De 3903 Palestijnen die de afgelopen zeven jaar in Syrië zijn vermoord, zijn niet interessant voor westerse journalisten of hun redacteuren. Voor hen zijn de rapporten van de mensenrechtenorganisatie die de toestand van de Palestijnen in Syrië in de gaten houdt goed voor de prullenbak. Foto: Palestijnse mannen zitten temidden van het puin in het vluchtelingenkamp Yarmouk, Syrië. (Bron: UNRWA) |
Hier is wat "goed" nieuws: In oktober werden slechts vijf Palestijnen die in Syrië woonden doodverklaard. De in Londen gevestigde Actiegroep voor Palestijnen van Syrië meldt dat in oktober 2017 12 Palestijnen werden gedood door oorlogsgerelateerde incidenten in dat land. "De lijst van slachtoffers die stierven in oktober 2018 bevat vier Palestijnen die dood werden verklaard in Teloul Al-Safa, in de Al-Sweida woestijn, ten zuiden van Syrië, en één Palestijn in Damascus," zei de groep.
Volgens de mensenrechtenwaakhond die de situatie van de Palestijnen in Syrië in de gaten houdt, bedraagt het aantal Palestijnen dat sinds het begin van de burgeroorlog in 2011 in Syrië is gedood, op dit moment 3903. Nog eens 1712 Palestijnen in dat land zijn gearresteerd door de Syrische autoriteiten, en 316 worden vermeld als vermist.
Het laatste slachtoffer werd geïdentificeerd als Ahmed Abdullah Balbisi, die volgens de mensenrechtengroep acht jaar na zijn opsluiting in een Syrische gevangenis stierf aan foltering. De groep zei dat Balbisi indertijd werd gearresteerd voor deelname aan vreedzame demonstraties georganiseerd door de Syrische oppositie. Balbisi is het laatste slachtoffer dat is toegevoegd aan de 3903 Palestijnen die de afgelopen zeven jaar in Syrië zijn omgekomen. Zijn dood werd gemeld door de groep op 22 november.
Een dag eerder meldde de mensenrechtengroep dat twee andere Palestijnen, Mohammed Khalil al-Kurdi en Wael Abu Hamdeh, stierven door gebrek aan goede medische behandeling. Op 19 november kwamen er berichten boven water dat een derde, Mohammed Ahmed Farhat, werd gedood tijdens een schotenwisseling tussen het Syrische leger en de terroristische groepering van de Islamitische Staat (ISIS).
Vorige week werd in rapporten gemeld dat een Palestijnse man, Nael Abd Al-Raheem, werd ontvoerd en gedood door ISIS in de noordoostelijke stad Al-Bab in Aleppo.
Deze verhalen over de gruweldaden tegen Palestijnen in een Arabisch land komen niet als een verrassing. Het is niet alsof iemand zou verwachtten dat het Syrische regime of de oppositie daar anders zou handelen.
Wat wel verontrustend is, is de houding van de internationale media en gemeenschap tegenover de benarde situatie van de Palestijnen in Syrië in het bijzonder en in de Arabische wereld in het algemeen.
Er zijn tientallen buitenlandse Midden-Oostencorrespondenten in het Midden-Oosten en velen zijn gevestigd in Jeruzalem en Tel Aviv. Deze correspondenten voelen zich veilig in Israël. Zij wonen en werken liever in Jeruzalem en Tel Aviv dan in Ramallah, de Gazastrook, Syrië, Jordanië, Libanon, Egypte en andere Arabische landen.
Waarom? Omdat Israël de enige plaats is waar deze correspondenten zich veilig voelen. Een reis naar Syrië kan leiden tot onthoofding door moslimterroristen. Een reis naar Irak kan leiden tot ontvoering door moslimterroristen. Een reis naar Egypte of Jordanië kan leiden tot intimidatie door de autoriteiten of anti-westerse moslimextremisten.
Misschien verklaart deze ongelijkheid waarom de internationale gemeenschap niets leest over mensenrechtenschendingen in Arabische en Islamitische landen. Er is echter nog een andere reden, die geen verband houdt met de veiligheid van journalisten.
De internationale gemeenschap is niet geïnteresseerd in wat de Arabieren en moslims met de Palestijnen doen, omdat de westerse journalisten er alleen maar op uit zijn om verhalen te vertellen die negatief over Israël zijn.
