De afgelopen maanden hebben de PA en Jordanië het bezoek van joodse groepen en individuen aan de Tempelberg in Jeruzalem sterk veroordeeld.
De PA en Jordanië hebben de joodse bezoekers ervan beschuldigd de Haram al-Sharif [Nobel Heiligdom], de islamitische naam voor de Tempelberg, te ontheiligen.
De bezoeken, die gehouden worden in coördinatie met de politie van Jeruzalem, worden door de PA en Jordanië omschreven als pogingen om de Al-Aqsa moskee te "bestormen".
Die beschuldigingen door de PA en Jordanië hebben een campagne doen ontstaan waarmee moslims de joodse bezoeken willen dwarsbomen. Bijna elke dag onderscheppen islamitische schreeuwers de joodse bezoekers, en beledigen zij hen en schreeuwen zij "Allahu Akbar" in hun gezicht.
In sommige gevallen hebben Palestijnen schoenen gegooid naar de joodse bezoekers, waaronder vaak ook kinderen zijn.
Verscheidene Palestijnse groeperingen hebben geprobeerd vrouwen en kinderen te rekruteren voor het lastigvallen van joodse bezoekers en de politieagenten die hen vergezellen. De vrouwen, onthaald als Murabitat (de Standvastigen), hebben een hoofdmissie: de joodse bezoekers lastigvallen. Zij claimen dat hun voornaamste doel het beschermen van de Al-Asqa moskee tegen joodse agressie is. Een aantal van deze vrouwen ontvangen maandsalarissen van 1500 shekels (ongeveer 366 euro), voor hun pogingen de joodse bezoekers tegen te houden.
Maar nu vallen zij die hebben hun volk hebben opgehitst tegen de joodse bezoekers ten prooi aan hun eigen campagne.
Palestijnse en Jordaanse vertegenwoordigers die de Tempelberg onlangs bezochten, ontvingen er een eerstehands les in waar ophitsing to kan leiden. De vertegenwoordigers werden namelijk zelf het slachtoffer van de schreeuwers die ditmaal hen beledigden, en hen dwongen de heilige plaats te ontvluchten.
Het meest recente slachtoffer was Sheikh Ahmed Helayel, de Chief Islamic Judge van Jordanië, die afgelopen vrijdag als hoofd van een Jordaanse overheidsdelegatie het vrijdaggebed zou leiden, maar werd gedwongen het podium te verlaten nadat veel gelovigen tegen zijn aanwezigheid protesteerden, en zowel hem als Jordanië begonnen te beledigen. Hijzelf en alle andere delegatieleden werden gered door andere gelovigen die hen van de tempelberg af escorteerden.
De Palestijnen die de Jordaanse delegatie vernederde en verjoeg behoorden tot de internationale radicale groepering Hizb-ut-Tahrir (Partij van de Bevrijding), wiens doelstelling het is "de islamitische manier van leven voort te zetten door een islamitische staat te vestigen die de islam implementeert en wereldwijd verspreidt."
Een van de leiders van de menigte schreeuwde tegen de Jordaanse Sheikh: "We hopen dat jullie ons bezoeken bij het hoofd van het islamitische leger dat Jeruzalem en de Asqa moskee zal bevrijden, en niet onder de laars van de Israëlische bezetting. Een andere demonstrant beschuldigde Jordanië ervan de Westbank en Jeruzalem in 1976 te hebben verkocht aan Israel.
Het incident heeft het PA-leiderschap, wiens vertegenwoordigers de incidenten snel veroordeelden, in diepe verlegenheid gebracht.
PA-woordvoorder Ehab Bsaisso drukte zijn spijt over het incident uit. De PA Chief Islamic Judgde, Mahmoud Habbash, veroordeelde het incident als "immoreel" en "on-islamitisch". Habbash claimde dat de verantwoordelijken voor het incident "de Israëlische bezetting een gratis dienst hebben bewezen."
Het is het opmerken waard dat PA-vertegenwoordigers islamitische gelovigen regelmatig aanmoedigen joodse bezoekers te onderscheppen. Maar vorig jaar werd Habbash, die tevens dienst doet als adviseur voor religieuze aangelegenheden voor PA-president Abbas, zelf gedwongen de Tempelberg te verlaten, nadat boze Palestijnen hem aanvielen met schoenen, stenen en eieren.
Alsnog lijken de vertegenwoordigers van de PA en Jordanië hun les — namelijk dat hun ophitsing tegen bezoekende joden een vuur zal ontsteken dat ook hen consumeert — niet geleerd te hebben. Zowel Habbash als Sheikh Helayel bevonden zich in dezelfde situatie als joden die geconfronteerd werden door schreeuwers tijdens hun bezoek aan de tempelberg.
Palestijnse en Jordaanse vertegenwoordigers die hun volk dagelijks ophitsen tegen Israel, zouden niet verrast moeten zijn als hun eigen volk hen vervolgens in het gezicht spuugt, schoenen naar hen gooit, en hen van de Tempelberg verdrijven.
Jordanië heeft een vredesverdrag met Israel, terwijl de PA hun veiligheidsoperaties coördineert met de IDF. Dat is voor hun volk genoeg reden zich tegen hen te keren en hen te beschuldigen van "collaboratie" met de "zionistische vijand."
Anti-Israel propaganda is andermaal contraproductief gebleken. Maar zullen de PA en Jordanië hun conclusies trekken en hun volk voortaan onderwijzen in tolerantie en vrede met Israel? Helaas is dat onwaarschijnlijk, in ieder geval in de nabije toekomst. De anti-Israëlische retoriek heeft het onmogelijk gemaakt het zelfs maar over de mogelijkheid tot vrede met Israel te hebben.