Het plan van de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan voor Syrië gaat er alleen maar om jihadisten die hem vijandig gezind zijn te vervangen door bevriende jihadisten. (Foto door Chris McGrath/Getty Images) |
Kort na de controversiële beslissing van president Donald Trump om de Amerikaanse troepen uit Syrië terug te trekken - een zet die Turkije, Rusland en Iran buitengewoon tevreden stelde - schreef de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan in een charmeoffensief een opiniestuk voor de New York Times, getiteld: "Trump heeft gelijk over Syrië. Turkije kan de klus klaren".
Turkije, zo beweert Erdoğan, is het enige land met zowel de macht als de toewijding om de belangen van de Verenigde Staten, de internationale gemeenschap en het Syrische volk te beschermen.
Deze bewering is volstrekt onjuist. Ondanks enkele overeenkomsten zijn de belangen van Turkije in de Syrische arena heel anders dan die van de Westerse landen. Turkije's ambities ten aanzien van de toekomst van Syrië zijn vooral sektarisch (pro-Sunni) en daarom een goede formule voor meer geweld in het door burgeroorlog verscheurde Syrië en de mogelijke afslachting van de Koerden, een klus die Turkije wél kan klaren.
Het is waar, zoals Erdogan de wereld eraan herinnerde, dat Turkije in 2016 het eerste land was dat grondtroepen inzette om de zogenaamde islamitische staat (ISIS) in Syrië te bestrijden: "Onze militaire inval sneed de toegang van de groep tot de grenzen van de NAVO af en belemmerde hun vermogen om terreuraanslagen in Turkije en Europa uit te voeren."
Erdogan beweert vervolgens dat Turkse troepen en strijders van het Vrije Syrische Leger, door Turkije krachtig gesteund, "van deur tot deur zijn gegaan om opstandelingen uit te roeien in Al Bab, een voormalig bolwerk van de zogenaamde Islamitische Staat".
Erdoğan vermeldt echter zijn banden met de Syrische jihadisten vóór 2016 niet. In mei 2015 publiceerde het seculiere dagblad Cumhuriyet op de voorpagina video- en fotografische bewijzen van wapenleveringen door de Turkse inlichtingendiensten aan islamitische groepen in Syrië.
Een maand later diende president Erdoğan zelf een strafrechtelijke klacht in tegen de hoofdredacteur van Cumhuriyet, de prominente journalist Can Dündar en het hoofd van het bureau in Ankara, Erdem Gül. In een openbare toespraak zei Erdoğan: "Degene die dit verhaal naar buiten bracht, zal hier zwaar voor boeten." In 2018 oordeelde het Hooggerechtshof van Beroep dat Dündar tot 20 jaar gevangenisstraf moet krijgen voor "het verkrijgen van vertrouwelijke informatie voor spionagedoeleinden". (Dündar ontsnapte naar Duitsland, waar hij nu in ballingschap leeft.)
Erdoğan schreef in de Times een opiniestuk: "Turkije zet zich in voor het verslaan van de zogenoemde Islamitische Staat en andere terroristische groeperingen in Syrië, omdat het Turkse volk maar al te bekend is met de dreiging van gewelddadig extremisme." Het is geen geheim dat Erdoğan uit de elite van de militante politieke islam in Turkije afkomstig is. Hij ontkent categorisch en fel "islamitische terreur". Hij denkt dat de Islamitische Staat deel uitmaakt van een project dat tot doel heeft de islam te bezoedelen. In februari 2017 viel hij de Duitse bondskanselier Angela Merkel aan voor de zinsnede "islamistische terreur" en zei boos - en onnauwkeurig - tegen zijn gast: "Islam betekent 'vrede', het heeft geen relatie met 'terreur'." Erdoğan zelf heeft expliciet gesteld dat "er geen gematigde islam is".
Erdoğans bewering dat de "Turkse bevolking maar al te bekend is met de dreiging van gewelddadig extremisme" moet behoedzaam beschouwd worden. In augustus 2014 stelde het Turkse stembureau MetroPOLL vast dat 11,3% van de Turken de Islamitische Staat niet als een terroristische organisatie beschouwt. Dat is geenszins een marginaal cijfer. Als slechts een "luttele" 11,3% van de Turken zo genereus over de Islamitische Staat denkt, betekent dit bijna 9 miljoen Turkse sympathisanten voor de jihadisten. Als slechts 10% van hen besluit de jihad van de Islamitische Staat te steunen, komt dat neer op bijna 900.000 potentiële Turkse jihadisten.
Het is duidelijk dat Erdoğans uitspraak "militair gezien is de zogenaamde Islamitische Staat in Syrië verslagen; toch maken wij ons grote zorgen over het feit dat sommige externe mogendheden de overblijfselen van deze organisatie kunnen gebruiken als excuus om zich te bemoeien met de interne aangelegenheden van Syrië", betekent dat "externe mogendheden zich niet moeten bemoeien met Syrië, maar dat Turkije zich wél moet bemoeien met Syrië".
Erdoğan suggereert dat "de eerste stap is het creëren van een stabilisatiemacht met strijders uit alle delen van de Syrische samenleving". Dit benadrukt Erdoğans wens dat jihadisten van zijn keuze, het Vrije Syrische Leger (FSA), het noorden van Syrië zou moeten controleren, niet andere jihadisten, of Koerden. De Hoge Militaire Raad van de FSA werkt samen met verschillende hardline-islamitische groeperingen zoals Ahrar al-Sham en Al-Qaeda-achtige jihadisten.
Erdogan beschuldigt Koerdische militanten ervan dat zij het internationale recht schenden door kinderen te rekruteren. Zijn islamistische bondgenoten in het vrije Syrische leger hebben een nog duistere recente geschiedenis. In Aleppo, de op één na grootste stad van Syrië, implementeerde de FSA een Sharia-rechtshandhavingspolitiemacht die een replica is van de Wahabitische politie in Saoedi-Arabië - waardoor gewone burgers zich aan de Sharia-code moeten houden. Daniel Wagner schreef in de Huffington Post in 2012: "Libanese kranten zoals Al-Akhbar en Assafir, en Alex Jones' infowars.com, hebben een verontrustende video uitgezonden van een 12-jarig kind dat klçaarblijkelijk door de FSA gedwongen werd om het hoofd van een Syrische militair af te snijden.
In Erdoğans post-VS routekaart voor Noord-Syrië komen "personen die geen banden hebben met terroristische groeperingen in aanmerking om hun gemeenschappen in lokale overheden te vertegenwoordigen". Dit is een zeer problematische formulering, die een serieuze vraag oproept: "Wie beslist welke groepen terroristen zijn en welke niet? Door het steunen van groepen zoals de FSA wil Erdogan het noorden van Syrië bij volmacht controleren.
In het plan van Erdoğan gaat er slechts om jihadisten die hem vijandig gezind zijn te vervangen door jihadisten die hem vriendschappelijk gezind zijn.
Burak Bekdil, een van Turkije's belangrijkste journalisten, werd onlangs ontslagen bij de meest bekende krant van het land, na 29 jaar, omdat hij in Gatestone schreef wat er in Turkije gebeurt. Hij is Medewerker bij het Middle East Forum.