Palestijnse Autoriteit (PA) Voorzitter Mahmoud Abbas oogst nu wat hij gezaaid heeft. Hij wordt geconfronteerd met een vuurstorm die zijn aftreden of omverwerping eist.
De Palestijnen staan niet te juichen over Abbas' elfde jaar in een termijn van vier jaar in deze functie. Maar het kan ze niets schelen, zolang hij maar de salarissen betaalt.
De meeste Palestijnen maken geen bezwaar tegen zijn dictatoriale regels of fervente weigering om democratische en openbare vrijheden te geven aan de Palestijnen. Noch ligt hij onder vuur vanwege het niet doorvoeren van hervormingen in de Palestijnse Autoriteit, of in de bestrijding van financiële en administratieve corruptie.
Nee, het probleem komt voort uit een volledig andere hoek. Abbas heeft de smerigste woorden gebruikt: vrede met Israël.
Laten we de dingen in perspectief zetten. Dit is dezelfde Abbas, die in de afgelopen zes maanden bleef zwijgen over de nieuwe "messenintifada"; dezelfde Abbas die zijn volk opzweept in een razernij door hen te vertellen dat het de Joden zijn "die de Aqsa moskee verontreinigen met hun smerige voeten", en dezelfde Abbas wiens media en ambtenaren de Palestijnen verheerlijken, die de Israëliërs vermoorden
Het hele probleem ontplofte toen Abbas bij Israëls Channel 2 TV vertelde dat zijn veiligheidstroepen in de Westelijke Jordaanoever de scholen binnengingen en de zakken van studenten doorzochten naar messen. "In één school vonden we 70 studenten met messen, en we vertelden hen dat dit verkeerd was," zei Abbas. "Ik vertelde hen dat ik niet iemand wil doden of laten sterven. Ik wil dat u leeft, en ook dat de anderen leven." Hij vertelde verder dat hij vrede met Israël wil en is klaar om premier Binyamin Netanyahu te ontmoeten.
Abbas sprak hier natuurlijk tegen het Israëlische publiek, en niet tot zijn eigen volk. Hij heeft altijd een boodschap van verzoening richting Israëli's -- terwijl hij de bloedige waarheid voor zijn Arabisch sprekende publiek achterhoudt.
Een paar dagen eerder leek Abbas een andere "crime" te plegen toen hij de Druzen-leiders die hem bezochten in zijn kantoor in Ramallah vertelde, dat zijn hand blijvend zou zijn uitgestoken voor de vrede met Israël. Hij ging zelfs zover om te verklaren dat hij "geweld en terrorisme verworpen heeft."
In nog weer een andere "provocerende" stap ontving Abbas in zijn kantoor een delegatie van de Wereld Federatie van Marokkaanse Joden. Op deze bijeenkomst sprak Abbas weer over zijn verlangen naar vrede, en zei dat hij op zoek was naar een "einde aan de vijandigheid en het bloedvergieten tussen ons."
Als hij een interview geeft aan een Israëlisch tv-station, veracht Abbas de instructies van zijn loyalisten in het Palestijnse Journalisten Syndicaat. In februari besloot het syndicaat tot een boycot voor elke Palestijnse official om een interview te geven aan Israëlische verslaggevers of media-organisaties.
Het Palestijnse Journalisten Syndicaat, dat wordt gedomineerd door leden van Abbas' Fatah-factie, gaf geen openlijke veroordeling voor het interview met de Israëlische tv-station. Ze weten dat beter te beoordelen. Particulier echter hebben de Palestijnse journalisten en politieke activisten in Ramallah hun verontwaardiging uitgedrukt over de presidentiële "samenwerking" met de Israëlische media, ondanks het verbod.
Ook de ontmoeting met de Marokkaanse joden maakte sommige Palestijnen woedend. Die haasten zich om Abbas te beschuldigen om te handelen tegen de instructies van de beweging voor de "anti-normalisatie" in de Palestijnse gebieden. Deze beweging heeft lang gewerkt om de ontmoetingen tussen Israëli's en Palestijnen te verijdelen. De aanhangers hebben zelfs niet geaarzeld om geweld te gebruiken bij het stoppen van dergelijke ontmoetingen als die plaatsvinden. Zelfs voetbalwedstrijden tussen Israëlische en Palestijnse kinderen worden door deze extremistische beweging, die ironisch genoeg ook uit Abbas-loyalisten bestaat, als onaanvaardbaar beschouwd.
Maar wat echt een reden voor het protest was, was het gesprek over vrede. Zonder dat kan het interview en de ontmoeting met de Marokkanen rustig veroordeeld worden. Blijkbaar werd de bespreking over doorzoeken van de zakken van de schoolkinderen naar messen beschouwd als "over the top."
De verbale aanvallen tegen Abbas zijn niet alleen afkomstig vanuit zijn politieke vijanden, zoals Hamas en de Islamitische Jihad. Soms komen ze ook van zijn eigen aanhangers binnen de Fatah en de PLO.
Het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), de tweede grootste factie van de PLO op Fatah na, heeft opgeroepen tot een onmiddellijke ontslag van Abbas.
Ze beschuldigen hem van "alle rode lijnen" te hebben doorbroken, zei de PFLP. En Abbas' opmerkingen tot "het tv-station van de vijand" bewijzen dat de Palestijnse Autoriteit de samenwerking betreffende de veiligheid met Israël blijft nastreven.
De PFLP heeft Abbas' opmerkingen aan de kaak gesteld als "verachtelijk", en zei dat als Abbas niet zou aftreden, de PLO-leiding vervolgens een bijeenkomst zou moeten houden om hem uit de macht te zetten en hem verantwoordelijk te houden voor zijn verklaringen en acties.
Ook gingen Palestijnen op sociale media hun president aan de kaak stellen voor zijn opmerkingen, sommige met een grapje dat hij het zou hebben gedaan als een 1-aprilgrap. En Abbas werd bespot als leugenaar en huichelaar.
Abbas zelf heeft alleen de schuld voor dit moeras. In de laatste maanden hebben hij en de leiders van de PA hun volk opgezet tegen Israël via de media en via openbare retoriek. Door even te vergeten wat ze zeggen in het Engels, spreken veel Palestijnse leiders in het Arabisch over dood aan Israëli's.
Net als andere Palestijnse leiders is Abbas gegijzeld geworden door zijn eigen anti-Israël vergif. Hij krijgt nu wat feedback gekregen van zijn volk over hoe goed hij hen dit gif heeft aangeleerd. Het antwoord: heel goed.
Misschien zal deze keer de internationale gemeenschap de waarheid horen: het Palestijnse leiderschap doet niets om het Palestijnse volk naar een vrede met Israël te leiden. Dat is het echte obstakel voor de vrede.
Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist, is gevestigd in Jeruzalem.