Het is weer die tijd van het jaar. 343 "universitaire docenten" hebben een brief ondertekend waarin ze beloven dat ze nooit meer met Israëlische academische instituten zullen samenwerken. Hun brief vulde een paginagrote advertentie in de linkse Britse krant The Guardian - waar anders? Het leidde nauwelijks tot een rimpeling in de vijver. De brief verscheen een dag na een andere brief, wederom in The Guardian, die door 150 Britse schrijvers, muzikanten en anderen is ondertekend (waaronder JK Rowling, Simon Schama en Hillary Mantel) waarin dergelijke boycots tegen Israël juist werden verworpen en waarin erop werd gewezen dat de meeste mensen van mening zijn dat intellectuele en culturele uitwisseling goede zaken zijn.
JK Rowling, auteur van de Harry Potter-serie, is 1 van de 150 vooraanstaande Britse schrijvers, muzikanten en anderen die zich in een open brief uitgesproken hebben tegen boycots van Israël. (Bron: screenshot van een video van het Witte Huis)" |
De anti-boycot-brief werd ondertekend door enkele van de meest voorname intellectuelen van Groot-Britannië. De reactie op de pro-boycot-brief zou echter nog het best omschreven kunnen worden met "Wie?". Wie heeft bijvoorbeeld ooit geweten dat Israël - of elk ander land - zou worden verzwakt in haar bestaan als de wijsheid van professor Alex Callinicos, een van de meest obscure Marxistische wetenschappers van het VK, aan het land onthouden zou worden? Hij is de auteur van ontelbare eindeloze traktaten en zijn pogingen om zijn gedachten en ideeën te introduceren in de landelijke politiek bereikten hun piek tijdens zij betrokkenheid bij de Socialist's Worker Party, een beweging die zelfs voor het Labour van Jeremy Corbyn als te extreem wordt geacht. Als zelfs in het VK niemand zit te wachten op de inzichten van professor Callinicos, waarom zou iemand in Israël er dan ooit om smeken?
Of laten we eens naar een ander figuur onder de brief kijken. Ene professor Jane Hardy, die doceert aan de universiteit van Hertfordshire. Het zal menigeen in Groot-Brittanië wellicht verbazen, en idem misschien bij mensen uit Hertsfordshire, dat zo'n instituut überhaupt bestaat. Maar een snelle zoekopdracht op internet leert dat het echt bestaat, en dat het tot 1992 bekend stond als het het Hatfield Polytechnic - een hogere beroepsopleiding. Maar van welke kennis worden studenten in Israël eenzijdig beroofd door de houding van professor Hardy? Welnu, volgens haar profielpagina het volgende: "Mijn onderzoek en publicaties naar regionale ontwikkeling en de impact van de veranderingen op gender en klasse worden gestut in de zorgen over de levens van gewone mensen en hun verzet tegen het neoliberalisme." Ik wil het graag beleeft houden, maar het moet toch gezegd worden dat "onderzoek" van dit soort studenten nooit geholpen heeft bij het vinden van een baan, maar dat het hooguit nut heeft gehad voor de vordering van hun lichte academische onderwijscarrière. Waarom het ontzeggen van het onderzoek van professor Hardy over regionale ontwikkeling, gender en klasse in de context van Hertfordshire aan studenten in Israël ooit tot een verlies van kennis aan gene zijde zou leiden, blijft gissen.
Anderen op de lijst ondertekenaars zijn al even obscuur en onbekend. Misschien dat hun familieleden weten wie enkelen van hen zijn? De meerderheid komt uit tweede- en derderangs onderwijsinstellingen, voormalige beroepsopleidingen die ten onrechte het label "universiteit" hebben gekregen en daarmee de waarde van universitair onderwijs in z'n algemeen hebben verzwakt. Zoals gebruikelijk worden er wat obligate en oppervlakkige Joodse kennissen bijgehaald waar de ondertekenaars 'op individueel niveau' mee zullen blijven samenwerken, maar dat is slechts een masker om de onverdraagzaamheid en het racisme van hun oproep achter te verbergen. Maar wat een samenzang van assumptie en zelf-importantie zingt er uit de brief.
Verdiep je eens in de argumentatie achter het epistel, en je zult zien dat het vooral aantoont hoe tragisch laag de standaarden in Groot-Britannië tegenwoordig zijn om tot de academische wereld te worden toegelaten.
Zo zegt professor Jonathan Rosenhead bijvoorbeeld, die spreekt namens de initiatiefnemers van de boycotbrief, dat "de Israëlische universiteiten zich in het hart van de Israëlische schendingen van de internationale wetten en de onderdrukking van het Palestijnse volk bevinden". Is dat echt waar? Neem een van de zwaarste en moeilijkste maatregelen die de staat Israël ooit moest uitvoeren tegen mensen die zelfmoordaanslagen tegen de Israëlische bevolking pleegden: huizenvernietiging. Daarbij wordt de woning van een terrorist gesloopt nadat de kwestie voor de rechter is geweest. De reden daarvoor is dat het moeilijk is om iemand die zichzelf heeft opgeblazen duidelijk te maken dat hij niet had moeten doen wat hij deed, maar dat het slopen van de woning van zijn nabestaanden en naasten een ontmoediging kan zijn voor anderen om middels een zelfmoordaanslag tot terreur over te gaan. Kan iemand uitleggen hoe professor Rosenhead tot de overtuiging komt dat het slopen van woningen van terroristen wordt uitgevoerd door Israëlische universiteiten? Normaal gesproken zouden het IDF of andere veiligheidsdiensten deze spijtige taak op zich nemen. Heeft professor Rosenhead echt ergens het bewijs dat het Israëlische academici zijn die dit soort orders uitvoeren en dergelijke klussen klaren? Het is zeer onwaarschijnlijk. En zelfs áls een wetenschapper ergens in Israël betrokken was geweest bij dergelijke praktijken, waarom zou dat invloed moeten hebben op iemand die een literatuurstudie doet aan de universiteit van Tel Aviv? Moeten studenten aan Britse of Amerikaanse universiteiten dan ook verantwoordelijk gehouden worden voor de daden van de Britse of Amerikaanse strijdkrachten in Noord-Ierland of Irak? Zouden we daarvan niet vinden dat het van groteske onwetendheid getuigt, om over de onbeleefdheid van zo'n stelling nog maar te zwijgen, als iemand zo'n stelling zou opperen?
De visie van professor Rosenhead over waar doodgewone academici zich tegen uitspreken, gaat zowel in binnen- als buitenland volledig scheef. Bij de presentatie van zijn racistische petitie verkondigde hij dat "deze handtekeningen moedig verzameld zijn ondanks de druk die op mensen gelegd kan worden om de staat Israël niet te bekritiseren." Ik weet niet waar hij denkt dat dergelijke pressie vandaan komt. In mijn perceptie zijn de enige mensen die zulke druk proberen uit te oefenen onderdeel een paar kleine zionistische bewegingen in het Verenigd Koninkrijk. Het is moeilijk in te denken dat van deze clubjes een kracht uitgaat die de dappere ondertekenaars van de boycotbrief vrees zou aanjagen. Tenzij de organisatie suggereert dat je altijd een prijs betaalt als je opstaat tegen "joodse belangen" en "joodse macht". Dit soort racisme hebben we decennialang niet gehoord in Groot-Brittanië. Hoe onprettig is het om te moeten constateren dat het omhoog borrelt uit de obscure hoekjes van de academische wereld.