zou een staat waar mensen worden vastgehouden en geïntimideerd voor het gebruik van sociale media om hun mening te uiten. Het is ook een staat waar de president of een van zijn hoge ambtenaren de arrestatie beveelt van iedereen die zich durft uit te spreken tegen het gebrek aan democratie en hervormingen.
De ontwerpresolutie die aan de Veiligheidsraad is voorgelegd slaagt er niet in om het feit te verdoezelen dat de Palestijnse Autoriteit politieke tegenstanders en critici, met inbegrip van Facebook-gebruikers, lastig valt en vervolgt. De PA wil bovendien ook niet dat de Veiligheidsraad en de rest van de internationale gemeenschap te weten zouden komen dat in de toekomstige Palestijnse staat, vrouwelijke journalisten, auteurs en politieke activisten kunnen vastgehouden voor ondervraging en bedreigd worden vanwege hun werk.
In de afgelopen paar weken, hebben veiligheidstroepen die behoren tot de Palestijnse Autoriteit, drie Palestijnse vrouwen opgeleid voor ondervraging. Eén van de vrouwen, Majdoleen Hassouneh (plaatje rechts), werd voor ondervraging opgeleid op beschuldiging dat ze 'haar tong had uitgestoken' naar President Mahmoud Abbas. De beschuldiging verwijst naar de opmerkingen die zij had geplaatst op Facebook waarin zij Abbas bekritiseerde.
"Ik werd twee uur lang ondervraagd omtrent oude postings op Facebook," vertelde Hassouneh, die in Nabloes woont. "Zij beschuldigden mij van het 'uitsteken van mijn tong' en de president te belasteren. De president bekritiseren is geen laster en wij hebben het recht om eender welke politicus te bekritiseren."
Hassouneh zei dat hoewel ze werd vrijgelaten, zij nog steeds verwacht te worden opgesloten en voor de rechtbank zal worden gedaagd. Zij heeft de beschuldigingen tegen haar ontkend, zeggende dat sommige van haar commentaren van haar ondervragers waren en niet de hare of dat ze verdraaid werden.
De volgende dag werd door de veiligheidstroepen van de Palestijnse Autoriteit Eman Silawy ter ondervraging voorgeleid, een vrouwelijke politieke activiste en onderzoekster uit Jenin, omwille van haar postings op Facebook.
Een andere vrouw, Lama Khater uit Hebron (plaatje rechts), klaagde dat de veiligheidsofficieren van de Palestijnse Autoriteit haar huis binnenvielen en computers en andere electronische toestellen in beslag namen. Khater, een auteur en politiek activiste, vertelde dat dit niet de eerste keer was dat de Palestijnse Autoriteit haar huis binnenviel.
Het hardhandig optreden jegens Palestijnse vrouwen op de Westelijke Jordaanoever is iets dat de Palestijnse autoriteit niet wil dat de internationale gemeenschap en de media ervan zouden weten. Evenmin wil de Palestijnse Autoriteit dat de internationale gemeenschap zou weten dat het jaar 2014 getuige was van de ergste aanvallen op openbare vrijheden sinds haar oprichting twee decennia geleden.
Volgens Esam Arouri, lid van het Coördinerend Comité van Niet-Gouvermentele Organisaties [UN NGO Branch], zijn de aanslagen op de openbare vrijheden op de West Bank "een gevaarlijk teken van de verslechtering van de mensenrechten in Palestina." Hij zei dat het jaar 2014 het slechtste was met betrekking tot schendingen van de mensenrechten sinds de totstandbrenging van de Palestijnse Autoriteit. Arouri zei dat marteling en partijdige uitspraken in de door de Palestijnse Autoriteit gecontroleerde gebieden in 2014 zijn blijven verder duren.
Leden van de Veiligheidsraad, die worden aangemaand om de Palestijnse soevereiniteitsaanvraag te steunen, zouden president Abbas moeten bevragen omtrent de aard van de staat die hij wenst te creëren voor zijn volk. Deze leden hebben het recht om te weten of de Palestijnse staat gelijkaardig zal worden aan andere Arabische dictatuurstaten waar schendingen van de mensenrechten de norm zijn geworden.
Wat wellicht nog belangrijker is, de leden van de Veiligheidsraad hebben het volste recht om te weten waarom Palestijnse vrouwen worden lastiggevallen en geïntimideerd door de door het Westen gefinancierde Palestijnse veiligheidstroepen op de Westelijke Jordaanoever. Deze leden hebben het recht om te weten of hen wordt gevraagd om een andere Arabische dictatuur goed te keuren vooraleer zij hun handen omhoog steken in het voordeel van de soevereiniteits resolutie.