In theorie wordt Egypte geregeerd door een voormalige leger-generaal, die door een staatsgreep aan de macht kwam. In tegenstelling - en ook in theorie - wordt Turkije geregeerd door een leider die de steun van de bevolking heeft, met de helft van de kiezers - een democratisch gekozen man. Maar het westen (niet altijd alle westerse leiders) heeft de neiging om dit te belichten, in grotere letters dan ooit, dat de Turkse President Recep Tayyip Erdogan een tirannieke bestuurder is, terwijl de Egyptische President Abdel Fattah el-Sisi steeds meer wordt geprezen.
Erdogan heeft meerdere malen verklaard dat Sisi een onwettige dictator is, een formulering die de diplomatieke betrekkingen tussen Ankara en Caïro diep heeft bevroren. Als Erdogan bezorgd is over ondemocratische praktijken in een land, zou hij zijn eigen regering moeten hervormen. In plaats daarvan blijft hij maar intimideren. Hij daagt openlijk de rechtsstaat uit, met inbegrip van een verklaring dat hij niet zal gehoorzamen aan uitspraken van het constitutionele Hof welke hem niet bevallen; en zo ook met de overname van kritische media-kanalen - het soort dingen die iedere waarnemer zou verwachten van een "Arabische dictator".
Erdogans haat tegen Sisi gaat niet om een keuze tussen een democratische praktijk of dictatoriale regering. Het gaat over Sisi's strijd tegen de radicale islamisten, die Erdogan aanbidt. "Sisi is de meest rationele Arabische leider vandaag," zei Zvi Mazel, een voormalige Israëlische ambassadeur in Caïro, in een toespraak vorige maand. "Sisi is bezig met het bestrijden van de radicale islam."
In de afgelopen paar jaar hebben Egyptische kranten vaak gesuggereerd dat Sisi faalt. Bijvoorbeeld noemde Al-Watan factoren om Sisi te ondermijnen: "corruptie en vriendjespolitiek" - twee onaangename woorden die in een "democratisch" Turkije, en zelfs zonder een adressering, zou leiden tot aanhouding en een proces met marteling.
In 2015 sprak Sisi over een tv-presentator, die zei dat hij een ontmoeting met [het Duitse bedrijf] Siemens had, en dat "hij Alexandrië liet verdrinken (in het regenwater)." Zijn reactie op die claim was slechts: "Dit is onfatsoenlijk."
In een andere openbaar optreden verontschuldigde Sisi zich voor vertragingen in de wederopbouw van de kerken die in 2013 door de islamisten werden vernietigd. Hij zei: "We hebben lang gewacht op het oplossen en renoveren van [kerken] die werden verbrand... Onze excuses voor wat er gebeurde... volgend jaar zal er geen enkele kerk of huis zijn dat niet is hersteld."
In een andere toespraak vroeg Sisi de politie om afwijkende meningen te tolereren. Hij verontschuldigde zich ook bij de Egyptische advocaten, nadat één van hen fysiek door een politieagent werd aangevallen.
Toen hardcore voetbalfans spreekkoren aanhieven tegen Mohamed Hussein al-Tantawi, een voormalig legerleider en voormalig defensieminister, belde Sisi naar een tv-show om Tantawi te verdedigen, in plaats van de openbare aanklagers te vertellen dat de voetbalfans "terroristen" zijn die zouden moeten worden gearresteerd en berecht - zoals zou gebeuren in Turkije.
In januari, een dag nadat een cartoonist werd gearresteerd vanwege hem te bespotten, zei Sisi dat hij de kritiek niet erg vond, en dat het zijn taak is om ontevreden jongeren tevreden te stellen. Cartoonist Islam Gawish werd vrijgelaten zonder aanklacht. Sisi zei daarop:
"Ik ben niet boos op Gawish of iemand anders... Als ik het aanvaard om in zo'n positie te staan, moet ik alle gevolgen daarvan dragen. Het is niet zo dat alle mensen het eens worden over iets... Elke dag ondervinden 90 miljoen mensen in Egypte veel dingen die het hen ongemakkelijk maken."
Evenzo in januari, toen Sisi gebruik maakte van een rode loper voor zijn autocolonne, lokte dit kritiek uit in Egypte. Geen twijfel over, auto's die Sisi en andere ambtenaren vervoeren en over de rode loper reden... het leek grappig. Vele commentatoren bespotten de extravagantie: het gebeurde toen de president een toespraak hield waarin hij waarschuwde dat de staat niet kon doorgaan met subsidies voor de water- en elektriciteitsnota's voor gezinnen met lage inkomens. Een activist beschuldigd Sisi van "het vertrappen van het geld van de mensen". En Youssef al-Husseini, een tv-presentator, vroeg: "Hoe kon u een dergelijk niveau van hypocrisie bereiken door het uitrollen van rode tapijten op straat voor de presidentiële autocolonne? Konden we dat geld niet beter besteed hebben aan het kopen van dekbedden voor mensen die bevriezen in de kou?"
Niets van dit alles is denkbaar in het Turkije van Erdogan. In totaal zijn 1845 mensen in Turkije onderzocht, aangehouden of vervolgd wegens "belediging" van Erdogan sinds hij werd verkozen in augustus 2014.
Ondertussen heeft sinds oktober het dodental, alleen al door bomaanslagen in de Turkse hoofdstad Ankara, de 169 bereikt.
Burak Bekdil, woont in Ankara en is een Turkse columnist voor de krant Hürriyet en medewerker aan het Midden-Oosten-Forum.