Palestijnse relschoppers die door de Israëlische defensiemacht aan de grens tussen Israël en Gaza zijn gedood, trekken de aandacht van tientallen westerse journalisten en mediakanalen. Palestijnen daarentegen die in Syrië worden doodgemarteld of op een andere manier gedood in Syrië, krijgen geen aandacht van de westerse media-organisaties.
De 3903 Palestijnen die in de afgelopen zeven jaar in Syrië zijn vermoord, zijn niet interessant voor de westerse correspondenten of hun redactie. Voor deze journalisten zijn de rapporten van de mensenrechtenorganisatie die de toestand van de Palestijnen in Syrië in de gaten houdt, rotzooi en goed voor de prullenbak.
In tegenstelling tot de bewoners van de Arabische landen zijn de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook gelukkig. Dankzij de voortdurende obsessie van de westerse media met Israël is de internationale gemeenschap zich van hen bewust.
De echte slachtoffers zijn ondertussen de Palestijnen die in Syrië en andere Arabische landen worden gearresteerd en mishandeld en vermoord. Dit zijn de ware slachtoffers - niet alleen vanwege wat ze in de Arabische landen ondergaan, maar vooral omdat hun ellende volledig wordt genegeerd door de westerse media.
De obsessie van de westerse media met Israël heeft de indruk gewekt dat de enige Palestijnen die op deze planeet leven, de Palestijnen zijn die op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook wonen. Deze indruk wekt onrechtvaardigheid jegens de Palestijnen, die in de Arabische landen, met name Syrië, te maken hebben met afschuwelijke omstandigheden, martelingen en de dood. Volgens dezelfde mensenrechtengroep, Action Group for Palestinians of Syria, worden bijna 31.000 Palestijnen uit Syrië die naar Libanon zijn gevlucht, onderworpen aan een "precaire juridische status en erbarmelijke sociaal-economische omstandigheden door hun gebrek aan toegang tot de arbeidsmarkt en het ontbreken van noodhulp".
Wie maakt zich zorgen over het lijden van deze Palestijnen? Niemand. Elke week reizen tientallen buitenlandse journalisten naar de Israëlisch-Gaza-grens om verslag uit te brengen over botsingen tussen Israëlische soldaten en Palestijnse relschoppers. Hebben deze journalisten eraan gedacht om naar Syrië of Libanon te reizen om verslag te doen van de gruweldaden die daar tegen de Palestijnen worden begaan? Natuurlijk niet. Waarom zouden ze dat moeten doen als het verhaal een anti-Israëlische invalshoek mist?
Redacteuren in het Westen hebben een lange vooringenomenheid in de berichtgeving over Israël (bijvoorbeeld Bron: hier en hier). Zoals de auteur en journalist Matti Friedman schreef over Israël:
"Corruptie bijvoorbeeld, is een dringende zorg voor veel Palestijnen onder het bewind van de Palestijnse Autoriteit, maar toen ik en een andere verslaggever ooit een artikel over dit onderwerp voorstelden, werden we door het hoofd van het bureau geïnformeerd dat Palestijnse corruptie 'niet het verhaal' was.
In een apart artikel voegde hij eraan toe:
"In deze [journalistieke] kringen is, naar mijn ervaring, een afkeer voor Israël iets geworden tussen een aanvaardbaar vooroordeel en een voorwaarde voor toetreding... Je kunt beweren dat je de waarheid over een macht spreekt, omdat je de enige 'macht' welke je in het gebied hebt gekozen geen bedreiging vormt voor je veiligheid... Deze groep intelligente en over het algemeen goedbedoelende professionals zijn niet langer betrouwbare waarnemers en werden in plaats daarvan een versterker voor de propaganda van een van de meest intolerante en agressieve krachten op aarde".
Het aantal gedode Palestijnen in Syrië zal binnenkort de 4000 bereiken. Misschien zullen de westerse correspondenten in het Midden-Oosten met het bereiken van die gruwelijke mijlpaal dan wakker worden van de enorme omvang van de misdaden die werkelijk tegen de Palestijnen worden begaan?
Bassam Tawil is een Arabische moslim die gevestigd is in het Midden-Oosten.