De aankondiging van het herstel van Israelisch-Turkse relaties, moet bezien worden in een context waarin Turkije simpelweg nergens anders meer heen kan.
Turkije's relatie met Israel is, sinds 2010, op z'n zachts gezegd gespannen. Hoofdaanleiding was dat Turkije in 2010 via een non-profit-organisatie, een Gaza-flottielje sponsorde dat probeerde de Israelisch-Egyptische blokkade van de door Hamas bestuurde Gazastrook te doorbreken.
Na een bloedige confrontatie, die resulteerde in de dood van negen Turken, eiste Turkije dat Israel berecht zou worden door het ICC en onderworpen zou worden aan VN-sancties. Het ICC oordeelde dat Israels acties geen oorlogsmisdaden waren. Daarbij concludeerde de VN's Palmer Commissie dat de blokkade van Gaza legaal was, en dat de IDF-commando's die het schip enterde zich geconfronteerd zagen met "georganiseerd en gewelddadig verzet door een groep passagiers," en daarom genoodzaakt waren geweld te gebruiken voor hun eigen bescherming. De commissie oordeelde echter wel dat het geweld van de commando's "excessief en onredelijk" was.
In het verleden toonde Turkije's president Erdogan al vijandigheid jegens Israel. Reeds in 2009, veroordeelde Erdogan Israels president Shimon Peres publiekelijk tijdens het Davos World Economic Forum. "Wanneer het op doden aankomt, weet jij maar al te goed hoe het werkt." Toen Hamas Damascus uitgegooid werd, nodigde Erdogan Hamas' leiders Khaled Mashaal en Ismail Haniyeh uit om het "Westbank- en Jerusalem-hoofdkwartier" van de terroristische organisatie in Istanbul te vestigen.
Tijdens een toespraak op een bijeenkomst in Parijs, na Charlie Hebdo en de terroristische moord op vier joden in een kosjere supermarkt, zei Turkije's minister van Buitenlands Zaken Ahmet Davutoglu; "Net zoals de slachtpartij in Parijs, gepleegd door deze terrorist, een misdaad tegen de menselijkheid is, heeft Netanyahu misdaden tegen de menselijkheid gepleegd." Sprekende in Ankara, zei Erdogan dat hij "amper kon begrijpen hoe hij [Netanyahu] zicht durfde te vertonen" tijdens de mars door de Franse hoofdstad. Afgelopen maand nog, zei Davutoglu tegen een publiek" "Israel knielt voor ons."
Niet bepaald.
De beleidskeuzes van Turkije's ministerie van Buitenlandse zaken en de huidige interne crisis hebben ertoe geleid dat Erdogan Israel nu juist inschakelt voor hulp. Erdogan kwam aan de macht in 2003, met een beleid van "nul problemen met de buren," maar heeft Turkije sindsdien in de problemen gebracht met de meeste buren, zo niet allemaal. Alon Liel, de voormalig Directeur-Generaal van het Israëlische Buitenlandse ministerie zei, "Turkije heeft het niet erg goed gedaan de afgelopen vijf jaar in de regio. Turkije heeft vrienden nodig."
Dat is understatement.
Turkije hielp Iran internationale sancties omzeilen, maar viel sindsdien over Irans steun voor Syrië's Assad. Als een supporter van het Moslim Broederschap, onderhield Erdogan nauwe banden met Egypte's voormalige Moslim Broederschap-president Mohammed Morsi, en is een uitgesproken tegenstanders van president Al-Sisi. Turkije was en blijft een doorvoerhaven voor geld en wapens aan verscheidene partijen in de Syrische burgeroorlog.
De VS hebben geëist dat Erdogan de Turkse grens met Syrië afsluit, wat hij niet gedaan heeft. Turkije heeft Koerdische strijders gebombardeerd; Turkse troepen op Iraaks grondgebied ingezet en geweigerd deze te verwijderen; en olie aan IS verkocht op de zwarte markt. Ook zijn er beschuldigingen dat de Turkse overheid wist dat er Sarin-gas via de Turkse grens aan IS overgedragen werd.
In november schoot Turkije een Russische straaljager neer, hetgeen de grootste verslechtering in Turks-Russische relaties inluidde, die overigens begon toen Poetin in Syrië optrad om het ineenstorten van Syrië te voorkomen. [Dit komt allemaal bovenop de historische vijandigheid tussen Turkije, de opvolger het islamitische Ottomaanse gezag, en Rusland, de zelfverklaarde verdediger van de christelijke orthodoxe kerk.]
Rusland, woedend op het neerhalen van hun vliegtuig, startte een serie aan economische sancties tegen Turkije, waarvan de belangrijkste het opschorten van het TurkStream project is, ontworpen om Russische gas-export aan Turkije te bevorderen. Turkije is na Duitsland de grootste importeur van Russisch gas.
Als een tegengewicht in al Turkije's "bonje met de buren," stelde Erdogan de mogelijkheid voor de relatie met Israel te herzien -- Israel rondt op dit moment hun offshore exploitatie van aardgas af. Erdogan vertelde de Turkse media afgelopen week dat de normalisering van de relatie met Israel voordelen voor Turkije zou hebben. Hij insisteerde dat Israel alsnog wel de blokkade van Gaza moet opheffen (wat niet gaat gebeuren), en herstelbetalingen voor de flottielje moest betalen, maar was alsnog een voorstander van vooruitgang in de band met Israel -- of in ieder geval in de band met Israelisch aardgas.
Het is niet alsof de Turks-Israëlische relaties volledig opgeschort waren. Sinds de flottielje-confrontatie is de Turks-Israëlische de afgelopen vijf jaar verdubbeld, tot $5.6 miljard. Terwijl wapendeals die voor 2010 getekend zijn tijdelijk bevroren waren, is de handel in civiele chemicaliën, landbouwproducten, en manufactured goods toegenomen. En, in een van die 'alleen in het Midden-Oosten'-verhalen, verschepen Turkse bedrijven goederen naar Israel via de zee, waarna ze de goederen via het land naar Jordanië en verder vervoeren, zodat ze het vervoeren via Syrië kunnen vermijden.
De basis voor een toename in handel, inclusief aardgas-deals, is dus aanwezig. Israel heeft de prijs afgewogen en geconcludeerd dat het acceptabel is. Israel zal Turkije $20 miljoen betalen; in ruil waarvoor Turkije het Hamas-leiderschap uit Istanbul verbant, en Israelisch aardgas koopt.
Nadat hij in 2003 de macht kreeg, presenteerde Erdogan Turkije als een model voor het democratische bestuur van een islamitisch land. Obama noemde hem een van de leiders bij wie hij zich het meest op zijn gemak voelde. Maar Turkije speelde altijd een dubbel spel. Het herstel van banden met Israel geldt niet zozeer als politieke toenadering, maar meer als een toegeven van het voltooide failliet van Turkije's afgelopen vijf jaar aan diplomatieke inspanningen.