De terreuraanslagen op de luchthaven en de metro van Brussel werpen eens temeer het licht op de schandelijke rol van België als Europa's toevluchtsoord voor Jihadisten.
Voor het feit dat Brussel, de politieke hoofdstad van Europa, tegelijkertijd Europa's hoofdstad van Jihadisten is geworden, zijn meerdere factoren verantwoordelijk, die weliswaar ieder op zich een rol spelen, desalniettemin echter ook verband met elkaar houden.
Een grote islamitische bevolking
De islamitische bevolking van België zal in 2016 tot 700.000 toenemen, dat is 6,2% van de totale bevolking. Dit blijkt uit een nieuwer onderzoek van het Pew Research Center. Afgemeten aan het aandeel op de totale bevolking heeft België de grootste islamitische bevolking in West-Europa.
In de metropool-regio Brussel – waar ongeveer de helft van alle moslims in België woont – heeft het aantal moslims intussen de 300.000 bereikt, dat is ongeveer 2,5%. Brussel is zodoende een van de meest islamitische steden van Europa.
Ongeveer 100.000 moslims wonen in het Brusselse stadsdeel Molenbeek, dat het centrum van het Belgische jihadisme is geworden.
Parallelsamenlevingen
Het probleem van België met de radicale islam kan terug gevoerd worden tot de jaren '60, toen de Belgische staat de massa-immigratie uit Turkije en Marokko forceerde om aan goedkope arbeidskrachten te komen. Later kwamen daar immigranten uit Egypte en Libië bij.
De fabrieken gingen uiteindelijk dicht, maar de migranten bleven en stichtten gezinnen. Nu behoren de meeste moslims in België tot de derde of vierde generatie van nakomelingen van de oorspronkelijke migranten. Terwijl veel Belgische moslims geïntegreerd zijn in de Belgische samenleving, zijn veel anderen dat niet.
Een toenemend aantal Belgische moslims woont in de randgebieden van de steden – geïsoleerde getto's, die bepaald worden door armoede, werkloosheid en criminaliteit. In Molenbeek bedraagt het werkloosheidspercentage ongeveer 40%. Radicale imams, die op zoek zijn naar jongeren die niets te doen hebben, maken daar op agressieve wijze propaganda voor de jihad tegen het Westen.
Salafisme
Net zoals in andere Europese landen kiezen veel moslims in België de kant van het salafisme, een radicale vorm van de islam; de roep naar een gewelddadige jihad in naam van Allah, tegen alle ongelovigen, vindt vaak een open oor.
Het begrip "salafisme" is gebaseerd op het Arabische woord salaf, dat zoveel als "voorganger" of "voorvader" betekent en betrekking heeft op Mohammed. Salafisten voeren hun oorsprong terug op Saoedi-Arabië, de geboorteplaats van Mohammed. Ze verheerlijken een geïdealiseerde visie van datgene dat zij als de ware, oorspronkelijke islam beschouwen, zoals hij door de eerste generaties van moslims werd gepraktiseerd, waaronder Mohammed en zijn metgezellen en aanhangers in de 7e en de 8ste eeuw. Het is het doel van het salafisme om in de huidige tijd opnieuw een zuivere vorm van de islam te creëren.
Voor de moderne, seculiere en pluralistische staat houdt dit een serieus probleem in. In het rapport van de binnenlandse veiligheidsdienst van de Duitse deelstaat Niedersachsen uit 2013 wordt het salafisme als volgt gedefinieerd: een "politieke ideologie", wiens aanhangers in de islam "niet alleen maar een religie" zien, "maar ook een juridisch bijprogramma voor de vormgeving van alle levensterreinen: van de staatsorganisatie via de relaties tussen de mensen tot het privéleven van het individu toe."
Zoals verder in het rapport wordt gezegd, worden "de democratische principes van de scheiding van staat en religie, van de volkssoevereiniteit, van de religieuze en seksuele zelfbeschikking, van de gelijkheid van de sekses en van het fundamentele recht op lichamelijke ongeschondenheid" door het salafisme afgewezen.
Sharia4Belgium
Voor de opkomst van de "Islamitische Staat" was "Sharia4Belgium" de bekendste salafistische groepering van België. Ze speelde een belangrijke rol bij de radicalisering van Belgische moslims.
