Samantha Powers, de Amerikaanse VN-Ambassadeur , zei dat de VS niet langer automatisch hun vetorecht uit zullen oefenen ter bescherming van Israel in de VN-Veiligheidsraad.
In een getuigenis voor de "Foreign Operations Subcommittee" van het House Appropriations Committee, weigerde Powers het nadrukkelijk haar steun voor Palestijnse resoluties over Staatsschap op voorhand uit te sluiten. "We zullen beoordelen wat Israel's veiligheid bevordert en wat vrede in de regio bevordert... Ons doel als regering is te doen wat wij kunnen om spanningen te verzachten, wat er voor nodig is om die onderhandeling weer op de rails te krijgen."
Toen een comité-lid scepsis uitte, antwoordde zij: "We zullen extreem nauw met Israel blijven samen werken in New York [VN, Ed.]. Zoals u zich terdege bewust bent hebben wij een solide staat van dienst in het steunen van Israel wanneer dit er toe doet."
Wanneer doet het er precies toe? Wie bepaalt dat? Israel blijkbaar niet.
Power's getuigenis heeft zo mogelijk de transitie voltooid van de VS als Israel's bondgenoot in haar queeste naar legitimiteit en veiligheid in het historische joodse thuisland, tot een scheidsrechter tussen Israel en hen die ernaar streven Israel te vernietigen. Ook lijkt het erop dat — in de ogen van de Amerikaanse regering — Power de transitie van Israel heeft voltooid, van een partij wiens legitimiteit en permanentie door iedereen in twijfel wordt getrokken behalve Egypte en Jordanië, tot een land dat de plicht heeft de problemen "op te lossen" die hun vijanden bezig houden.
Het "vredesproces", voor het eerst gecodificeerd in de Oslo Akkoorden, schrijft voor dat Israel en de Palestijnen hun geschillen bilateraal oplossen, en niet middels de dictaten van een derde partij of organisatie. Niemand heeft ooit gedacht dat het makkelijk zou worden, maar opeenvolgende Amerikaanse regeringen hebben ons verzekerd dat de VN — die volgens Israel hopeloos tegen haar belangen gekant is — geen vetomacht of dwangmiddelen had. Nu heeft het dit waarschijnlijk wel. Power en de VS hebben de handdoek in de ring gegooid waar het zaken betreft die er voor Israel "toe doen."
In 2014 stapten de Palestijnen uit Oslo en voegden zich bij een aantal VN-organen- en commissies, waaronder een aantal waarvoor de PA onmiddellijk gediskwalificeerd zou worden als de VN een serieuze institutie was — met name omdat de PA, tenminste op papier, een "eenheidsregering" met Hamas vormt.
Conventies over "het betrekken van kinderen bij gewapende conflicten," "tegen martelingen," "over het verwijderen van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen," "tegen corruptie," en "over het internationale verdrag over burgerlijke- en politieke rechten," zijn getekend door de vertegenwoordigers van een corrupt en dictatoriaal regime dat deze allen schendt.
Tijdens een nog gewichtigere beslissing, meldden de Palestijnen zich eind 2014 aan om zich bij het Internationale Strafhof te voegen, en worden waarschijnlijk deze maand lid.
Obama's regering was tegen beide actie en een grote bipartisan meerderheid van de Senaat steunde een voorstel VS-subsidies voor de PA stop te zetten als het een ICC-oorlogsmisdaden-onderzoek naar Israel steunt. Maar, verzekerd van overwelvende steun in de Algemene Vergadering, en redelijk zeker van de steun van de Veiligheidsraad als de VS zijn veto niet inzet, claimen PA-vertegenwoordigers dat de Palestijnen een recht hebben op internationale vertegenwoordiging, ongeacht de VS's ongenoegen of de taal van Oslo.
Power lijkt het er nu mee eens te zijn. Maar Israel ziet zich er niet langer van verzekerd dat de VS een sleutelvoorwaarde van Oslo, of zelfs de de eigen Amerikaanse positie blijft steunen, namelijk dat de internationalisering van het conflict door de Palestijnen een vergissing is, en een belediging voor de Amerikaanse diplomatie. Zij is, in deze, een trouwe vertegenwoordiger van de huidige Amerikaanse regering.
De president heeft zijn overtuiging geuit dat Israel een veilige partij is voor wie dit er, misschien, niet toe zou hoeven doen. Terwijl Hamas afgelopen zomer raketten op civiele gemeenschappen over de hele joodse staat afvuurde, zei de president:
"Ik maak me geen zorgen om Israel's overleven... Ik denk dat de sleutelvraag is hoe Israel overleeft. En hoe behoud je een Israëlische staat die zijn democratische en burgerlijke karakter behoudt? Hoe kan je een joodse staat behouden die ook reflecteert op de waarden waarop Israel gesticht is? En, om dit te bereiken, is het altijd mijn geloof geweest dat hiertoe een manier gevonden moet worden om zij aan zij in vrede met de Palestijnen te leven. Jullie [Israel] moet erkennen dat zij legitieme claims hebben, en dat dit ook hun land en regio is."
En, op zijn beurt, weerspiegelt dit de visie van de minister van Buitenlandse Zaken John Kerry, volgens wie Israel's welvarendheid een belemmering voor vrede is. Tijdens een bezoek aan Israel in mei 2013 zei hij: "Ik denk dat er een mogelijkheid tot vrede is, maar om veel redenen ligt dit niet op het puntje van iedereen's tong. Mensen in Israel vragen zich niet elke dag af of er morgen vrede zal zijn, omdat zij een gevoel van veiligheid, vervulling en welvaart hebben."
Het lijkt erop dat "vrede" er niet toe doet voor Israel.
Een jaar geleden vertelde Kerry een publiek in het Witte Huis dat "Een van de hoekstenen van het vredesproces is dat Israel zijn veiligheidsgaranties scheidt van de algemene onderhandelingen. Veiligheid zou voor Israel gegarandeerd worden in een "afzonderlijke overeenkomst" met de VS, zei hij. Dit zou, natuurlijk, het einde betekenen van VN-resolutie 242, waarbij de Arabieren de plicht zouden krijgen Israel te voorzien van "veilige en erkende grenzen, vrij van bedreigingen of oorlogshandelingen," en "het stoppen van alle claims of toestanden van oorlog."
VN-resolutie 242 is, klaarblijkelijk, nog een van die dingen die er niet "toe doen."
Power's verklaringen lijken op een volledige en getrouwe weergave van het beleid van haar baas op het ministerie van Buitenlandse Zaken en zijn baas in het Witte Huis: wanneer zij op iets stuiten dat er voor hen "toe doet", doen zij wat zij gepast achten. Wat er voor Israel toe doet, lijkt een geheel andere kwestie te zijn.