Het is verkiezingstijd in Turkije. Op 7 juni zullen te Turken naar de stembus gaan om een regering en premier te kiezen die het land de komende vier jaar zal leiden.
Maar, in werkelijkheid gaan zij naar de stembus om te bepalen of Erdogan al dan niet een gekozen sultan wordt.
Turkije's president, Recep Tayyip Erdogan, wil meer dan louter een parlementaire meerderheid winnen voor zijn AK-partij. Hij wil een tweederde meerderheid, zodat de grondwet aangepast kan worden om een systeem te introduceren waarin hij officieel als sultan kan regeren.
In 2013 vergeleek Burhan Kuzu, de AKP-voorzitter van de parlementaire Grondwettelijke Commissie, de macht van de Amerikaanse president met die van Turkije's premier (destijds Erdogan). Hij zei: "Obama is een arme man, de premier is machtig."
Recenter, tijdens een persverklaring na een bezoek aan Kazachstan, vertelde Erdogan een groep Turkse journalisten op 18 april: "Kijk. Obama krijgt zijn beslissingen er niet doorheen."
Het was slechts een van de vele zinsneden waarmee hij blijk gaf van zijn obsessie met het transformeren van Turkije's parlementaire democratie tot een executive presidential "a la Turca," waarbij een gekozen leider een one man show zonder checks and balances leidt.
De bevoegdheden die de Turkse president heeft, zijn niet genoeg voor Erdogan. Hij is de "sterke man", maar wil meer. Hij wil nagenoeg onbegrensde bevoegdheden: hij wil de democratisch gekozen sultan van het opkomende Turkse rijk worden.
Ondanks grondwettelijke artikelen die voorschrijven dat de president onpartijdig moet zijn in binnenlandse aangelegenheden, rent Erdogan heen en weer van de ene publieke manifestatie naar de andere om zijn politieke oppositie te bashen en zijn AKP te prijzen om hun "succesverhalen", behaald sinds deze twaalf terug aan de macht kwam.
Erdogan voert constant aan dat hij 400 parlementsleden wil. Hij zegt niet voor welke partij hij deze 400 zetels weggelegd ziet. Dat hoeft hij ook niet — dat weet iedereen. Het is de eerste keer dat een Turkse president, die volgens de grondwet onpartijdig heet te zijn, het hele land doorreist om steun voor zijn politieke partij te vergaren.
Turkije heeft een parlement met 550 leden. Elke partij of coalitie die 276 zetels wint, kan een regering vormen. Maar er zijn 330 stemmen voor nodig voor een grondwetswijziging en 367 voor een parlementaire grondwetswijziging zonder referendum. De AKP vecht niet voor 276 zetels om een eenpartij-regering te vormen, maar om, onder de schaduw van Erdogan, minstens 330 zetels te winnen zodat ze van hem een gekozen sultan kunnen maken.
In alle peilingen, die van de oppositie incluis, staat de AKP bovenaan. Ondanks dat het bijna zeker is dat de AKP de winnaar wordt, kan het alsnog de verliezer worden. Als de pro-Koerdische partij (HDP) de kiesdrempel van 10% weet te behalen en het parlement betreedt, dan zal een 40-45% AKP-meerderheid goed zijn voor slechts 280 tot 310 zetels. Daarmee zal het niet in staat zijn de grondwet aan te passen naar de wens van de sultan.
Daarom is het van groot belang om tijdens de nasleep van de verkiezingen op 7 juni de HDP's prestaties in de gaten te houden. Als zij niet 10% van de stemmen behalen krijgen zij geen zetels in het parlement, en gaan de meeste naar de AKP — met complimenten van het Turkse verkiezingssysteem.
Met hetzelfde percentage aan stemmen verdient de AKP tussen de 280 en 330 zetels, afhankelijk van of de Koerdische partij het parlement haalt. Zij zullen dus slagen of mislukken in het aanpassen van de grondwet tot een "a la Turca" presidentschap. Oneerlijk? Niet in een land waar rechtvaardigheid slechts een trivialiteit is.
Erdogan heeft negen verkiezingen gewonnen sinds 2002 - drie parlementaire, drie gemeentelijke, twee referenda en een presidentiële. Maar Erdogan is niet tevreden met de macht die de Turkse grondwet hem toekent. Hij wil meer. Hij wil geen "arme Obama" zijn. Hij wil, zoals hij dat zegt, "beslissingen door kunnen drukken." Zodra hij de opdracht heeft gegeven, zou er geen justitieel, grondwettelijk of parlementair systeem van checks and balances zijn. Hij zou dingen gedaan krijgen — net als een sultan.
Ottomaanse sultans werden niet gekozen. Als Erdogan wint wordt het land nog gepolariseerder en minder bestuurbaar: als hij wint, is hij de president van de helft van alle Turken. De rest zal hem nog meer haten dan voorheen. Als hij faalt zal er waarschijnlijk een intern AKP-gevecht uitbreken, waarbij veel ontevreden, maar vooralsnog stille AKP-politici in elke richting zullen gaan schieten.
Op 7 juni is het alles of niets voor Erdogan. Of hij wordt een solitaire man, geïsoleerd in het presidentiële paleis van Ankara, handen op de rug gebonden door grondwettelijke beperkingen, en nog altijd dromen van een stembus-sultanaat, of hij wordt de eerste stembus-sultan van het Turkse Rijk van zijn dromen.