In februari 2015 werd de beweging verboden en haar leider, Fouad Belkacem, werd tot 12 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Een deel van haar voormalige website is te vinden in het internetarchief. Daar nodigt Sharia4Belgium alle Belgen uit om tot de islam te bekeren en zich te onderwerpen aan de wetten van de sharia, zo niet dan wordt er met consequenties gedreigd. Dit is de tekst:
"Sinds de val van het islamitisch kalifaat zijn er 86 jaren verstreken. In dit land (België) heersen tirannie en corruptie; het ene schandaal volgt op het andere: economische crises, pedofilie, criminaliteit, toenemende Islamofobie enz."
"Zoals wij (de moslims) Europa in het verleden uit de tijden van de duisternis hebben bevrijd, zijn we van plan dit opnieuw te doen. We hebben nu de juiste oplossing voor alle crises: het naleven van de goddelijke wet, de sharia. Wij roepen ertoe op om de sharia in België in te voeren."
"De sharia is het perfecte systeem voor de mensheid. In de 1.300 jaar die de islamitische staat bestond, kende men daar alleen maar orde, welvaart en de bescherming van de mensenrechten. We weten dat Spanje, Frankrijk en Zwitserland hun beste periodes meemaakten onder de sharia. In deze 1.300 jaar werden er slechts 120 vrouwen verkracht, tegenover de 120 verkrachtingen die nu dagelijks in Europa plaatsvinden. In 1.300 jaar werden er minder dan 60 diefstallen geregistreerd."
"Dientengevolge nodigen wij de Koninklijke familie, het parlement, de hele adel en iedere individuele Belg uit zich te onderwerpen aan het licht van de islam. Red jezelf en jullie kinderen voor de pijnlijke bestraffing in het hiernamaals en stel voor jezelf het eeuwige leven in het paradijs zeker."
Een screenshot van de achtergrond van de voormalige website van Sharia4Belgium laat het Belgische parlementsgebouw zien, waarop de zwarte vlag van de jihad wappert. Tot voor kort werd de YouTube-site van Sharia4Belgium (die inmiddels eveneens werd verwijderd) ervoor gebruikt om moslims tot de jihad op te stoken. De groepering postte daar video's met titels als "Jihad is plicht", "Aanmoediging tot de jihad", "Tweegevechten en guerrillaoorlog" of "De voordelen van de martelaarsdood". Zo effende Sharia4Belgium in België de weg voor de "Islamitische Staat".
"Belgische" Jihadisten
België is een van de kleinste landen van West-Europa, maar per hoofd van de bevolking een van Europa's grootste herkomstlanden van jihadistische strijders in Syrië en in Irak. Volgens cijfers van de Belgische minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon, die hij op 22 februari 2016 presenteerde, werden 451 Belgische staatsburgers als Jihadisten geïdentificeerd. Van hen bevinden zich 269 op de slagvelden in Syrië en Irak; van zes van hen neemt men aan dat ze op dit moment daar naartoe op weg zijn; 117 zijn naar België teruggekeerd en 59 hebben geprobeerd om er naartoe te reizen, maar werden aan de grens gestopt.
Volgens Jambon zijn 197 Jihadisten afkomstig uit Brussel; van hen bevinden zich 112 in Syrië, 59 zijn naar België teruggekeerd. Nog eens 195 Jihadisten zijn afkomstig uit Vlaanderen; van hen bevinden zich 133 in Syrië, 36 zijn teruggekeerd naar België.
Wat betreft de verhouding per hoofd van de bevolking is België in de EU de grootste troepenleverancier van Jihadisten voor de "Islamitische Staat": ongeveer 40 Jihadisten op 1 miljoen inwoners. Ter vergelijking: in Denemarken zijn dit 27, in Zweden 19, in Frankrijk 18, in Oostenrijk 17, in Nederland 14,5, in Finland 13, in Noorwegen 12, in Groot-Brittannië 9,5, in Duitsland 7,5 en in Spanje 2.
Incompetentie van de autoriteiten?
Bij minstens vijf jihadistische terreuraanslagen in de afgelopen 24 maanden was er sprake van een link naar België. In mei 2014 vielen Jihadisten het Joods Museum in Brussel aan. In augustus 2015 pleegde een Jihadist met contacten naar Molenbeek een aanslag in de personentrein Amsterdam-Parijs. In januari 2015 voerde de Belgische politie een razzia tegen Jihadisten uit in de Belgische stad Verviers.
In november 2015 bleek dat twee van de acht Jihadisten, die de aanslagen van Parijs hadden gepleegd, uit Brussel afkomstig waren. Op 18 maart 2016 arresteerde de politie Salah Abdeslam, een Frans staatsburger van Marokkaanse herkomst, die betrokken was bij de Parijse aanslagen. Hij was al maandenlang op de vlucht. Op 22 maart 2016 hebben Jihadisten opnieuw toegeslagen in Brussel.
