Racisme is slecht, zonder twijfel. Maar het kan niet de reden zijn dat jihadisten "ongelovigen" doden, inclusief mede-moslims in moslimlanden. Helaas voelt de vrije wereld zich gedwongen om samen te werken met het verkeerde land in haar strijd tegen de islamitische terreur.
De gastheer van dit jaar van de G-20-top, welke direct volgde op de aanvallen in Parijs op 13 november, was de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. In zijn gebruikelijke soennitische suprematie taal, beschuldigde hij de slachtoffers van de jihad in plaats van de jihadisten. "Nieuwe tragedies zullen onvermijdelijk zijn," zei hij, "als het toenemende racisme in Europa en andere landen niet wordt gestopt. Racisme, in combinatie met vijandschap tegen de islam, is de grootste ramp, de grootste bedreiging."
Maar Erdogan negeert gewillig het opkomende racisme, de vreemdelingenhaat en de anti-westerse, jihadistische gevoelens die steeds meer opkomen in de harten en geesten van zijn mede-Turken. Een snelle blik op enkele sportwedstrijden en het gedrag van fans in de afgelopen weken onthult veel over de Turkse geest en harten.
Op 13 oktober, drie dagen na een dubbele zelfmoordaanslag in de hoofdstad van Turkije, Ankara, werden meer dan 100 mensen gedood, Koerden en pro-Koerdische, linkse en seculiere Turken. De centrale Anatolische provincie Konya is een broeinest van de politieke islam in Turkije, en het was gastheer van de Euro 2016 voetbal kwalificatiewedstrijd tussen Turkije en IJsland. Voor de aftrap namen beide teams een moment van stilte om te protesteren tegen de bomaanslag - een gebruikelijk gebaar om de slachtoffers te respecteren. Helaas, het moment van stilte werd ontsierd door gefluit en gejoel: blijkbaar protesteerden de voetbalfans van Konya tegen de slachtoffers, en niet tegen hun jihadistische moordenaars.
Iedereen die de indruk heeft dat de hele wereld solidair is met Parijs, moet nog eens goed nadenken. Honderden Turkse fans jouwden en zongen "Allahu Akbar" ("Allah is groter" in het Arabisch) tijdens een moment van stilte voor de slachtoffers van de Parijs-aanval tijdens de vriendschappelijk voetbalwedstrijd Turkije-Griekenland. Ook hier toonden de Turken hun solidariteit met de terroristen, niet met hun "ongelovige" slachtoffers.
Meer recent, op 21 november, moest de Turkse politie 1500 politieagenten inzetten, zodat de Turkse fans het bezoekende Israëlische nationale vrouwen-basketbalteam geen kwaad konden doen. Vijftienhonderd politieagenten voor een vrouwen-basketbal wedstrijd! Maar ondanks dat gooiden de Turkse fans voorwerpen naar de Israëlische speelsters toen ze het volkslied van Israël zongen. Die fans jouwden ook de Israëlische speelsters uit, terwijl anderen juichten omdat die fans voorwerpen gooiden.
Zoals te verwachten, zwaaiden de Turkse fans met Palestijnse vlaggen. De Israëlische basketbalspeelsters werd het verlaten van hun hotel verboden, behalve dan voor de training en het spel.
Niets hiervan is verrassend, hoewel Turkije in theorie toch kandidaat is voor het lidmaatschap van de Europese Unie. Uit een nieuwe studie van Pew Research Center blijkt dat 8% van de Turken een positieve kijk hebben op de Islamitische Staat (IS), nog hoger dan in de Palestijnse gebieden, waar de steun voor de IS 6% bedraagt, slechts één punt lager dan in Pakistan. Negentien procent van de Turken "weet niet" of ze positief of negatief tegenover de IS staan - wat betekent dat 27% van de Turken niet afwijzend staat tegenover de jihadistische moordmachine. Dat zijn dus meer dan 21 miljoen mensen! Van de ondervraagde landen kreeg Libanon 100% voor het afwijzen van de IS, en Jordanië 94%. In Indonesië, het meest bevolkte moslimland ter wereld, stond 4% positief tegenover IS, de helft van Turkije.
Dit is Erdogans "neo-Ottomaanse" en steeds islamitischer Turkije. Na de aanslagen van Parijs zag deze auteur tweets welke de slachtoffers "dierlijke karkassen" noemden, en die zeiden: "Nu zullen de ongelovigen uit angst hun slaap verliezen", en anderen feliciteerden de terroristen "die Allah-u akbar schreeuwden."
Ondertussen, en dat is wel grappig, kan de vrije wereld maar niet zien dat hun bondgenoot om jihadisten te bestrijden zelf een jihadist is. Hoe moet Erdogan vechten tegen islamitische terreur - iets waarvan hij gelooft dat het niet bestaat? Een van Erdogans beroemde opmerkingen is: "Er is geen islamitische terreur." En hij denkt dat, net als het fascisme, zionisme een misdaad tegen de menselijkheid is.
Er is een Turks gezegde dat misschien dit bondgenootschap van de vrije wereld met Erdogan van Turkije tegen jihadistische terrorisme goed zou kunnen omschrijven: "Kuzuyu Kurda emanet etmek" ("De wolf bij de schapen vertrouwen").
Burak Bekdil woont in Ankara en is een Turkse columnist voor de Hürriyet Daily en medewerker aan het Middle East Forum.