Afgelopen oktober werd Etyen Mahcupyan, een toonaangevende intellectueel en "liberale" schrijver en columnist, benoemd tot "hoofdadviseur" van Turkije's premier Ahmet Davutoglu. Op het eerste gezicht lijkt dit iets goeds in een land waar de islamisten in hun privéleven het oude Ottomaanse "millet"-systeem onderschrijven, waarin niet-moslims als tweede- zo niet derdeklas burgers werden behandeld.
In werkelijkheid belichaamt Mahcupyan de reïncarnatie van het Ottomaanse "devshirme"-systeem, waarbij het Ottomaanse staatsapparaat een aantal niet-islamitische bekeerlingen produceerde die een plaatsje in de hogere regionen van de hof-bureaucratie wisten te bemachtigen, en mochten genieten van de betere dingen des levens, omdat hun pragmatisme hen uitstekende relaties opleverde met de islamitische elite.
In een december-interview met Turkije's voornaamste krant, Hurriyet, zei Mahcupyan dat "Elke politieke aanwinst voor Turkije's Armeense gemeenschap (ongeveer 60,000), tevens een aanwinst is voor Turkije's joodse gemeenschap. Maar... dan is er Israel... Zolang de Israëlische psychologie het Turkse beleid blijft beïnvloeden en de relaties tussen de twee landen niet normaliseren..." Die zin, die Mahcupyan in zijn verlegenheid niet afrondde, zou waarschijnlijk als volgt zijn geëindigd: "Dan zullen Turkije's joden de prijs blijven betalen."
Mahcupyan gaf toe dat als Turkije's joden zich vervreemd voelden, het aan de overheid was hier iets aan te doen.
En wat nog meer? "De afgelopen 60 jaar heb ik hier persoonlijk mee geleefd," legde hij uit. "Onder Turkije's niet-islamistische minderheden, de joden en Armeniërs, heerst er een opvatting over het vernederen van moslims." Sinds Mahcupyan vaststelling simpelweg onwaar is, lijkt het op niets meer dan een rechtvaardiging van de islamistische intimidatie van joden.
Vervolgens betoogde Mahcupyan: "Zowel joden als Armeniërs zijn hoger opgeleid [dan islamitische Turken], en staan meer open voor het westen. En dit levert een superioriteitscomplex op." In deze opvatting worden de dagelijkse aanvallen op Turkije's joden en andere niet-islamitische veroorzaakt door het feit dat joden en Armeniërs moslims vernederen — ze zijn hoger opgeleid dan moslims, vanwaar hun superioriteitscomplex. Die aantijging is, op zijn best, zielig.
Slechts een paar maanden later zou Mahcupyan erachter komen hoezeer hij zich verkeken had op de islamistische supremacisten in Ankara, en hun inherente intolerantie van liberaal gedachtegoed.
Mahcupyan gaf onlangs commentaar op de opmerkingen van Paus Franciscus op 12 april, waarin de Paus 1915 als de eerste genocide van de 20ste eeuw omschreef, en zei dat het Vaticaan een "100 jaar oude psychologische last van zich af had geworden."
Als, zoals Mahcupyan zei, het erkennen van wat er gebeurde in Bosnië en Afrika als genocide mogelijk is, "is het onmogelijk om wat er in 1915 in Armenië gebeurde niet ook als genocide te bestempelen."
Waarschijnlijk was het de eerste keer in de Turkse geschiedenis dat een vooraanstaande regeringsvertegenwoordiger de Armeense genocide erkende. Wederom was dit op het eerste gezicht iets goeds in een land dat voornamelijk regelrechte ontkenning als beleid heeft. Maar het lijkt erop dat Turkije toch niet zo liberaal was als Mahcupyan had gedacht.
Onmiddellijk nadat zijn opmerkingen publiek bekend werden, uitte EU-minister Volkan Bozkir zijn ongemak, door te stellen dat Mahcupyan's opmerkingen gezien zijn rol als adviseur niet gepast waren. Maar dat was niet de enige prijs die Mahcupyan zou moeten betalen.
Een aantal dagen na zijn opmerkingen over genocide, ging Mahcupyan "met pensioen" als hoofdadviseur voor premier Davutoglu — na zo'n zes maanden in functie.
Officieel ging Mahcupyan met pensioen in maart, nadat hij 65 werd, de verplichte pensioenleeftijd voor ambtenaren. Maar het was een publiek geheim dat zijn vertrek werd ingegeven door het feit dat de Turkse islamisten bepaald niet de liberalen zijn, die zijn claimen te zijn.
De Mahcupyan-affaire geeft een boodschap af richting de slinkende niet-islamitische minderheden: Een niet-moslim kan zich opwerken tot een lieveling van de hedendaagse neo-Ottomaanse Turken. Hij kan de harten en zielen winnen van belangrijke posities in Ankara — en dit kan hem een mooie carrière opleveren. Maar om zijn geluk te behouden, moet hij trouw blijven aan de islamistische lijn, in zowel daad als retoriek. Een onwelgevallige opmerking volstaat om de carriere van een devshirme in overheidsdienst te beëindigen.
Dit is het soort psychologie dat Turkije's regerende islamisten niet-moslims opleggen: wordt een collaborator of...
Er is nog een Armeense columnist die meer door de wol geverfd lijkt te zijn in zijn evshirme-carrièredan Mahcupyan. Markar Esayan, een schrijver voor een vocale pro-regeringskrant, zei terwijl hij naar Erdogan's verklaring uit 2014 over de Armeense slachtoffers verwees: "Erdogan's condoleance-boodschap illustreert hoe wij de Ottomaanse geest bemachtigd hebben, en hoe deze in lijn is met deze eeuw van democratie. Daarbij heeft het beleid van de afgelopen 14 jaar een positieve invloed gehad op onze Armeense- en niet-islamitische gemeenschap."
Blijkbaar is Esayan tevreden met Turkije's neo-Ottomanen en hun islamistische gezag, inclusief hun rigide beleid van genocide-ontkenning, waarvan hij claimt dat het de Armeense en niet-islamitische gemeenschappen goed heeft gedaan. Etyen Mahcupyan is misschien gestraft, maar Markar Esayan wordt beloond voor zijn trouw: hij is geselecteerd om zich namens Davutoglu's partij verkiesbaar te stellen in het parlement.