Na de aanslagen in Parijs in november 2015 had de Belgische minister-president Charles Michel gezegd: "Er is bijna altijd sprake van een link naar Molenbeek. Dat is een gigantisch probleem. Behalve dat we ons bezig houden met het voorkomen, zouden we ons ook meer moeten bezig houden met de strafvervolging."
Minister van Binnenlandse Zaken Jambon voegde daar aan toe:
"Op dit moment hebben we de situatie in Molenbeek niet onder controle. De volgende stap moet zijn dat we onze inspanningen verhogen. De burgemeester [van Molenbeek], Françoise Schepmans, vraagt om onze ondersteuning en de plaatselijke politiechef is tot samenwerking bereid. We zouden onze krachten moeten bundelen en tot in de verste hoek "opruiming" moeten houden, dat is echt nodig."
De jongste aanslagen laten echter zien dat de Belgische autoriteiten het Jihadisten-probleem nog steeds niet onder controle hebben.
Een Belgische ambtenaar, die zich bezighoudt met terrorismebestrijding, zegt: vanwege de geringe omvang van het Belgische staatsapparaat en het grote aantal lopende onderzoeken zou in België zo goed als iedere rechercheur van de politie en iedere officier van de militaire inlichtingendienst bezig zijn met onderzoeken betreffende de internationale jihad. Hij zegt verder:
"We hebben gewoon niet genoeg mensen om oog voor iets anders te hebben, en eerlijk gezegd bezitten we ook niet de infrastructuur om echt honderden verdachten en terreurverbindingen te observeren en daar bovenop ook nog honderden niet afgesloten zaken te bewerken en onderzoekingen voort te zetten. Het is letterlijk een onmogelijke situatie, die, eerlijk gezegd, zeer ernstig is."
Een medewerker van een Amerikaanse geheime dienst zou gezegd hebben dat het samenwerken met Belgische veiligheidsautoriteiten zoiets zou zijn als het werken met kinderen:
"Er bestaat zelfs, wat betreft de EU als geheel, nu al meer dan twee decennia lang een ondermijning door Jihadisten. En ze beginnen zich er nu pas mee bezig te houden. Als we contact opnemen met deze mensen of onze mensen naar hen toesturen voor gesprekken, dan praten we in principe met mensen die – om het onverbloemd te zeggen – kinderen zijn. Ze tonen geen initiatief, ze weten niet wat er gebeurt. Ze ontkennen de werkelijkheid. Het moet beangstigend voor hen zijn om toe te geven dat hun land op dit moment door een vreemde macht wordt overgenomen."
In november 2015 publiceerde de "New York Times" een bijtende analyse van de Belgische incompetentie. Er kwam aan het licht dat burgemeester Schepmans van Molenbeek een maand voor de aanslagen in Parijs een lijst met namen en adressen van Jihadisten had ontvangen die in haar stadsdeel wonen. Op deze lijst stonden ook de namen van de twee broers die later deelnamen aan de aanslagen van 13 november in Parijs.
Volgens de "New York Times" zei Schepmans later: "Wat had ik daar dan mee moeten doen? Het behoort niet tot mijn taak om mogelijke terroristen te vervolgen. Dat is de verantwoordelijkheid van de federale politie." De krant schrijft verder: "De federale politie op haar beurt ressorteert onder de minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon, een Vlaamse nationalist, die eraan twijfelt of België – dat verdeeld is in een Franstalig, Nederlandstalig en Duitstalig deel – "überhaupt als een verenigde staat zou moeten bestaan."
Een kunstmatige staat
België, dat door Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland wordt omringd, werd in 1830 opgericht om als neutrale bufferzone tussen de geopolitieke rivalen Frankrijk en Duitsland te fungeren. Deze functie was met het einde van de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende Europese integratie in feite zinloos geworden. In de loop der tijd werd Brussel de feitelijke hoofdstad van de Europese Unie.
Op grond van de toenemende spanningen tussen de Nederlandstalige en de Franstalige burgers werd België de afgelopen drie decennia geconfronteerd met een existentiële crisis. Een waarnemer schrijft:
"Het land functioneert op basis van linguïstische Apartheid, die alles besmet, van de openbare bibliotheken via gemeentelijke en regionale regeringen, het onderwijssysteem, de politieke partijen, de staatstelevisie, de kranten en zelfs de voetbalclubs. Er bestaat in België geen nationale eenheid, maar in plaats daarvan twee aan elkaar tegenovergestelde, die in het Nederlands en Frans verteld worden. Het gevolg is een dialoog tussen twee doven."
Dit falen heeft ook invloed op de Belgische terrorismebestrijding. De "New York Times" bericht:
"Met zijn drie elkaar tegenwerkende verenigde bevolkingen heeft België een duizelingwekkend aantal instituties en politieke partijen, die van elkaar gescheiden worden op taalkundige, ideologische of opportunistische wijze, en die verantwoordelijk gemaakt worden voor het klaarblijkelijke onvermogen van het land om de terroristische bedreiging de baas te worden."
"Het zou waarschijnlijk niet moeilijk geweest zijn om de beide Molenbeek-broers te vinden voordat ze meehielpen om bij de aanslagen van Parijs 130 mensen te vermoorden: ze woonden minder dan honderd meter verwijderd van het stadhuis, aan de andere kant van het marktplein in een sociale woning, die men vanuit het kantoor van de burgemeester op de tweede verdieping van het hoekhuis goed kan zien. Een derde broer had een baan in het bestuur van het stadsdeel van mevrouw Schepmans."
"Veel moeilijker echter waren echter de onderhandelingen over de op een labyrint lijkende wegen die het grote aantal organen met elkaar verbinden – respectievelijk van elkaar scheiden – die in Brussel voor de veiligheid verantwoordelijk zijn, een hoofdstad met zes plaatselijke politieafdelingen en een federale politie."
"In Brussel zijn drie parlementen gevestigd, 19 districtsraden en de hoofdkwartieren van twee geheime diensten – een militaire en een civiele –, bovendien nog een eenheid om de terroristische bedreigingen in te schatten, waarvan de chef, uitgeput en gedemoraliseerd door de moorddadige loopgravengevechten, in juli is afgetreden, de functie echter nog steeds ad interim bekleedt."
"In deze wirwar werden de beide broers uit het oog verloren: Ibrahim Abdeslam, die zichzelf in Parijs opblies, en Salah, die onlangs door de politie werd opgepakt."
Het taalprobleem heeft ook effecten op de integratie. Volgens een inschatting in de "Washington Post": "Voor veel banen in Brussel moet men Frans of Nederlands spreken, tegenwoordig vaak ook nog Engels. De meeste immigranten echter spreken vooral Arabisch en in het gunstigste geval nog Frans. Dat belemmert de integratie."
Open grenzen
Het zogenaamde Verdrag van Schengen, dat binnen het grootste deel van de Europese Unie het reizen zonder grenscontroles mogelijk maakt, staat het Jihadisten toe, die zich uitgeven als "vluchtelingen", via Griekenland de EU binnen te komen om daarna praktisch onopgemerkt verder te reizen naar Noord-Europa.
Zoals de Nederlandse politicus Geert Wilders, die in dit moment voor de rechtbank staat wegens de vrijheid van meningsuiting, in een interview met "Breitbart London" zegt:
"De uit Syrië teruggekeerde strijders vormen een aanzienlijke bedreiging. Ze zijn gevaarlijke monsters, die in onze straten rondstruinen. Het is absoluut ongelooflijk dat onze regeringen het deze mensen toestaat terug te keren. En het is onbegrijpelijk dat ze na hun terugkeer niet gearresteerd worden."
"In Nederland wonen tientallen van zulke teruggekeerde Jihadisten. Onze regering staat het hen toe om zich vrij in onze straten te bewegen en weigert hen op te sluiten. Ik eis dat ze onmiddellijk worden opgesloten. En alle regeringen in het Westen die weigeren dit te doen, dragen een morele medeschuld wanneer een van deze monsters een wrede misdaad pleegt."
"De regering is ook verplicht om onze landsgrenzen te sluiten. De Schengen-zone van de Europese Unie, waarin geen grenscontroles meer bestaan, is een catastrofe gebleken. De Belg van Marokkaanse afstamming Salah Abdeslam, de man achter de schermen van het bloedbad in Parijs in november 2015, kon het afgelopen jaar ongehinderd meerdere malen tussen België en Nederland heen en weer reizen."
Wilders' slotsom: "Dat is onacceptabel. Open grenzen zijn een immens veiligheidsrisico. Onze burgers zweven in dodelijk gevaar als we de controle over onze landsgrenzen niet herstellen."
Soeren Kern is een Senior Fellow bij de in New York gevestigde Gatestone Institute. Hij is tevens Senior Fellow voor Europese Politiek bij de in Madrid gevestigde Grupo de Estudios Estratégicos / Strategische Studiegroep. Zijn eerste boek, Global Fire, komt uit in 2016.